Ik werd een beetje opstandig van dat laatste. Ik kon er niets aan doen.
SOPHIE ZEGT: Wie zegt dat ik wil doen wat jij wilt dat ik doe?
Mijn adem stokte bij het lezen van zijn antwoord.
JAMES ZEGT: Ik vermoedde het meteen al, maar nadat je het etentje had afgezegd en na je reactie toen ik je polsen vasthield tijdens het neuken wist ik het niet zeker, dus wilde ik niets forceren. Maar nu weet ik het vrijwel zeker. Natuurlijk wil jij doen wat ik wil doen. Het maakt mij gelukkig en jij wilt mij behagen.
Ik wist dat ik agressief klonk, maar dat kon me niets schelen.
SOPHIE ZEGT: O is dat zo?
JAMES ZEGT: Rustig maar. Maar... ja. Ik label mensen niet graag, iets labelen is lang niet altijd handig. Maar ik heb subs ontmoet met een, bij gebrek aan een betere omschrijving, tegendraadse houding die zich misdragen om een reactie uit te lokken, die genieten van het gevoel overweldigd te worden of onder de duim te worden gehouden ondanks hun opstandigheid. Jij hebt een grote mond en bent sarcastisch, maar ik denk niet dat jij bij die groep hoort. Denk eens terug aan het restaurant. Ik heb je niet gedwongen me dat slipje te geven. Ik heb je uitgedaagd en jij kon die uitdaging aangaan of afwijzen. Je bent hem aangegaan, om mij te bewijzen dat je het aankon. Je wilde winnen, heel ironisch eigenlijk, want toen je me je slipje gaf, was dat voor mij een overwinning. Vanuit mij gezien. Je wilt graag worden gedwongen dingen te doen die je moeilijk vindt, omdat je ervan geniet je angsten te overwinnen. Dat is voor jou het spel, de uitdaging.
Mijn mobiel voelde loodzwaar aan in mijn handen. Hij had gelijk, al zou ik het zelf niet zo hebben gezegd. Dat hij dat wist, dat hij mij op die manier begreep, was tegelijkertijd opwindend en beangstigend. Het was erotisch, betoverend en bood allerlei mogelijkheden waar ik nauwelijks aan durfde te denken, maar ik had ook het gevoel dat hij de meest uitdagende man zou zijn die ik ooit had gekend.
Hij nam met zijn uitleg mijn grootste zorgen weg. Nee, hij noemde het dan wel ‘straffen’, maar hij strafte me niet voor slecht gedrag. Hij zou me straffen omdat hij van die macht genoot en wist dat ik van de pijn genoot. Het klinkt gestoord, maar dat stelde me gerust. Ik wilde geen relatie waarin ik lichamelijk zou worden gestraft enkel en alleen omdat ik tien minuten te laat was: dat was niet leuk meer.
Hij beloofde ook dat hij het rustig aan zou doen met mij. We hadden waarschijnlijk totaal verschillende opvattingen over wat dat inhield, maar ik was nieuwsgierig en ik wilde het graag proberen.
Hij ging vier dagen naar Genève. Tegen het eind van zijn reis hadden we elkaar helemaal gek gemaakt met vragen, geflirt en middernachtelijke mailtjes. We hadden besloten dat we samen dit spel zouden spelen en we hadden de regels in grote lijnen opgesteld. Zoals James me ’s avonds laat sms’te: ‘We hoeven verdomme geen contract op te stellen, hoor’, maar we hadden stopwoorden vastgesteld, harde en zachte limieten en we hadden besloten dat ik ’s avonds naar zijn appartement zou komen zodra hij terug was.
De toon van onze gesprekjes was gelukkig niet heel erg veranderd. Er klonk geen superioriteit door in onze dagelijkse gesprekken, niets negatiefs, en hij was nog steeds geïnteresseerd in mijn mening en mijn expertise. Het klinkt vanzelfsprekend en dat is het achteraf gezien ook wel, maar op dat moment was ik opgelucht dat, ondanks onze dans van dominantie en onderdanigheid, de dynamiek van onze vriendschap, onze relatie of wat het dan ook was, niet was veranderd.
De enige verandering werd duidelijk tijdens een spelletje muggenziften dat we speelden nadat ik hem op een tikfout had gewezen (ik weet het, vergeef me, maar ik ben nou eenmaal een grammaticafascist). Hij reageerde door me op een foutje te wijzen dat ik had gemaakt – dat lag trouwens duidelijk niet aan mij want het kwam door de autocorrect bij het sms’en op mijn mobiel – en dat was het begin van vriendschappelijk gekibbel, maar wat later ging het opeens om het principe. Ik kreeg vijf strafpunten voor elke fout die ik maakte of als ik hem op een fout wees die later toch goed bleek te zijn en het puntentotaal zou tot een bestraffing leiden als wij weer in hetzelfde land waren. Elke keer als ik hem op een echte fout betrapte, zouden er weer vijf punten van de score af gaan. Onze e-mails en sms’jes werden opeens letterlijk woordoorlogen, we deden allebei onze uiterste best om eventuele fouten te verbeteren voor de ander die zag. Het belachelijke wedstrijdje was grappig en leuk en het stelde me gerust dat ik James wel aankon. Als we eenmaal begonnen met waar we dan ook mee bezig waren, zou hij me niet meesleuren naar een afgelegen kelder om me daar pijn te doen. Hij was vooral een aardige, charmante en grappige man die bijna net zo’n hekel had aan het misbruik van afkortingen als ik.
12
Nou, hij sleurde me dus niet mee naar de kelder nadat ik bij hem had aangebeld. Ik kwam zelfs nauwelijks rustig over de drempel. Ik was hartstikke nerveus. En opgewonden, ontzettend opgewonden over waartoe dit zou kunnen leiden en hoe dat zou zijn, maar ook een beetje in de war. Ik ging bij mijn vriend (‘vriendje?’ vroeg een innerlijk stemmetje) op bezoek en ik had hem bijna een hele week niet gezien, maar ik ging ook naar het huis van een nieuwe Dom waar heel intense seks op mij wachtte. Ik was opgewonden, maar ook een beetje bang. Niet voor hem, maar voor dat ik wat hij voor me in gedachten had niet zou aankunnen en ik werd nog zenuwachtiger van dat besef, want hij had dat deel van mij herkend voor ik hem daar zelfs maar iets over had kunnen vertellen.