Ik wil absoluut niet dat meisje zijn dat sms’jes ontleedt op basis van het aantal kusjes, maar het was me wel opgevallen dat er in de loop van de dag een paar waren verdwenen.
Eenmaal thuis probeerde ik hem te bellen, maar ik kreeg zijn voicemail. Ik sprak een kort bericht in, nam snel een bad en ging toen uitgeput naar bed, maar niet op de manier waarop ik die ochtend had gehoopt.
De volgende dag mailde ik hem om te vragen of hij later die week wilde afspreken. Zijn antwoord was vaag en ik vroeg me af of hij überhaupt met me had willen afspreken. Ik dacht weer een ervaring rijker te zijn en nam me voor verder te gaan. Ik stopte het lingeriesetje in mijn ondergoedla in de hoop dat er vanzelf weer een gelegenheid zou komen het te dragen, al was dat kennelijk niet voor hem. Ik was teleurgesteld, maar besloot dat ik toch niet geïnteresseerd was in zijn sexy glimlach, humor en jas-delende hoffelijkheid.
Hoffelijkheid werd overschat. Ik klampte me de rest van die week telkens aan die gedachte vast, ook al wist ik dat ik mezelf voor de gek hield. De maandag erop gaf ik het op en ik stuurde hem een link naar een verhaal op een politieke blog waar hij kwaad over zou worden.
Hij reageerde binnen een paar minuten. Ik stelde me hem voor terwijl hij zijn lange tirade op zijn BlackBerry tikte en moest glimlachen.
Ik antwoordde kalm, redelijk en was het oneens met alles wat hij had gezegd – dat was onvermijdelijk als wij het over politiek hadden. En opeens stuurden we elkaar weer de hele tijd berichtjes. Elke keer als mijn telefoon piepte, kreeg ik vlinders in mijn buik in de hoop dat hij het was en vaak was dat ook zo.
Eindelijk, aan het eind van een mailtje waarin ik hem ervan beschuldigde despotische neigingen te hebben en hij mijn meningen afdeed als die van een ‘verrekte hippie’, stond een zinnetje waar mijn hart sneller van ging slaan.
Ik weet dat dit waarschijnlijk een slecht
idee is, maar heb je zin om bij mij te
komen eten?
Hij had gelijk, het was een verschrikkelijk idee. De gedachte dat hij dat ook vond, stelde me niet gerust. Ik gooide alle voorzichtigheid overboord en accepteerde de uitnodiging meteen. Dan waren we maar dom bezig, maar dan wist ik tenminste ook hoe dit zou aflopen.
Ik heb echt een heel slecht richtingsgevoel. Verschrikkelijk. Als er één minpunt is waar ik me het meest aan erger dan is het wel het feit dat ik bijna nergens in één keer aankom. Ik voel me er machteloos door en niet op een goede manier. Ik raak zelfs bij iemand thuis nog de weg kwijt.
James woonde aan de andere kant van de stad in een buurt die zo goed is dat ik er alleen een paar keer doorheen was gereden voor mijn werk. Ik had besloten dat ik maar beter de auto kon pakken aangezien ik dan zo vroeg of zo laat kon vertrekken als ik wilde zonder afhankelijk te zijn van het openbaar vervoer. Ik was natuurlijk op van de zenuwen over mijn erbarmelijke navigatievaardigheden en dat was vóór ik erachter kwam dat zijn appartementencomplex zo exclusief was dat het kennelijk geen naambordje nodig had. Daar kwam nog eens bij dat ik in gedachten bezig was met wat er precies zou gebeuren als ik daar aankwam. Mijn gekkenalarm ging niet bij hem af, zo veel vertrouwen had ik dan wel in hem, maar ik kon de James die schijnbaar zo van zijn stuk werd gebracht door een dronken meisje dat hem besprong niet rijmen met de James die mijn slipje opeiste. Of met de James die het een slecht idee leek dat ik bij hem kwam eten. Wie was hij nu echt? Waar was ik in vredesnaam mee bezig? En waarom deed ik dit eigenlijk? We kwamen uit twee totaal verschillende werelden. Ik was alleen maar zenuwachtiger geworden na het sms’je dat ik een paar uur eerder van hem had gehad.
Ik kan me maar moeilijk concentreren
vandaag. Weet nog niet precies wat ik
met je zal doen. x
Wat betekende dat? Had hij het over de stoute dingen waar hij naar had gehint voor onze mislukte date, of vroeg hij zich af of hij na het eten scrabble tevoorschijn moest halen? Ik wist het gewoon niet, mijn sociale vaardigheden waren helemaal ontregeld. Hij had me van mijn à propos gebracht met een paar zoenen en e-mails. Ik maakte geen kans.
Het was ook meteen gedaan met mijn productiviteit op het werk, want het schrijven over plaatselijke bouwvergunningen haalde het niet bij alle heerlijke, stoute fantasieën. Ik moest steeds denken aan waar hij op dit moment misschien aan dacht. Er leken zeker D/s-elementen aan deze situatie te zitten, maar lag dat aan hem? Of aan mij? Kwam het doordat ik in een dip zat na Thomas en zag ik vunzigheid waar die helemaal niet was? Ging ik me straks compleet voor gek zetten? Het feit dat ik mezelf erbij had neergelegd dat het zou gebeuren en dat ik niet zou afzeggen was ontzettend deprimerend. Ik was écht een masochist.
Mijn poging om weer wat controle over de hele situatie te krijgen, liep niet goed af. Ik had hem een sms gestuurd met de vraag of ik iets kon meebrengen. Ik dacht aan een fles wijn of het toetje, maar zijn antwoord was ondubbelzinnig en ik werd zo rood als een biet achter mijn bureau.