Home>>read Daniel, Zoon Van De Wind free online

Daniel, Zoon Van De Wind(30)

By:Henning Mankell


'Ik heb al gezelschap', zei ze. 'Een andere avond misschien? Mannen zijn altijd zo onberekenbaar. Die man binnen wil met me trouwen. Maar wat hij morgen wil weet niemand.'

'Ze heet Matilda', zei Bengler. 'Matilda Andersson. Vroeger gingen wc met elkaar om. Op een gegeven moment ben ik een verre reis gaan maken. Nu ben ik terug.'

De vrouw voor de spiegel ging door met haar hoed schikken. Bengler keek naar haar borsten onder de strak zittende blouse. Hij voelde hoe zijn opwinding toenam.

'Matilda is een veelvoorkomende naam. Net als de mijne, Carolina. Beschrijf haar.'

Bengler wist niet wat hij moest zeggen. Hij kon vertellen over haar naakte lichaam, de vorm van haar borsten en dijen. Maar hoe ze gekleed ging? Hij probeerde na te denken. Maar hij zag haar alleen maar zonder kleren voor zich.

'Dat kan ik niet', zei hij. 'Ze had blauwe ogen, bruin haar. Misschien had ze krullen van zichzelf, of ze krulde haar haar. Ze rook naar zuurtjes.'

De vrouw was klaar met haar hoed. Ze kwam dicht bij hem staan.



'Waar ruik ik naar?'

'Naar zoethout.'

'Vergeet haar. Morgen hou ik je gezelschap.'



Ze streek vlug met haar hand langs zijn gezicht. Hij kon het niet laten haar borst te pakken. Ze lachte, draaide weg en verdween vervolgens weer door het gordijn naar binnen. Bengler liep langs de receptie de straat op. Het was koeler na de aanhoudende regen.



Ergens hoorde hij een paard hinniken. Hij keek op naar de hoek- kamer waar Daniël nu waarschijnlijk lag te slapen. Hij hunkerde naar een vrouw. Hij dacht aan Benikkolua. Waarom had hij haar niet net als Daniël meegenomen ? De gedachte aan de vrouw voor de spiegel maakte hem ineens misselijk. In de kille herfstavond begon hij de stad waar hij zich bevond te haten. Als het niet voor het geld was geweest, was hij hier nooit teruggekeerd. Matilda was zelfs geen herinnering, alleen maar een luchtspiegeling, precies zoals hij in de woestijn had gezien. Wat geweest was bestond niet meer. Nu waren er alleen nog Daniël en de cognac, die ervoor zorgde dat hij het gevoel had alsof hij weer op een deinend scheepsdek stond.



Hij ging weer naar binnen, betaalde wat hij gedronken had en hoorde de vrouwen in het duister lachen toen hij door de gordijnen verdween. Ik ben op dit moment iemand, dacht hij, die allerlei dingen voor het laatst doet. In die rookkamer zal ik nooit terugkeren.

Toen hij in de hoekkamer kwam zat het linnenmeisje te dommelen in een stoel. Daniël sliep. Het meisje schrok op toen Bengler haar bij de schouder pakte. Weer voelde hij de begeerte oplaaien. Hoe oud kon ze zijn? Zestien, zeventien jaar, op zijn hoogst. Ze was erg bleek.



'Ik zal je betalen', zei hij. 'Is hij naar het raam gegaan?'

'Hij heeft op de rand van het bed met zijn vingers zitten spelen.'

'En verder?'

'Daarna speelde hij met zijn voeten.'

'En verder?'



'Daarna ging hij slapen. Hij heeft niet één keer naar me gekeken.'

'Hij kijkt mensen zelden aan', zei Bengler. 'Maar soms gebeurt het dat hij dwars door de mensen heen kijkt die op zijn pad komen.'

Bengler had een kroon gepakt. Dat was te veel. Zonder dat hij het eigenlijk wilde had hij een bankbiljet uit zijn zak te voorschijn gehaald.



'Er valt meer geld te verdienen', zei hij. 'Als je lief voor me bent.'



Ze begreep het en stond met een ruk op. Ze zou me moeten slaan, dacht Bengler. In plaats daarvan bloost ze.

'Ik moet gaan', zei ze. 'U hoeft hiervoor niet te betalen. Ik heb niets gedaan. Alleen maar gezeten.'



Bengler greep haar arm. Ze zette zich schrap.

'Ik zal voorzichtig zijn', zei hij.



Toen begon ze te huilen. Bengler werd door razende schaamte overmand. Wat sta ik hier in godsnaam te doen? dacht hij. Ik probeer dit meisje te kopen dat niet weet wat liefde is, dat niets anders kent dan dienen, buigen, ter wille zijn.



'Ik bedoelde het niet slecht', mompelde hij. 'Pak het geld.'



Maar het meisje verdween en hij bleef achter met de munt in zijn handen. De schaamte brandde. Hij liep naar het raam en keek neer op de straat. De studenten verdwenen met hun vrouwen. Hij keek naar de vrouw met de hoed en bedacht dat hij hier weg moest. Zijn oude leven bestond niet meer. Dat had hij achtergelaten in de woestijn. Nu had hij zijn insecten en Daniël.

Hij kleedde zich uit en ging in de stoel zitten waar het linnenmeisje eerder gezeten had. Zonder dat hij het wilde kwam de opwinding terug. Matilda was weg, net als Benikkolua. Wat overbleef was de vrouw met de samengeperste lippen. Daniël sliep. Hij ging aan het bureau zitten. Er brandde een petroleumlamp op een laag pitje. Hij draaide de lamp op en haaldeDaniels boekte voorschijn. Maar de woorden wilden niet komen. In plaats daarvan tekende hij iets waarvan hij eerst niet wist wat het voorstelde. Toen zag hij dat hij geprobeerd had de wagen en de ossen teschetsen, die keer dat het wiel was kapotgegaan en hij gedwongen werd degene te zijn die besluiten nam. Hij tekende slecht, het wiel werd ovaal, de wagen ingezakt, de ossen leken op koeien met een holle rug en de ossendrijvers waren dunne streepjes. Hij sloeg het boek dicht, draaide de lamp laag en kroop naast Daniël in bed. Morgen moeten we vertrekken, dacht hij. Het geld dat ik heb is voldoende om naar Hovmantorp en daarna naar Stockholm te gaan. Verder vooruit kan ik niet bedenken wat er gaat gebeuren.