Het was adembenemend, angstaanjagend en niks hielp om de aan gruzelementen geslagen sporen van mijn evenwicht terug te winnen.
Mijn ademhaling was snel en met kleine snikken die ik zo goed mogelijk probeerde door te slikken. Ik beet op mijn lip en keek voorbij zijn oor in de verte. Ondertussen probeerde ik mezelf bij elkaar te rapen en de conflicterende sensaties en emoties die door me heen raasden te verwerken. Pijn. Angst. Opwinding.
James’ stem, zo dicht bij me dat zijn adem mijn gezicht kuste, liet me schrikken.
‘Begrijp je dat?’
Ik wilde knikken, maar realiseerde me dat zijn hand zo vast in mijn haar geklemd zat dat dat pijn zou doen. In plaats daarvan sprak ik met mijn uitgedroogde en trillende lippen moeizaam de woorden.
‘Ja, meneer.’
Hem ‘Meneer’ noemen was iets wat toen al veel makkelijker ging, zo makkelijk dat ik mezelf er af en toe op betrapte dat ik hem in mijn hoofd ook zo noemde. Hij had me hem een aantal keer ‘Meester’ laten noemen en dat was pijnlijk. Die avond had ik hem Maarschalk Watjemaarwil van Fabeltjesland genoemd als ik gedacht had dat het er dan makkelijker op zou worden. Maar dat was niet zo. Dit was een nieuw niveau van dominantie dat een nieuw niveau van submissie vereiste. En ondanks het feit dat mijn eigen sappen onder me een plasje vormden als bewijs van genot bij het aangaan van de verantwoordelijkheid voor mijn aandeel hierin, voelde ik me meer in het nauw gedrukt dan ooit. Dit had een grotere uitwerking op me dan de tongklem of de steeds intenser wordende avonden die we samen hadden doorgebracht sinds mijn thuiskomst na die trip, tussen de andere leuke dingen door die we samen deden zoals naar de bioscoop en de pub gaan en samen koken. Het was bevrijdend, angstaanjagend, uitdagend.
Zijn stem klonk vriendelijk. ‘Mooi. Nou, aangezien we tot nu toe niet hebben geteld, denk ik dat we ervan uitgaan dat ik je twintig keer op je donder heb gegeven. Klinkt dat redelijk?’
Ik stemde vlug in, gretig zelfs, terwijl ik geen idee had hoeveel keer hij me daadwerkelijk had geslagen, maar dit klonk als een passend hoog aantal. Ik zou nu niet meer zoveel hoeven te doorstaan, ik kon me niet voor de geest halen dat hij me ooit eerder zo uitgebreid had gestraft, dus...
‘Als we doortellen tot honderd, lijkt me dat rechtvaardig.’
Zijn woorden maakten me opnieuw aan het beven, harder dan ooit. Wat had hij in vredesnaam met dat ronde getal honderd?
Het was begonnen met wat ik dacht dat een relatief speelse spanking was. Hij liet me strippen en beval me op de stoel met de hoge rugleuning te gaan zitten, waar ik mijn benen op de koele zitting wijd uit elkaar moest doen, zodat hij elke enkel aan een stoelpoot vast kon binden en recht bij me naar binnen kon kijken – en zijn hand vrij spel had. Hij had een bepaalde twinkeling in zijn ogen toen hij de handboeien tevoorschijn haalde, mijn handen achter de stoel trok en ze vastbond. De alarmbellen gingen echter pas voluit rinkelen op het moment dat hij naar de keuken verdween en terugkwam met een houten pollepel en twee wasknijpers. Er was op dat moment al niet zoveel meer dat ik kon doen, anders dan nutteloos tegenstribbelen op de stoel.
Om te beginnen speelde hij met mijn borsten, waarbij hij zijn handen erover en eromheen bewoog. Zijn aanraking was kalmerend en gaf me een veilig gevoel. Hij kneep zachtjes in mijn tepels en keek hoe ze hard werden, terwijl mijn lichaam zijn aandacht koesterde. Toen zette hij zijn mond aan mijn tepel, likte eraan en zoog hem diep naar binnen totdat ik van genot mijn ogen sloot.
Ik had beter moeten weten. Vrijwel meteen toen ik ontspande onder zijn zachtaardige handelingen veranderde hij, nam mijn tepel te grazen met zijn tanden – ruiger nu, bijtend – totdat ik het uitschreeuwde. Mijn pijnkreten zorgden er echter niet voor dat hij ermee ophield. Tegen de tijd dat hij de knijpers op mijn borsten zette, waren ze allebei nat van zijn speeksel en ze zaten onder de rode plekken van het bijten en het venijnige zuigen. Mijn borsten waren bont en blauw en aangezien de knijpers ouderwets degelijke houten wasknijpers waren, deden ze pijn toen de veren terugsprongen en een heel nieuwe laag kwellende pijn veroorzaakten. Ik balde mijn vuisten in de handboeien, vouwde ze weer open, probeerde aan de pijn te wennen en bloosde bij het zien van zijn intense blik op mijn borsten, die op en neer hobbelden door de beweging van de diepe ademstoten die ik door mijn neus liet gaan terwijl ik weerstand probeerde te bieden aan de sensaties.
Ik was zo geconcentreerd bezig de trekkende, gloeiende pijn – die hard onderweg was het centrum van mijn wereld te worden – in mijn tepels het hoofd te bieden, dat ik de pollepel helemaal vergeten was totdat hij er een van mijn borsten mee sloeg. Hij had mijn borsten eerder geslagen met zijn handen, maar dit, helemaal na het bijten en zuigen, deed echt zeer. De verschillende lagen pijn rolden over elkaar heen, als stromingen die tegen elkaar in gaan, als golven die in mijn hoofd razen. Op dat moment bestond mijn hele wereld uit alleen dat geluid – en de pijn in mijn tepels.