Billy Malvern was een vangst geweest voor de slimme, dominerende Valerie Kilkullen, ondanks zijn gebrek aan achtergrond. Ze was nooit echt knap geweest, of lief, behalve als ze glimlachte, maar de zorgeloze, stuurloze Billy was - in tegenstelling tot andere jongemannen - onder de indruk gekomen van haar air van gezag en de manier waarop ze eruitzag - alsof ze precies wist wie ze was. Slechts drie maanden na hun eerste kennismaking waren ze getrouwd en Valerie die nooit had durven hopen op een knappe man, laat staan een met geld, schonk geen aandacht aan het feit dat hij in wezen absoluut onintelligent was; dit ontdekte ze pas toen de wittebroodsweken allang voorbij waren.
Valerie was zo verliefd geweest als zij met haar aard kon zijn, en tijdens de jaren dat Billy's rijkdom meer dan genoeg was geweest om alles te kunnen kopen wat zij wensten, waren zijn fouten onbelangrijk geweest. Maar nu, in het New York van 1990, was er weinig plaats voor een man die niet uitgeslapen of agressief was.
Ondanks al zijn hartelijkheid had Billy er absoluut geen gevoel voor wanneer hij precies een slag op de Beurs kon slaan, en hij was er zelfs in geslaagd geld van zichzelf te verliezen in jaren dat andere mannen rijk werden.
Hij had nog een paar cliënten over, oude vrienden die even conservatief waren als hij, maar zijn commissieverdiensten waren te verwaarlozen. Een voor een had hij obligaties verkocht, en nu was het niet-verdiende deel van het inkomen van de Malverns niet meer dan tweehonderdduizend dollar per jaar. Door de inflatie was dat in Valerie's kringen in Manhattan slechts een gering bedrag. In die kringen waren de afgelopen tien jaar mensen opgenomen die onmetelijk rijk waren, een rijkdom die niet meer voorgekomen was sinds de hoogtijdagen van de roofridders.
Het was ongelooflijk, maar Billy en zij waren nouveaux pauvres geworden, bedacht Valerie met schrik. In de jaren zestig was hun grote flat op Fifth Avenue afbetaald en hun huis in Southport, Connecticut, in het begin van de jaren zeventig, maar een vakantiehuis in een skioord of de Hamptons kopen was absoluut onmogelijk voor hen. De Malverns werden overal uitgenodigd, dat wel, maar dat was toch niet hetzelfde als daar een eigen huis te hebben. Valerie had al haar kundigheid en flair aangewend om hun niet meer zo modieuze halfhouten huis in Southport opnieuw in te richten zodat het af en toe werd gefotografeerd voor een reportage in verschillende tijdschriften. Bovendien gaven ze twee keer per jaar een groot feest waar veel publiciteit aan werd geschonken; een in Southport en een in New York. Zonder dit alles zou niemand weten dat ze twee huizen hadden en twee huizen was een teken van welgesteldheid.
Billy Malvern Jr. was dol op zijn positie in de snel veranderende kosmos die New York was en beschouwde zichzelf nog steeds als de aantrekkelijke jongeman die hij in de jaren zestig was geweest. Maar alleen door het geld dat Valerie verdiende konden ze nu in New York blijven wonen.
Ze had in New York een studie binnenhuisarchitectuur gevolgd en was vervolgens in de leer geweest bij een oudere architect voordat ze haar eigen kleine zaak opende. En ook al had Valerie dan geen talent om nieuwe dingen te scheppen, toch was ze wel in staat om een zakelijke en controlerende functie uit te oefenen voor vrouwen die graag het etiket 'society-binnenhuisarchitecte uit een oude familie' aan hun raadgeefster gaven.
Als provisie berekende Valerie haar cliënten een derde deel van de prijs van wat ze uitgaven, plus architectkosten. Ze voerde per jaar zoveel opdrachten uit als ze aankon met één assistente en een secretaresseboekhoudster. Zolang niemand maar kon bevroeden dat de Malverns geldgebrek hadden, zouden dat soort opdrachten wel bij haar blijven binnenkomen.
Terwijl de limousine noordwaarts voortreed, bepeinsde Valerie dat zij, Billy en hun kinderen natuurlijk naar Philadelphia zouden kunnen verhuizen waar de familie van haar moeder woonde; daar zou ze niet langer hoeven te vechten om 'stand' op te houden en dan zou ze niets meer met de binnenhuisarchitectuur te maken hoeven te hebben. Daar zouden ze gemakkelijk kunnen leven van hun inkomen en toch hun plaats tussen de oude families in de stad kunnen handhaven. Daar golden de normen van New York niet en Valerie had overal in de stad familie en ze kende er vrijwel iedereen; daar zou iedereen denken - en juist denken - dat zij zoveel geld hadden als ze nodig hadden.
Maar Billy was de eerste in zijn familie die een plaats in de society had bereikt. Hij had niet de houding van iemand waar geld allang in de familie was, hij was geen geboren en getogen aristocraat; een aristocraat zou een diepe minachting hebben voor de strijd om een positie in het New York van 1990. Maar Billy Malvern was dol op zijn plekje in de society en weigerde beslist naar Philadelphia te verhuizen. Die stad beschouwde hij als stijf, armetierig en belachelijk provinciaal.
Er kon ook geen sprake van een echtscheiding zijn. Het huwelijk met een presentabele man, hoe dom en opgeblazen hij ook was, was veel beter dan alleen wonen, wist Valerie; dan zou ze als de zoveelste gescheiden vrouw haar eigen kost moeten verdienen, en ook als zodanig worden behandeld. En dan zou Billy ongetwijfeld onmiddellijk worden gestrikt door de een of andere miljardaire uit Fort Worth; dat overkwam alle beschikbare mannen die zo aantrekkelijk om te zien waren als hij.