'Jazz? Hoe komt het dat ze jouw baas is?'
'Dat is ze niet,' wierp Phoebe tegen die zich door zijn woorden beledigd voelde. 'Maar het gaat erom wat we hebben afgesproken toen we als partners de studio hebben gekocht.'
'Dat verhuren begrijp ik nog wel. Maar de vertegenwoordiging?'
'Zij heeft de anderen ervan overtuigd dat ik niet genoeg tijd zou hebben om hen op de goede manier te vertegenwoordigen als ik jou erbij aannam. Wat is er werkelijk tussen jou en Jazz voorgevallen?'
'Als ik het wist, zou ik het je zeggen. Heus. Eigenlijk hoorde Jazz destijds bij een groep die om mij heen hing. Je weet alles van mij en mijn groupies af. Ik doe niets om ze aan te moedigen, maar ik kan er niets aan doen als zij iets van me willen maken wat ik niet ben.'
'Iedereen weet dat jij met je groupies naar bed ging, Gabe,' merkte Phoebe rustig op.
'Ik zei niet dat ik dat niet deed. Daar waren ze groupies voor. Maar, Phoebe, waarvoor heeft een mens eigenlijk vrienden? Vrienden zoals wij zijn? Heb je voor me gevochten?'
'Ik heb mijn uiterste best voor je gedaan. Maar het lukte niet. Het spijt me echt, Gabe. Het is misschien beter als je een van de grote fotoagentschappen probeert. Die willen je maar wat graag vertegenwoordigen.'
'Ik wil geen groot agentschap. Ik heb Gama gehad, ik ben bij Sygma geweest, ik heb deel uitgemaakt van de allerbesten en nu wil ik iets anders. Ik wil van die fijne, uitgezochte opdrachten waarmee je minstens een ton verdient en ik wil dat jij de beste voor me uitzoekt. Ik wil Smithsonian en ik wil National Geographic, ik wil Diversions en al die andere sjieke reis-en natuurtijdschriften die je bij je dokter uit de wachtkamer steelt. Tijdschriften die je naar een of andere luxe oord sturen en je dan in puur goud betalen. Misschien wil ik zelfs wel de Slim Aarons van de jaren negentig worden.'
'Jezus, Gabe, jij bent me er een.' Phoebe was stomverbaasd. Jarenlang had ze hem tekeer horen gaan tegen de verdorvenheid van dergelijke luxe opdrachten.
'Juist. Je hebt het door. Ik heb altijd al gezegd dat jij slim bent. Ik heb er genoeg van. Ik heb nu negentien jaar lang mijn leven in de waagschaal gesteld en nu lopen er overal televisieploegen rond voordat ik maar ergens in de buurt kan komen. Er is geen plaats meer voor mijn soort werk, Phoebe. Het televisiejournaal vertoont het al voordat ik mijn film bij mijn opdrachtgevers heb. Niemand wil meer gefotografeerde actualiteiten. Ik ben een dinosaurus, maar ik heb nog wel hersens genoeg om dat in te zien. Ga dus maar naar Jazz en vertel haar hoe de vork in de steel zit, en stuur me naar een stel parende panda's of ergens heen om de vreugden van de wereld onder water te verkennen, naar Wimbledon en "Een dag in het leven van een hertogin".'
'Dat kan ik niet doen, Gabe.'
'Is ze daar te goed voor?'
'Ja.'
'Nou ja, verdomme, dat moet ze ook zijn. Ik heb haar alles geleerd. Maak je niet bezorgd en eet je gehakt maar rustig op. Ik zal het wel uitpraten.'
'Hoe?'
'Jazz is een puzzel. Een vrouwelijke puzzel. Maar ik heb nog nooit een vrouwelijke puzzel meegemaakt die ik niet kon oplossen. Laat het dus maar aan mij over. Die biefstuk is niet gek, zeg. Hoe is jouw gehakt?'
'Net zoals mijn moeder het maakte.'
3
Jazz viel terug op haar gemiddelde snelheid nadat ze op de Pacific Coastal Highway een vrachtwagen had gepasseerd; ze reed naar het zuiden, op weg naar de Kilkullen Ranch en dacht na over de zo goed vervulde opdracht van Vanity Fair.
Op de tweede dag van de opnamen had ze Sam Butler op verschillende subtiele manieren toegestaan te domineren. Ze had haar dure, maar eenvoudige Ralph Lauren-kleding aangetrokken; een witflanellen plooirok die tot haar enkels kwam met een witte Victoriaanse blouse met hoge hals. Daarbij had ze als versiering haar grootmoeders camee opgespeld en haar haar in een lange vlecht op de rug gedragen. Ze had met zachte stem tegen hem gesproken en hem blozend en verlegen aangekeken; bijna had ze met haar voet over de grond gekrabd. Jazz dacht dat ze hem dit toch wel verschuldigd was, want - heel misschien - had ze hem een beetje uitgedaagd. Bij elke goede opname van een beroemdheid, afgezien van het geslacht, kwam altijd enige geestelijke verleiding te pas; dat zou geen enkele fotograaf, mannelijk of vrouwelijk, kunnen ontkennen, maar daar moest het bij blijven. Maar het stond als een paal boven water, dat geen enkele mannelijke fotograaf ooit maar de opnamen had kunnen benaderen die zij op de dag van de aardbeving had gemaakt.
Waarom zeiden de mensen altijd dat de camera niet loog ? Het was belachelijk gemakkelijk ervoor te zorgen dat de camera loog, om de zaak zó te manipuleren, dat het resultaat uiteindelijk zo werd als jij vond dat het moest zijn. Vrijwel elke foto van een beroemdheid was een knap samengestelde leugen die zich verborg achter een soort superrealiteit. Het was veel moeilijker de camera de naakte waarheid te laten vertellen, zoals zij met Butler had gedaan. Maar er zouden ongetwijfeld pietluttige, kleingeestige, preutse zeurpieten zijn die zouden beweren dat zij er nooit in had mogen toestemmen haar panty's uit te trekken; alsof het haar slipje was!