'Dat is redelijk goed afgelopen,' zei Jazz toen ze weer in Pete's studio waren en de mannen haar verrukt complimentjes gaven.
'Verrek, Jazz! Je maakt me bang. Jij kunt er wat van. Al onze problemen opgelost en het eten is nog warm!'
'Och, Pete, ik heb de laatste tijd met allerlei griezels te maken gehad - daar steek je iets van op. Zeg, ik ben Gabe helemaal vergeten. Wat doen we met zijn ruimte?'
'Maak je niet bezorgd, hij is voor een hele tijd weg. Naar Rusland voor een grote opdracht; hij komt pas over een paar maanden terug. Waar ging hij ook weer heen, Mei?'
'Weet ik veel! Hij had zijn zakken volgepropt met allerlei zooi en mompelde iets over de gevolgen van een groot-kapitalistisch waagstuk van de regering van de Oekraïne. Hij wilde tot het bittere eind blijven, ook al duurde dat tot de zomer. Ik heb niet naar alle details geluisterd. Wacht, ik herinner het me weer - hij ging naar Kiev.'
'Soms met... met Miles Forman?' vroeg Jazz en onderdrukte een opkomende lach als ze dacht aan Sam en Gabe, die de beschikbare vrouwelijke filmsterren en de vrouwelijke bevolking van Kiev tijdens de lange Russische winter samen zouden delen.
'Dat was het! Dat zei hij... hoe komt het dat jij dat weet?'
'Ik wist het niet honderd procent zeker.'
'Jazz, houd op met dat gegiechel - wil je in die nasi goreng stikken?'
'En hoe ging het met je bezoek aan de grote stad?' vroeg Casey haar de volgende dag toen Jazz na de lunch kwam binnenwandelen.
'Heel verhelderend. Ik vond Steve Johnson wel aardig.'
'Dat dacht mijn vader al. Had hij goed, slecht of neutraal nieuws voor je?'
'Van alles wat. Ik kan grote bedragen weggeven aan allerlei liefdadige doelen, of ik kan de eerstvolgende twintig jaar procederen en die bedragen weggeven aan leden van het Amerikaanse juristengilde. Ik denk er nog over na.'
'Ik krijg de indruk dat je er liever nog niet over wilt praten.'
'Ik wou dat ze allemaal ophoepelden en me met rust lieten.'
'Ga je mee een eind rijden?'
'Mag jij al paardrijden?' vroeg Jazz argwanend.
'Ik ben vanochtend bij de dokter geweest en hij zei dat ik vrijwel genezen was.'
'Hoe wist hij dat?'
'Houd toch op, slimmerd, en doe die stadskleren uit. Ik wil wat gaan rijden zolang het nog licht is.'
Toen Jazz en Casey de rand van de natuurlijke kom op de hooggelegen weide bereikten waar de Fiesta elk jaar werd gehouden, liet Casey zijn paard stapvoets gaan en bleef eindelijk staan om rond te kijken.
'Weetje nog wel?' vroeg hij aan Jazz.
'De Fiesta? Natuurlijk.'
'Niet alleen de Fiesta. Dit plekje, precies hier.'
'Wat is daarmee?'
'Hier hebben we elkaar leren kennen. Hier heb ik opzettelijk en met kwaadaardige bedoelingen een bord met vette chili over jou heen gegooid, en hier noemde je me voor het eerst een "lomperd", wat ik toch in zeker opzicht nog prefereer boven "stomme rotzak"!'
'Hé, word niet opeens zo sentimenteel!'
'Dat word ik wel, als ik dat wil,' zei Casey koppig. 'Ik zal die avond nooit vergeten.'
'Nee,' zei Jazz en was opeens ernstig, 'ik ook niet... ik wist niet dat het de laatste Fiesta zou zijn... ik ben zo blij dat ik niet in de toekomst kan kijken.'
'Ik wou dat ik het had kunnen doen,' zei Casey plotseling heel fel en zijn stem verraadde een heftige en onderdrukte emotie. Hij zette zijn paard aan tot een langzame draf en klom aan de andere kant van de kom langzaam omhoog naar de rand. Langzaam volgde ze hem, want ondanks Casey's verzekering dat de dokter had goedgevonden dat hij paardreed, was ze bezorgd dat Casey nog niet fit zou zijn. Maar hij zat recht te paard. Toch vond Jazz dat hij de eerste dag niet te lang moest rijden zonder te rusten.
'Ga mee,' riep Jazz toen ze hem had ingehaald en leidde hem over een brede hoogvlakte naar de rand van een tamelijk steile helling. Ze wist dat daar een pad geleidelijk naar beneden voerde en de paarden konden er onmogelijk op uitglijden. 'Hier omlaag,' zei ze en wees hem het pad dat niet zo gemakkelijk was te vinden. Ze liet haar paard voorgaan de diepe kloof tussen de weiden in waar een groepje hoge eiken en esdoorns groeiden die een grijsgroene hier en daar door de zon doorbroken parasol boven hen vormden.
'Laten we even rusten,' stelde Jazz voor en sprong op de grond waar al duizenden jaren neervallende en ronddwarrelende esdoornbladeren voor een zachte oppervlakte hadden gezorgd. Casey volgde haar voorbeeld en beiden gingen met hun rug tegen een boom zitten.
'Nu wil ik eens precies horen wat je met die laatste opmerking bedoelde,' zei Jazz en wendde zich tot hem. 'Waarom had je in de toekomst willen kunnen kijken? Wat heeft dat voor zin? Is het niet beter niet alles van tevoren te weten?'
Casey keek haar zwijgend aan, alsof hij tegen zijn zin probeerde haar beeld in zijn geheugen te prenten. De zonnestralen vielen op haar hoofd, hier en daar door schaduwen van takken gebroken, en hij kon alle haren en hun verschillende tinten goud onderscheiden; je kon haar haardos niet één benaming geven. Hij volgde de lijn van haar opgetrokken wenkbrauwen, haar brutaal opgeheven neus, de tere lijn van haar bovenlip die zo contrasteerde met haar volle onderlip. Hij wist dat een huid niet goud kon worden genoemd, maar toch was die van haar het wel, en haar ogen waren ook van goud, dacht hij. Ze leek een volmaakt gouden afgodsbeeldje uit een primitief verleden dat op aarde was neergezet om hem te kwellen, om hem te straffen voor misdaden die hij zelfs in gedachten nooit zou willen begaan, om hem gek te maken. Hij, die altijd zo verstandig was geweest - en daar trots op was. Het lot had haar voorbestemd hem een paar bittere lessen te leren, hem van zijn verwaandheid te genezen, het geluk van de Ieren te doen keren. Om hem te laten weten dat hij het hier niet voor het zeggen had, dat hij het vorige deel van zijn leven waarin hij nooit het geluk had gehad een zekere Juanita Isabella Kilkullen te leren kennen, nooit voldoende had gewaardeerd.