Home>>read Dagboek van een submissive free online

Dagboek van een submissive(70)

By:Morgan


Na onze geweldige avond, leefde ik meer om te werken dan andersom. Een aantal collega’s was met vakantie terwijl de voorbereidingen voor de grote lancering van een nieuwe publicatie in volle gang waren. Daardoor had ik het soort werkuren dat zelfs het vooruitzicht van slapen onder je bureau aanlokkelijk maakt. Het betekende ook dat ik een beetje, hoe zal ik het zeggen, minder betrokken was. Ik sprak James elke dag via e-mail en vond hem nog net zo interessant als altijd, maar binnen een week of twee veranderden wij van ‘heet’ naar, nou ja, een beetje ‘lauw’. Ik klaagde een beetje over het werk of stuurde hem links naar iets wat op onze nieuwspagina was binnengekomen, maar het vunzige gedoe? Dat werd steeds minder waardoor ik op een gegeven moment dacht: shit, hij is blijkbaar niet op dezelfde manier in mij geïnteresseerd als ik in hem. Dus besloot ik te doen wat me juist leek in zo’n geval. Ik besteedde er geen aandacht aan, deed alsof alles prima was en liet het voor wat het was. Totdat ik, uhm, het niet meer hield en het tot een licht angstaanjagende uitbarsting kwam. Geweldig.

Het was donderdagmiddag. De donderdagmiddag voordat The Big Project™ werd gelanceerd. We zaten op het punt in het proces waar alle problemen onoverkomelijk leken, je weet alleen dat ze opgelost gaan worden omdat het moet en dat je gewoon doorgaat totdat je ogen uit je kop branden en je niet meer op een goede en pakkende artikelkop kan komen.

Ik zat te chatten, gedeeltelijk omdat ik met onze hoofdontwerper de uiteindelijke kleurkeuzes voor de koppen van de verschillende secties van het tijdschrift aan het bespreken was, maar in het scherm daarnaast met James, terwijl hij zat te worstelen met droge, financiële kost.

Het gesprek begon al wat onsamenhangend, maar vervolgens struikelde ik over een opmerking waaraan ik normaal gesproken wijselijk geen aandacht zou hebben besteed.

JAMES ZEGT: We zullen wel zien wat er gebeurt als we elkaar weer zien.

SOPHIE ZEGT: Inderdaad. Alleen, wanneer is dat? Volgens mij hebben we nog niets afgesproken... :P

Precies, een lekkere bijdehante opmerking verbergt de behoeftigheid die van elke lettergreep in die zin afdruipt. O jeetje. Ik moet het beter laten klinken.

SOPHIE ZEGT: Niet dat ik klaag.

SOPHIE ZEGT: Ik zeg het alleen.

SOPHIE ZEGT: En als je niet meer wilt afspreken – er is tenslotte al wat tijd overheen gegaan – dan is dat ook prima hoor.

Shit, klinkt het nu alsof ik niet in hem geïnteresseerd ben?

SOPHIE ZEGT: Ik bedoel, natuurlijk zou ik het *leuk* vinden om je weer te zien.

Waarom zit ik nu met ‘We’ll meet again’ van Vera Lynn in mijn hoofd? Hoe krijg ik het voor elkaar mezelf zo vreselijk klem te praten? En hoe klets ik me hier weer uit?

SOPHIE ZEGT: Maar als jij dat niet wilt, dan is dat oké. Ik wil het alleen graag weten.

Wow. Je zou denken dat het moeilijk is om zo afstandelijk en tegelijkertijd behoeftig te klinken, maar het zag ernaar uit dat het me gelukt was. Briljant.

Terwijl ik overwoog of het verbreken van de verbinding, en dat te wijten aan technische problemen (en mogelijk een lichte aanval van alzheimer), de beste manier was om dit gesprek te beëindigen zonder het erger te maken, hoorde ik de bliep van een binnenkomend antwoord. Ik was er vrijwel zeker van dat het niet zou gaan over de kleur groen of paars die de kop Lifestyle het beste neer zou zetten, maar kon mezelf er bijna niet toe zetten om naar het scherm te kijken om te zien van wie het antwoord was.

JAMES ZEGT: Natuurlijk wil ik afspreken. Waarom dacht je van niet?

JAMES ZEGT: Ik dacht alleen, rekening houdend met jouw stress de laatste tijd als ik je aan de telefoon heb, dat het dreigende beeld van mij als über-Dom misschien niet de beste manier was om jou te ondersteunen.

JAMES ZEGT: Mag ik dit opvatten als een subtiele hint dat je binnenkort misschien vrij bent en zin hebt om te spelen?

O. Opeens kon deze rottige werkdag me geen bal meer schelen en ik betrapte mezelf erop dat ik naar het scherm zat te grijnzen op een manier die mijn collega’s wel eens aan het schrikken zou kunnen hebben gemaakt. Het was tenslotte zo’n beetje de eerste keer in twee weken dat ik lachte onder werktijd.

En zo kwam het dat ik een volledige dag van 24 uur in de macht van James doorbracht. Zoals hij had voorgesteld, nam ik een dag vrij van mijn werk nadat het megaproject naar de drukker was gegaan – op tijd en ik nog steeds bij mijn volle verstand. Het was een geweldig idee, want de ochtend nadat iets verschijnt, doe je toch niets anders dan koffiedrinken aan je bureau en hopen dat de telefoon niet gaat. Als die wel gaat, is dat meestal iemand die je vertelt dat er iets mis is gegaan, waar je dan toch niets meer aan kunt doen. Dus een dag alleen met hem zonder precies te weten wat er zou gaan gebeuren en de mogelijkheid om van wat overtollige energie af te komen, was een idee dat even relaxt als briljant klonk. Tenminste, totdat ik me precies realiseerde wat ik me op de hals had gehaald en dat ‘relaxt’ never nooit niet het goede woord zou zijn om dat te beschrijven.