Uiteindelijk pakte ik haar hand. Hij lag losjes en slap als een vaatdoek in de mijne.
‘Margot, ik wil dat je heel goed naar me luistert,’ zei ik resoluut. Ze hief haar hoofd om me aan te kijken. ‘Ik moet je iets heel belangrijks vertellen en je moet heel goed opletten, oké?’
Ze had moeite om haar hoofd recht te houden en keek me met half geloken ogen aan. ‘Ken ik jou?’
‘Soort van.’
Een hartslag. Ze grijnsde. Dat deed haar denken aan haar eerste kennismaking met Sonya.
‘Wat een grappig accent. Waar kom je vandaan?’
Ik besefte dat ik zo nu en dan terugviel in het nasale accent van Australië, waar ik jaren had gewoond. Die jaren had Margot nog niet meegemaakt.
‘Sydney,’ zei ik.
‘In Australië?’
‘Uh-huh.’
Een langdurige stilte. ‘Daar hebben ze ’roes, hè?’
‘Roes?’
Ze trok haar hand los en hield beide handen als pootjes voor haar gezicht.
‘O, kangoeroes.’
Ze knikte.
‘Ja, daar hebben ze kangoeroes.’
Ik had zorgvuldig nagedacht over wat ik wilde zeggen. Ik had overwogen om haar te vertellen dat ik haar was, dat ik haar kwam opzoeken vanuit de toekomst. Ik zag gelukkig bijtijds in dat ik dat beter niet kon doen. Ik kon haar onder geen enkel beding vragen om me te vertrouwen. Ik had nog nooit iemand vertrouwd, mijn hele volwassen leven niet. Zelfs mijn man niet. Zelfs mezelf niet.
Daarom nam ik mijn toevlucht tot datgene wat voor mij ook had gewerkt.
Ik vertelde haar wat Theo was overkomen in de jeugdgevangenis. Ik hield niets voor haar verborgen. Ik vertelde het haar in geuren en kleuren, tot in de kleinste details, tot ik er zelf van moest huilen en Margot uit het raam naar de verte staarde en af en toe knikte als ik haar iets vroeg, of haar gezicht aanraakte toen ik haar met naam en toenaam voorschotelde hoe Theo had geleden, en wat hij nodig had van haar om te zorgen dat het goed kwam.
Tot slot kwam ik ter zake. De ware reden waarom ik hier was.
‘Ik wil dat je Toby vergeeft,’ zei ik.
Ze richtte haar blik op mij, haar hoofd onvast. Wat ze haar ook hadden toegediend, ze was compleet van de wereld. ‘Hij heeft me bedrogen. Met mijn beste vriendin.’
‘Nee, Margot, dat heeft hij niet gedaan. Ik zweer je van niet.’
Ze bleef me aanstaren. Ik kreeg zin om haar door elkaar te rammelen. Ze bleef roerloos zitten. Ik peinsde me suf om iets te bedenken waarmee ik door die drugsnevel kon dringen, iets wat door al die jaren van achterdocht en wantrouwen heen zou breken, dwars door alle beschermlagen en verdriet.
Voordat ik iets had bedacht, zei ze: ‘Weet je, toen ik klein was, zag ik engelen. Heel lang geleden. Geloof je in engelen?’
Het duurde even voordat ik stomverbaasd knikte.
Ze bleef langdurig zwijgen en staarde diep in gedachten verzonken uit het raam.
Ik boog me naar haar toe om haar hand te pakken.
‘Toby is nog steeds verliefd op je. Je hebt de kans, één kans, om zijn liefde terug te winnen. Laat hem niet lopen, want dan is hij voorgoed verloren.’
Ik had de bus gemist en moest rennen om op tijd bij Theo’s school te zijn, terwijl de vleugels onder mijn shirt steeds natter werden. Elke seconde telde en ik deed alles wat ik kon. We gingen pannenkoeken eten en daarna naar de bioscoop op union Square, waar Young Guns 2 draaide. Ik kocht een hele lading nieuwe kleren voor hem, allemaal met Margots creditcard, en we bleven tot laat op om zijn kamertje anders in te richten, Batman-posters aan de wand te hangen, het kleed schoon te maken, zijn bed te verschonen en de losse panelen van zijn kledingkast stevig vast te schroeven, zodat hij niet meer bang hoefde te zijn dat hij de hele kast ’s nachts over zich heen zou krijgen. Ik repareerde zijn rolgordijnen en vouwde al zijn kleren op. Daarna stuurde ik hem naar bed met de belofte dat ik hem zo een glaasje water zou komen brengen, maar toen ik terugkwam, lag hij al te slapen.
Ik ging naar de slaapkamer van Margot. Aan de andere kant van de gang zag ik een schijnsel. Nan, dacht ik. Ik liep ernaartoe. Toen hoorde ik Nans stem uit de kamer links van me komen.
‘Ruth!’
Een seconde later lag ik snakkend naar adem op de vloer, met bloedend gezicht en een brandende pijn van wat het ook was dat me te grazen had genomen. Ik krabbelde hijgend overeind. Pal voor me stonden Ram, Luciana en Pui. Ze stonden dicht tegen elkaar aan gekropen, zodat ze er op het eerste gezicht uitzagen als drie schimmige pilaren. Ram had een strijdvlegel met scherpe punten in zijn hand.
Er zat maar één ding op. Rennen.
Ram zette zijn voet naar achteren en maakte zich klaar om me nog een mep met zijn vlegel te geven. Ik vluchtte naar de woonkamer en toen hij vlak bij me was, hield ik mijn handen voor mijn slapen in afwachting van de explosie tegen mijn hoofd. Vanuit mijn ooghoek zag ik dat Nan haar hand uitstak om de klap af te weren. Tegelijkertijd voelde ik twee armen onder mijn oksels en werd ik opgetild: Luciana hield me vast, terwijl Pui haar hand in mijn borst stak. Het voelde of ze me opensneed en ik gilde het uit. Ik hoorde Theo roepen vanuit zijn slaapkamer. James verscheen en ging naar Theo’s kamertje. Luciana en Pui hadden hem echter gezien. ‘Waag het niet!’ gilde ik, maar Pui lachte me in mijn gezicht uit, boog naar voren en dook in me, net zo makkelijk als je een kast in duikt.