Home>>read Dagboek van een submissive free online

Dagboek van een submissive(88)

By:Morgan


Ik sms’te hem toen ik thuiskwam, zoals altijd. Ik kreeg geen reactie, maar dacht gezien het late tijdstip dat hij al plat was gegaan omdat hij de volgende morgen weer vroeg op moest. Maar de volgende morgen hoorde ik ook niets; of beter gezegd, de hele dag hoorde ik niets. Dat was vreemd – James en ik hadden maandenlang meerdere keren per dag contact gehad en door deze stilte kon ik niet anders dan me afvragen of er misschien iets aan de hand was. Ik stuurde hem een tweede sms waarin ik vroeg of alles oké was. Niets. Toen probeerde ik het per e-mail – een link naar een nieuwsbericht waarvan ik dacht dat het hem zou interesseren – ik wilde niet plakkerig overkomen hoewel ik hem zowel op zijn privé- als werkadres mailde, maar ik wilde gewoon antwoord.

Niets.

De drie dagen die daarop volgden was ik min of meer buiten mezelf. Hij reageerde niet op mijn sms’jes noch op mijn net-niet-nonchalante-en-opgewekte voicemailbericht. Ik ging door met mijn dagelijkse beslommeringen, ging naar kantoor, dronk een verjaardagsborrel met een vriend, maar ondertussen zat James constant in mijn hoofd, zij het achterhoofd, maar toch. Zou het goed met hem gaan? Waarom had hij geen contact gezocht? Op de ochtend van de vierde dag hield ik het niet langer. Ik belde naar zijn werk. Aangezien ik mijn naam niet zei, dacht de receptioniste misschien dat ik een of andere stalker was, maar ze was erg behulpzaam: ja, hij was zeker op kantoor, ze had hem vanochtend gezien. Wilde ik een boodschap achterlaten of had ik zijn e-mailadres zodat ik hem kon mailen?

Ik vertelde haar op zeer beleefde toon dat ik zijn adres had en hing op.

Ik was woest. Ik was overstuur. Ik was in de war. Het was zó niet hem, maar ik kon niet bedenken wat op dat moment de beste manier was om ermee om te gaan – ik wist dat elke poging hem onder werktijd te spreken te krijgen tot mislukken gedoemd was, dus ik bracht het grootste gedeelte van de dag door met bedenken hoe ik mijn bezorgdheid het best kon uiten zonder dat hij me voor de een of andere maffe heks aanzag. Ik moest ook rekening houden met de D/s-dynamiek. Na de intensiteit van de tijd die we samen hadden doorgebracht, wilde ik niet oneerbiedig overkomen, maar ik was ook zeker niet van plan om het er – ondanks het feit dat ik me een levenloze treurwilg voelde – zomaar bij te laten zitten. Maar wat moest ik dan?

Aan het eind van de werkdag had ik nog steeds geen idee.

Ik besloot een nonchalante, niet-feeksachtige sms te sturen.





Hey hallo, je bent zo stil sinds

ons weekendje samen. Hopelijk

is alles oké, probeer je vanavond

te bellen.

Ik kreeg geen antwoord. In het diepst van mijn hart verwachtte ik er ook geen, hoewel ik verdomme nog steeds geen idee had wat er aan de hand was.

De standaardprocedure bij liefdesverdriet is dat als je liefje je eenmaal heeft laten zitten, je in een groot, diep dal op de bank belandt waar je je te goed doet aan een enorme zak chips met foute zwijmelmuziek op de achtergrond. Als jij je daardoor beter voelt, fantastisch. Maar bij mij werkt het niet zo. Om Billy Ocean vrij te interpreteren: when the going gets tough, the tough get baking.

Ik belde James die avond twee keer en twee keer kreeg ik zijn voicemail. Toen zette ik mijn computer aan en, met dank aan de geneugten van social media, zag ik dat hij die avond op diverse sites online was geweest waar hij overigens gewoon van zich had laten horen, waardoor het duidelijk was dat hij echt niet met mij wilde praten. Tegen de tijd dat ik een post van hem op een obscure muziekwebsite had gevonden, waarin hij om hulp vroeg voor zijn speakers – ‘Ik lig me hier met hartzeer en een bonzend hoofd af te vragen wat er in vredesnaam aan de hand is en jij bent de kabels in je woonkamer aan het verleggen?’ – wist ik dat het tijd was om hem te laten gaan en me met iets anders bezig te houden.

Ik ben geen kookwonder. Als je alleen woont, is alles wat geen kant-en-klaarmaaltijd is een hoop gedoe en tijdverspilling. Sowieso raak ik meestal halverwege het kookproces al uitgekeken op wat ik aan het maken ben. Nee, dan bakken, dat heeft het helemaal voor mij. Voor een deel, denk ik, omdat koekjes en cakes een troostende werking hebben, maar voor een ander deel omdat ik geniet van de ongecompliceerdheid ervan. Als je de ingrediënten correct weegt, als je de boter en suiker tot de juiste consistentie kneedt en als je het zo lang bakt als staat voorgeschreven, kun je iets heerlijks creëren – en het resultaat van je inspanningen geven aan de mensen om je heen als een stille verontschuldiging voor het feit dat je je constant op de rand van tranen bevindt en rondloopt met een blotebillengezicht.

Het was één uur ’s nachts toen ik besloot om gemberkoekjes te gaan bakken. Ik weet niet waarom gember me specifiek aansprak, maar dat moest het worden. Op dat moment had ik al het merendeel van een fles wijn opgedronken, dus autorijden was geen optie. Ik trok mijn jas aan en liep naar het benzinestation dat 24/7 geopend is, evenals de bijbehorende winkel, om er te kopen wat ik nodig had.