'Ik ook niet, totdat Casey me hier opspoorde en me een paar weken geleden schreef.'
'Heeft hij je geschreven?' vroeg Jazz aan haar vader. 'Zo maar? Waarom?'
'Ik had je vanavond niet verwacht, Casey,' zei Mike Kilkullen en nam geen notitie van de vragen van Jazz. 'Volgende week pas. Maar ik vind het fijn dat je het nog hebt klaargespeeld bij de Fiesta aanwezig te zijn.'
'Ik was met mijn zaakjes in Chicago eerder klaar dan ik dacht en toen heb ik het eerste vliegtuig hierheen gepakt. Ik heb niet eens de moeite genomen me te verkleden, heb mijn bagage ergens in het huis neergezet en ben hierheen gehold.'
'Haal toch nog een bord chili. Dan zorg ik wel voor die sjaal.'
'Echt? Goed dan, ik vind het lullig het te moeten bekennen, maar ik heb nog steeds honger.' Hij liep weg en liet Jazz bij haar vader staan.
'Pap,' zei ze zo rustig mogelijk, 'je zei dat die Casey Nelson je heeft opgespoord en geschreven. Wat wilde hij eigenlijk?'
'Werk,' antwoordde haar vader.
'Die knaap is dus werkloos en heeft een baan nodig, hè? Waarom dacht hij dat jij hem kon helpen, vraag ik me af?'
'Hij wil hier werken, op de ranch.'
'Tja, ja,' giechelde Jazz. 'Ik zie hem al het tuig oppoetsen in een spiksplinternieuwe, al bijna kaal gesleten, super-macho cowboyuitrusting.'
'Vergis je niet, schat. Hij is geen amateur.'
'Wat weet je eigenlijk van hem af?'
'Nadat hij me had geschreven, heb ik ervoor gezorgd het een en ander over hem te weten te komen. Mijn grootvader had een jongere zus, Lillian, die toentertijd is getrouwd met een jongen die Jack Nelson heette en die omstreeks 1880 uit Ierland hierheen was gekomen. Mijn grootvader heeft me eens verteld dat die Nelson niet van Californië hield en daarom zijn hij en Lillian naar New York verhuisd; daar is hij in de sleepvaart gegaan. Hij had een heel stel kinderen. Grootvader heeft nóg een tijd contact met hem gehad, maar na de dood van zijn zus, zo'n zestig jaar geleden, is hij opgehouden met schrijven. Hij heeft het heel vroeger een paar keer met mij over haar gehad, maar ik was totaal vergeten dat wij familie in het oosten hadden. De overgrootmoeder van Casey moet mijn oudtante Lillian zijn geweest.'
'En is hij daardoor dan een neef?'
'Voor zover ik kan nagaan. In elk geval familie, ergens.'
'Zitten ze nog steeds in de sleepvaart?'
'Casey's vader heeft het heel aardig gedaan in de sleepvaart.'
Jazz gaapte hem bijna aan. Haar vader gebruikte de uitdrukking 'het aardig doen' voor buren als de Segerstroms van wie hij zei: 'Ze hebben het aardig gedaan in de kleinhandel,' en dat toen de South Coast Plaza, het grootste en meest luxueuze winkelcentrum in Amerika, bijna een miljard dollar per jaar omzette op de plek waar vroeger hun limabonenvelden hadden gelegen. Voor zover het Mike Kilkullen betrof, was de eerste John D. Rockefeller een man die het heel aardig had gedaan in de olie.
'Waarom zoekt hij dan een baan op een ranch? Waarom gaat hij niet met dat sleepvaartbedrijf door?'
'Hij heeft schijnbaar altijd al cowboy willen worden, of veeboer eigenlijk. Al vanaf zijn vroegste jeugd. Wie weet komt dat misschien wel door het beetje Kilkullen-bloed dat hij heeft? Hij is al jaren bezig op verschillende ranches ervaring op te doen; in Wyoming, Nevada en zelfs in Australië; hij is assistent-veebaas van de Stanton-ranch in Texas geweest - en is afgestudeerd aan een landbouwschool in Texas. Hij is van plan in Nevada een groot gebied te kopen, maar eerst wil hij een jaar goed trainen - daarom schreef hij aan mij.'
'Nevada ? Lieve God, land kost daar kapitalen. En als je daar veel op wilt zetten ben je nog eens een kapitaal kwijt.'
'Casey heeft het aardig gedaan - ik moet zelfs zeggen dat Casey het bijzonder aardig heeft gedaan - in zaken. Na de middelbare school is hij op de Harvard Business School geweest. Het schijnt dat hij een goede neus voor investeringen heeft, maar zijn hart gaat uit naar een ranch.'
Jazz verwerkte deze gegevens. Als haar vader zei dat iets waar was, dan was dat ook zo.
'Wat ben je met hem van plan?' vroeg ze verbaasd.
'Veebaas,' zei haar vader kortaf.
'Toe nou, pap,' lachte Jazz. 'Wat ben je werkelijk van plan?'
'Dat zeg ik je toch. Veebaas.'
'Dat méént u niet!'
'En waarom niet?'
'Omdat dat jouw baan is! Jij bent hier al veertig jaar veebaas! Dit is krankzinnig. Absurd, onmogelijk! Je kent die vent niet eens. Veebaas. Je lijkt wel gek!'
'Praat niet op die toon tegen me, Juanita Isabella, en probeer mij niet te vertellen hoe ik deze ranch moet beheren.' Zijn stem klonk rustig, maar de toon verraadde dat hij erg boos was.
Ze keek haar vader stomverbaasd maar toch ook erg verontwaardigd aan, want haar hele wezen verzette zich er absoluut tegen iemand anders dan haar vader als veebaas op de ranch te zien. Ze probeerde de goede woorden te vinden, maar de blik op haar vaders gezicht waarschuwde haar niet door te gaan met haar protesten. Na enkele seconden stilte sprak hij verder en zijn woede was verdwenen.