Home>>read Dagboek van een beschermengel free online

Dagboek van een beschermengel(95)

By:Carolyn Cooke


Margot begreep het. Het stemde haar verdrietig. Ze had gehoopt dat hij flinker zou zijn. Maar zowaar ik hier sta, ik kan je wel vertellen dat ze alles bij elkaar gejankt had als hij heel nonchalant had gereageerd met ‘Nou en?’ Ze hadden zich nu eenmaal jaren tegen elkaar afgezet. Nu was het moment gekomen om rustig te blijven, om te doen alsof het niets uitmaakte. Dat zou een hele klus worden.

‘Ik ga trouwen,’ zei ze uiteindelijk.

‘Dat zie ik,’ zei Toby in zijn koffie. ‘Wanneer?’

‘Zodra jij en ik… je weet wel.’

‘Wat?’

‘Gedaan hebben wat begint met een hoofdletter S.’

‘Je hebt die papieren nooit getekend, hè?’

‘Nee.’

‘O? Waarom eigenlijk niet?’

‘Toby…’

‘Nou ja, het maakt me toch nieuwsgierig…’

‘Ik weet het niet, nou goed?’

Stilte. ‘Wie is het?’

‘Wie?’

Toby lachte, ook in zijn koffie. ‘Jouw man. Meneer Delacroix.’

‘Kit. Ook bekend onder de naam K.P. Lanes.’

‘Ach, de cliënt. Is dat niet verboden?’

‘Nee, Toby. En anders zouden jij en ik ook de gevangenis in draaien.’

‘Ja, dat is waar. Omdat we nog getrouwd zijn.’

‘Ja. We zijn nog steeds getrouwd.’



Ze had Theo acht maanden niet gezien. Acht maanden in de puberteit is vergelijkbaar met de ontwikkelingssprongen die plaatsvinden in de peutertijd, want Theo was uit zijn kinderlijke, magere lijf gegroeid en veranderd in een vervaarlijke rugbyspeler met brede schouders. Hij leek in zo weinig meer op Toby dat niemand het vreemd gevonden zou hebben als hij zijn vaderschap had aangevochten. Stel je die twee maar eens naast elkaar voor: Toby, met zijn tengere gestalte en zachte kaaklijn, zijn rossige piekhaar, zijn slanke, vrouwelijke handen, de vierkante metalen bril op zijn smalle, Romeinse neus. En dan Theo, die moest bukken om zijn hoofd niet te stoten aan de deurpost, met zijn brede, forse neus. Zijn stem was twee bassen diep – dankzij zijn voorliefde voor wiet, uiteraard – en zijn kin stak hoekig uit zijn kaken, wat nog extra geaccentueerd werd door het kuiltje onder zijn mond. Zijn haar was lang en stond rechtovereind op zijn hoofd in een indolente, knalrode hanenkam. Zijn kleren – zonder uitzondering zwart – zakten van zijn lijf of hingen wijd om hem heen. Tot zijn schoenen aan toe.

‘Hoi, mam,’ zei hij toen Margot na een klop op de deur zijn kamer in kwam en constateerde dat hij, om drie uur ’s middags, nog in bed lag. Het kostte even tijd voor ze alle veranderingen in zich opgenomen had, hoe hij was gegroeid, hoe zijn halfnaakte lijf plotseling een landschap van biceps en triceps was geworden. Ze zag dat er een hefbank in zijn kamer stond. Hij kwam overeind en haalde een fles wodka onder de matras vandaan. Voordat hij een slok nam, keek hij haar aan en legde een vinger tegen zijn lippen. ‘Ssst, niet tegen papa zeggen.’

Ze stond op het punt hem eens flink de les te lezen en zag er vervolgens vanaf. Wat kon ze zeggen?

En dus zei ze alleen ‘Hoi, Theo,’ en hield ze verder haar mond.



Het kostte de advocaat een week om de scheidingspapieren in orde te maken. Door het raam van het appartement zag ik Toby aankomen met de envelop onder zijn arm, zijn aura vaal en grauw, zijn altijd al kwetsbare beendergestel zwakker dan ooit. Vanaf deze afstand zag hij er een stuk ouder uit dan drieënveertig. Van dichtbij had hij echter nog steeds dezelfde ogen.

Hij ging tegenover Margot zitten om alles met haar door te nemen. Margot zat aan haar verlovingsring te draaien.

‘Eens even zien,’ zei Toby, op zoek naar de plek waar hij zijn handtekening moest zetten, al had de advocaat het lijntje gemarkeerd met een grote X. ‘O ja, hier.’

Margot keek toe. Ze zei niets, bang om het nog moeilijker voor hem te maken dan het al was. Ze schreef Toby’s aarzeling voor een groot deel toe aan zijn onvermogen om het verleden af te sluiten. De Chevy, zijn oude schoenen, zelfs het soort boeken dat hij schreef… Ze hielden hem allemaal stevig verankerd in de gelukkigste jaren van zijn leven. Terwijl ze hierover zat te peinzen, bracht ik haar in herinnering: Margot, lieverd, jij bent precies hetzelfde. Jij hebt het verleden ook niet achter je gelaten. Nog niet.

Toby zette zijn pen op het daarvoor bestemde lijntje. Hij klakte met zijn tong. ‘Zullen we het anders een ander keertje doen?’ vroeg Margot.

Hij staarde naar de wand. ‘Ik wil één ding heel duidelijk stellen,’ zei hij. Het bleef lang stil. We wisten allemaal dat hij het over Sonya had, maar zelfs nu nog vond hij het de genoegdoening waar hij naar hunkerde niet waard om het allemaal weer op te rakelen.

Margot besloot hem een eindje op weg te helpen.