Een stapel koffers, van die harde met metalen hoeken, lag in een onverschillige hoop midden op de vloer van haar kamer.
'Ik heb mijn bagage ergens in het huis neergezet,' citeerde ze hardop. 'Ik heb ze ergens neergezet... ergens... neergezet...! Ziet het er hier uit alsof het een logeerkamer is, kluns? Geef eens antwoord!' Ze keek woest de kamer rond. Als ze thuis was, ruimde ze meestal alles keurig achter zich op, zoals haar als kind was geleerd. Vanavond was ze bijzonder zorgvuldig geweest, omdat altijd de mogelijkheid bestond dat een paar gasten na het feest mee naar huis zouden komen om nog een borrel te drinken en de bijzondere haciënda van naderbij te bekijken. Nadat ze zich voor de avond had aangekleed, had ze al haar toiletspullen in de bovenste la van haar bureau gestopt en ook de badkamer was onpersoonlijk netjes.
'Ja, Jazz, het ziet er hier inderdaad uit als een logeerkamer; een heel aardige logeerkamer in de ogen van zo'n suffe, onnadenkende stomme man als mijn neef Casey,' mompelde ze terwijl ze over haar scheenbeen wreef. Gelukkig hadden de lagen geplooide stof ervoor gezorgd dat ze alleen maar een blauwe plek had opgelopen, maar het deed wel behoorlijk pijn.
Jazz slaagde erin zich van de bedorven Grès-japon te ontdoen en rolde hem omzichtig in een handdoek. Ze trok de kammen uit haar haar, pakte een borstel en haalde die stevig door het Spaans aandoende kapsel terwijl ze voor de kastdeur stond en overwoog wat ze nu moest aantrekken. Op elke andere avond zouden een spijkerbroek en een T-shirt goed zijn geweest, maar niet voor de Fiesta. Ze trok een gouden panty aan in plaats van de beige en pakte snel een hanger waar aan dunne schouderbandjes een kort, vormloos stuk goud lamé hing. Ze liet dit over haar hoofd glijden en onmiddellijk voelde Jazz zich herboren, al haar mooie vrouwelijke vormen waren weer te zien. Ze had prachtige Hollywood-benen, het soort benen waar mannen van dromen.
Het stukje stof was Calvin Kleins nieuwste mini-dress, zo kort als een japon maar kan zijn, en een kledingstuk - Amerikaans ontwerp - dat ontzettend moeilijk te dragen was. Elk seizoen werd het weer uitgebracht en steeds in een andere stof, maar de stijl was onveranderd. Het was een japon die elke vrouw die geen volmaakt lichaam had, voor gek zette. Een japon die een uitdaging vormde voor elke vrouw, vooral voor hen die zo'n japon nooit zouden moeten dragen.
Jazz was geboren voor die japon, en nadat ze hem op een model had gefotografeerd voor een advertentie, had ze de ontwerper in New York opgebeld en hem overgehaald haar er al een te sturen, maanden voordat de japon overal in Amerika te koop was. Ze deed een greep in een pot die ze in de 'Zeepfabriek' in Melrose had gekocht en gooide een handvol goudpoeder over haar haar dat nu als een wolk herfstzonneschijn over haar rug golfde. 'Doe nu maar alles,' mompelde ze tegen zichzelf en kreeg er plezier in. Ze verwisselde haar witte sandalen voor een paar gouden en deed lange, rinkelende, opvallende, gele oorbellen van namaakdiamanten in haar oren.
Jazz liet haar kamer in een toestand van grote wanorde achter, liep terug naar de jeep en was een paar minuten later weer op het feest. Ze keek eens even rond voordat ze zich tussen de mensen mengde. Haar aandacht werd onmiddellijk getrokken door het achterhoofd van een vrouw, een vrouw die haar rode haar zo kort had afgeknipt, dat ze er bijna als een jongen uitzag; een vrouw die ze nog niet eerder had gezien. Toch was er iets in de houding van dat hoofd dat haar bekend voorkwam; die lange hals, die mooi gevormde schouders.
Maar Jazz wist ook vrijwel zeker dat wie die vrouw ook was, ze niets te maken had met vroegere fiesta's. Ze kwam uit een andere wereld dan die van de ranch. Terwijl ze nieuwsgierig en wel doorliep, merkte ze dat haar vader ongewoon geanimeerd sprak met de vrouw van wie ze het gezicht nog niet had gezien.
Mike Kilkullen keek op en zag zijn dochter aankomen. Jazz wuifde, hij wuifde terug en wenkte haar. Zijn gelaatsuitdrukking veranderde plotseling dusdanig, dat Jazz er niets van begreep; het was een blik die een zekere geamuseerdheid en welwillendheid inhield, maar bovendien nog iets. Wat was het: verwachting, verwarring of verlegenheid? De vrouw draaide zich om.
'Red!' riep Jazz uit en holde op haar toe, sloeg enthousiast haar armen om haar heen en knuffelde haar stevig. 'Red, lieve Red, ik zou je meteen hebben herkend als je je haar niet had afgeknipt; wat doe jij hier in 's hemelsnaam op dit feest?'
'Mike heeft me uitgenodigd,' antwoordde Red nadat ze de omhelzing van Jazz had beantwoord.
Even waren de twee vrouwen stil en namen elkaar op; ze zochten naar tekenen van verandering zoals vrouwen doen die elkaar in zes jaar niet meer hebben gezien. Jazz was drieëntwintig geweest toen ze voor het laatst hadden samengewerkt, nog aan het prille begin van haar zakelijke klim. Red Appleton was begin 1970 een van de meest vooraanstaande modellen geweest en in de jaren tachtig een topmoderedactrice. Op het hoogtepunt van haar tijdschriftencarrière had ze op het punt gestaan zich terug te trekken en zich aan haar huwelijk te wijden.