Maggy had die stille uren af en toe nodig als tegenwicht voor de vele dansavonden waarbij ze de perioden van onbeweeglijk poseren wilde vergeten op zoek naar plezier, en meer plezier, nooit genoeg plezier; dat leven maakte van Montparnasse het centrum van alles dat dwaas, vrolijk en losbandig in Parijs was.
Paula liet nooit na er haar aandacht op te vestigen dat er ook een donkere zijde aan het leven van Montparnasse was, een wereld waarin drank en drugs de boventoon voerden. Maar zelfs zonder haar waarschuwingen zou Maggy volkomen immuun door de nooit eindigende feesten van de avonden op Montparnasse zijn gerold. Ze zou nooit bezoedeld zijn door die altijd rode lucht die de lichten van dozijnen nachtclubs en bars weerkaatste waardoor heel Parijs werd aangetrokken. Ze werd nog steeds beschermd door haar essentiële en onaantastbare onschuld, de erfenis van de zeventien jaar in haar grootmoeders huis.
Vaak danste Maggy blootsvoets, niet alleen omdat het prettiger was maar omdat ze langer was dan haar meeste partners. Ze weigerde nog steeds haar haar af te knippen. Voordat ze 's avonds uitging in een van die eenvoudige hemdjurken met een lage hals die Madame Poulard maakte uit de coupons die Maggy tijdens de uitverkopen van Au Bon Marché kocht, maakte ze een scheiding midden op haar hoofd en rolde de vlechten over haar oren op, of ze sloeg een met lovertjes bedekte sjaal om haar hoofd die ze aan één kant vastknoopte en dan zo over haar schouder liet vallen. Maar wat ze ook deed om de haarstijl van die tijd bij te houden, na een half uur op de dansvloer ontdekte Maggy altijd weer dat de sjaal van haar hoofd was gegleden, of dat de opgerolde vlechten waren losgeraakt en haar massa haar zwaaide van de ene naar de andere kant alsof ze in galop door de open velden snelde.
Het was geen gril van haar dat ze haar haar niet moderner opmaakte. De schilders voor wie ze poseerde hadden liever dat ze het lang hield, en betaalden haar daar zelfs een paar francs extra voor. De vreugde van een artiest in een vrouw is op haar uiterlijk in al zijn manifestaties gebaseerd, vanaf de nagels van haar tenen tot het topje van haar hoofd en zonder één enkele uitzondering verafschuwden ze allemaal de mode die decreteerde dat het haar van een vrouw kort moest worden afgeknipt. Maar evenals alle andere vrouwen in de Westerse wereld droeg Maggy de kleren die de mode voorschreef: een nauwelijks merkbaar middel dat alleen om de heupen enigszins was aangezet en platte borsten. De grillige schilderes Marie Laurencin protesteerde dat een vrouw geen stok was, maar Chanel, Patou en Molyneux vonden dat ze er toch zoveel mogelijk op moest lijken en voor zover haar beperkte middelen dat toelieten probeerde Maggy de mode te volgen.
'Je hoeft je niet zo aan te stellen,' verzekerde ze Picasso terwijl ze even schalks keek naar de manier waarop hij haar lichaam op zijn schilderijen had vervormd. 'Het is niet alleen jouw idee, chouchou, want wij vrouwen kunnen de anatomie opnieuw uitvinden. Heb je mijn nieuwe jurk gezien? En denk eraan, ze zijn alleen van ons, die borsten en dijen en al die andere stukjes en beetjes die je zo kwistig overal rondspreidt. Verboden aan te raken ...'
Ze had een appelgroene zijden ochtendjas voor haar werk gekocht en tijdens haar rusturen sloeg ze die vaak om zich heen en liep in de studio van de schilder rond waarbij ze het onafgemaakte doek als een reiger besloop.
'Zo zie jij me dus, hè? Nou, ik heb geen lange spiegel in mijn kamer, maar ik hoef alleen maar naar beneden te kijken om te zien dat mijn beide tepels dezelfde kleur hebben. Zie je niet dat je de rechter er als een framboos laat uitzien en de ander als een halfrotte aardbei? En mijn ogen hebben toch niet zoveel verschillende vormen? Ik heb gehoord dat de Eskimo's vijfentwintig verschillende woorden voor sneeuw hebben; behoor jij soms tot de Eskimoschool? Maar misschien heb je toch wel enig talent. Wie weet? Ik ben in elk geval geen expert.'
Maggy liet al haar sarcasme, edelmoedigheid en niet te weerhouden onbeschaamdheid los op haar cliënten,'mes popottes' zoals ze hen noemde. Voor Paula koesterde ze een grote liefde die niet door grilligheid werd bedorven en die door de oudere vrouw zeer werd gewaardeerd. Ze beschouwde Maggy's triomfen alsof het de hare waren, maar van tijd tot tijd als de vrouwen samen vroeg in de keuken van La Pomme d'Or aten, merkte Paula weer eens dat het meisje nog steeds geen man had gevonden. Dat was onmogelijk met die monsterachtige eetlust van haar, de eetlust van iemand die nog nooit liefdesverdriet heeft gehad. Tijd genoeg, dacht ze dan goedkeurend.
Terwijl Maggy Montparnasse veroverde, zag Julien Mistral zich met een financiële crisis geconfronteerd. Jarenlang had hij zorgvuldig zijn bescheiden vaderlijke erfdeel uitgemeten dat hij na de dood van zijn moeder, bijna drie jaar geleden had gekregen. Nu constateerde hij met een schok dat het bijna op was. Maar een artiest die zijn verf en doeken zo kwistig gebruikte als hij kon onmogelijk daarop bezuinigen.