Ik nam een grote slok van mijn koffie – dit was veel moeilijker dan het smeken om een orgasme en op de een of andere manier voelde het als een van de meest belangrijke conversaties van mijn leven, afgezien van wat er zou gebeuren. Ik praatte door terwijl ik hem schalks over mijn kopje heen aankeek om zijn reactie te zien.
‘Ja, je doet me pijn. Maar dat doe je met mijn toestemming. Ik smeek het je soms letterlijk. Mij pijn doen is geen slecht iets in deze context. Het feit dat jij jij bent – aardige, intelligente, beleefde, lieve James – geeft me zelfvertrouwen en zorgt ervoor dat ik me veilig genoeg voel om me aan je over te geven. Ik zou die macht over mij niet aan iedere willekeurige persoon geven. Ik geef hem aan jou. Eigenlijk heb ik nooit eerder iemand dat niveau van macht over mij gegeven dat ik jou heb gegeven, zelfs Thomas niet. En ik geef deze macht aan jou, juist ook vanwege je vanillekant. Als je altijd zo meedogenloos en hard zou zijn als je bent als je me uitdaagt, dan zou ik het spel helemaal niet met je willen spelen.
Begrijp me niet verkeerd, als je zo doet, die wenkbrauw naar me optrekt, als je me aan het jammeren maakt, de gedachte daaraan alleen al is opwindend genoeg om mijn adem te doen stokken. Maar ik houd van de paradox. Ik houd van beide kanten in jou. Ik houd van het feit dat ik je kan vertrouwen me pijn te doen, dat ik er plezier in heb dat jij de macht hebt om me aan het huilen te maken en dat je nog steeds inlevend en lief genoeg bent om me naderhand een knuffel te geven, dat je je ervan overtuigt dat het fysiek en mentaal gezien goed met me gaat, dat je een glas wijn of sap voor me gaat halen. Dat is iets moois. Deze twee kanten van jou zijn niet tegenovergesteld aan elkaar. Ze gaan prima samen en allebei laten ze aandacht en bewustzijn voor de behoeften van de ander zien. Iemand pijn doen die gepijnigd wil worden is niet alleen geen slecht ding, het is bijna een verlossende, vriendelijke daad.’
Hij zat helemaal stil. Ik legde mijn hand op zijn arm, probeerde het hem te laten snappen, bang dat mijn woorden niet genoeg zouden zijn, wat eigenlijk best ironisch was als je alles in ogenschouw nam.
‘Zoals ik al zei, ik hoop dat je dit al weet. En maak je geen zorgen, ik vertel je dit niet omdat ik probeer je zover te krijgen dat je een relatie met me aangaat.’ Ik realiseerde me opeens dat ik afstandelijk klonk en probeerde dat op te helderen. ‘Begrijp me niet verkeerd, ik zeg niet dat ik er niet in geïnteresseerd zou zijn een relatie met je aan te gaan of het niet op z’n minst te proberen – je ontmoet niet elke dag iemand zoals jij. Ik heb zo veel lol en geniet ervan om met je samen te zijn, zowel in bed als daarbuiten. Maar ik weet niet of jij je nu in de juiste gemoedstoestand bevindt voor een relatie, zelfs als je erin geïnteresseerd zou zijn om er met mij in het bijzonder een te beginnen – en daar ga ik niet zonder meer van uit. Maar ook als er verder niets anders tussen ons gebeurt afgezien van af en toe wat e-mails over en weer sturen of een ontmoeting voor een biertje, vind ik dat je dit wel moet weten.’
Ik zette mijn kopje neer. ‘Ja, je bent sadistisch. En misschien moet je voor jezelf proberen te snappen hoe dat zit, of het je gelukkig maakt om die persoon te zijn. Maar wat mij betreft, ik vind het fantastisch dat je zowel de man bent waar ik mee thuis kan komen als degene voor wie ze me thuis zouden waarschuwen. Alles in een complex en intrigerend pakketje. En ik ben gelukkig met mezelf – iemand die gepijnigd wil worden, die ernaar smacht, die ervan houdt uitgedaagd te worden en over haar grenzen getrokken te worden en soms terugduwt.’
We zaten een poosje zonder iets te zeggen. Toen duidelijk werd dat hij niet opnieuw zou gaan praten, besloot ik dat het tijd werd om het verkeer naar huis te trotseren. Ik pakte mijn handtas van de vloer en mijn jas van de stoelleuning. ‘Als je voor jezelf tot de conclusie komt dat je blij bent met wie je bent op dezelfde manier als ik er blij mee ben, laat het me dan even weten.’
En toen vertrok ik. Want opeens viel alles op z’n plaats, zelfs in de context van de warrige knoeiboel aan emoties van wat er dan ook met James en mij gebeurde. Als hij mijn zielsmaatje was, de persoon voor wie ik voorbestemd was, mijn Dom, mijn partner, dan zou dat het gevolg zijn van dit gesprek. En zo niet, dan was ik eerlijk geweest en wist ik nu wat ik zocht.
En ik wist dat dat de moeite van het wachten waard was.