'Ik vergeef je, Susie,' zei Jazz, stond bruusk op en gaf de kokkin een kus boven op haar kruin. 'Je probeerde alleen maar slecht nieuws voor me te verbergen. Ik dacht dat je weer bezig was met zo'n intrige van je.'
'Een beetje van allebei,' zei Susie hartelijk tegen de jonge vrouw van wie ze hield alsof het haar eigen dochter was, als ze er ook een had gekregen in plaats van drie zoons.
'Ik ga op zoek naar mijn vader.'
Jazz ging eerst naar haar kamer om een spijkerbroek aan te trekken zodat ze te paard naar de brede, ondiepe kom kon rijden waar de Fiesta zou worden gehouden. Die kom lag hoog op het plateau achter de haciënda, en haar Thunderbird was haar te lief om op de ongeplaveide weg daar te gebruiken, de weg die naar het terrein van de Fiesta leidde.
In de stallen zocht Jazz naar Limonada, haar lievelingspaard, een rode ruin die haar vader voor haar bewaarde, zelfs nu ze al twaalf jaar niet meer op de ranch woonde. Hij beweerde dat Limonada hem aan Jazz herinnerde, want haar glanzende huid had een mengeling van ondefinieerbare kleuren, van donkere honing tot bosbessenjam. Snel zadelde Jazz de tengere, intelligente merrie die ongeduldig stampte, danste en met haar voorbenen over de grond krabde. In volle galop bereikte ze binnen enkele minuten de rand van de kom. Jazz hield haar paard in achter een esdoorn boven aan de rand van de kom en keek om de boom heen naar het tafereel voor haar, terwijl ze haar vader zocht.
Tientallen mensen van het cateringbedrijf waren druk bezig; sommigen timmerden een houten tribune, anderen zetten tenten op die van blauw en wit canvas waren gemaakt, weer anderen waren druk bezig tientallen ronde tafeltjes en honderden vouwstoeltjes onder de tenten neer te zetten, zodat ze klaarstonden als de volgende dag de blauw-witte tafelkleden zouden worden uitgespreid.
Jazz herkende een paar werknemers van de ranch tussen al die mensen. Ze kende hen bij naam zoals een kind zijn ooms kent. José had haar geleerd hoe ze een kalf met een reata moest vangen, Luis en Pedro en Juan hadden haar een ratjetoe Spaans geleerd tijdens de uren dat ze vrij hadden om te gaan vissen en haar hadden meegenomen. Twee keer had ze mee gemogen om te zoeken naar een poema, het doel van de scherpschutters Tiano en Ysidor. Het waren allemaal vaquero's, cowboys die het hele jaar op de ranch werkten, net zoals vroeger hun vaders en grootvaders.
Toch leek het net alsof er nog niets klaar was, dacht Jazz, terwijl ze naar het tafereel keek. De dansvloer niet of het terrein waar een wedstrijd hoefijzergooien zou worden gehouden, evenmin als de barbecueputten of het stuk veld voor het schieten op kleiduiven. Zelfs de ruimte voor de grote optocht en de wedstrijden in lassowerpen waren nog niet gereed. De kom zag eruit alsof er nog van alles in kon gebeuren, een picknick, een rodeo of paardenrennen. Maar Jazz wist dat zondagavond alles voor de Fiesta even goed als altijd zou zijn georganiseerd en de gasten - van wie velen uit andere staten en soms zelfs uit vreemde landen kwamen voor deze gelegenheid - zouden zich nooit kunnen voorstellen hoeveel voorbereiding het had gekost om dit enige overblijfsel van gastvrijheid op een schaal zoals die vroeger gebruikelijk was geweest, in stand te houden.
Ze zocht nog even naar haar vader, maar toen ze hem eenmaal had gevonden, bleef ze waar ze was en sloeg hem gade. Mike Kilkullen was een zware man, breder en veel langer dan alle mannen om hem heen. Het was zó duidelijk dat hij hier de leiding had, dat alleen het feit dat hij zich achter de tribune had bevonden haar had belet hem onmiddellijk te ontdekken.
Hij was een leider, dacht ze, een geboren en getogen leider. Zou een fotograaf, zelfs Karsh uit Ottawa die al Churchills vechtlustige vastberadenheid had doen verdwijnen door de sigaar uit de vingers van de premier weg te nemen, er in een studio in zijn geslaagd het wezen van haar vader juist te treffen ? Mike Kilkullen was op en top een buitenman. Hij was op dit land geboren, zoals hij ook was geboren om leiding te geven. Op dit ogenblik was hij bezig een groep mannen instructies te geven die lange tafels voor het koude buffet moesten opzetten. Maar vanaf een afstand zouden zijn snelle, besliste gebaren die van een generaal kunnen zijn geweest die zijn troepen aan de vooravond van de slag opstelde.
Zijn haar, dat zó dik was dat hij zelden zijn hoofd tegen de zon bedekte, en dat in een omgeving waar de meeste andere mannen zich nooit blootshoofds buiten vertoonden, was helemaal wit en heel kort geknipt, maar zijn borstelige wenkbrauwen waren even zwart als vroeger gebleven. Vanuit de verte kon Jazz de ogen eronder niet zien, maar ze waren zó blauw, dat mensen die hem voor het eerst ontmoetten, er bijna bang voor werden. Onderzijn arendsneus vormden zijn lippen een vastberaden streep, tenzij hij glimlachte; maar hij glimlachte minder dan andere mannen. Vreemden vonden hem bijna even intimiderend als indrukwekkend. Slechts de weinigen die meer dan gewone opmerkingsgaven hadden, bespeurden de verborgen triestheid en goedheid van Mike Kilkullen.