Hij sprak dagenlang geen woord tegen Toby of Margot. Hij zette zijn spullen in zijn kamer, haalde alle vleesmessen uit de keukenlade en verstopte ze onder zijn bed. Toen de hulpverlener langskwam, dreigde Theo dat hij uit het raam zou springen als hij zelfs maar een poging deed om met hem te praten.
Die nacht moest ik met lede ogen toezien hoe Theo’s nachtmerries de kamer bevolkten. Levendige herinneringen aan zijn kwelgeesten in de gevangenis. Twee jongens die hem in zijn maag stompten, met een boksbeugel die door een bezoeker naar binnen was gesmokkeld. Een andere jongen die zijn hoofd onder water hield tot hij het bewustzijn verloor. Diezelfde jongen die een kussen op zijn gezicht duwde. Dezelfde jongen die hem verkrachtte.
Alsof dat nog niet voldoende was, wervelden er flarden van parallelle werelden tussen de zwermen nachtmerries door, met beelden van Theo als volwassene, met overal tatoeages en beide polsen vol littekens van mislukte zelfmoordpogingen. In eerste instantie was ik blij dat hij niet in de gevangenis zat. Tot ik zag dat hij een vuurwapen in zijn broeksband stak, de achterbak van zijn auto opende en er samen met een andere man een zware lijkzak uit sleepte. Toen de lijkzak bewoog, trok Theo zijn wapen en schoot hij er vier kogels op los.
Het harnas dat hij om zich heen had getrokken was geen tweede huid meer; het had hem veranderd in een levend wapen.
Wat had jij gedaan in mijn plaats? Zou de prijs je ook maar iets hebben kunnen schelen?
Ik liep de nachtlucht in, begaf me naar het dak van het appartement en riep Grogor.
In een oogwenk doemden er voeten op in de duisternis. Hij liep met een ernstig gezicht naar me toe, met een vlijmscherpe blik in zijn ogen.
‘Vertel me waarom.’
‘Waarom wat?’
‘Waarom je van gedachten bent veranderd.’
Ik keek hem aan. ‘Ik moet een tijdje Margot zijn, lang genoeg om het een en ander recht te zetten. Zeg maar wat het kost.’
‘Wat het kost? Ik ben geen marktkoopman!’
‘Je weet wat ik bedoel.’
Hij kwam dichterbij staan, zo dichtbij dat ik de aderen in zijn hals en de vederlichte lachrimpeltjes die vanaf zijn jukbeenderen uitwaaierden kon zien. Net als bij een echt mens.
‘Ik denk dat het woord dat je zoekt “kans” is. Om lang genoeg als sterveling te leven en te doen wat er gedaan moet worden, moet je daar een prop in stoppen.’ Hij wees op mijn vleugels.
‘En hoe doe ik dat?’
Hij legde zijn hand op zijn borst en boog diep. ‘Het zou me een grote eer zijn. Ze moeten verzegeld worden of, anders gezegd, afgescheiden van de rivier der eeuwigheid die langs de troon van God stroomt, zodat God geen zicht meer heeft op wat je doet. Zo krijg je de kans om te veranderen wat er veranderd moet worden. Begrepen?’
‘Schei uit, Grogor. Wat nog meer?’
Hij veinsde verbazing. Ik keek hem doordringend aan. Hij sloeg zijn ogen neer en haalde zijn schouders op.
‘Afhankelijk van hoe je het bekijkt, zou je kunnen zeggen dat er een risico aan kleeft.’
‘En dat is?’
Hij weifelde. ‘Wat denk je dat God ervan vindt als een van zijn engelen alle regels aan zijn laars lapt?’
‘Ik denk dat ik nooit in de hemel kom.’
Hij applaudisseerde zachtjes. ‘Waarschijnlijk kom je nooit in de hemel.’
Maar Theo ook niet.
Dacht je dat ik ook maar een moment heb geaarzeld?
22
ZEVEN DAGEN
En zo, net zoals Assepoester haar lompen afwierp en in haar baljurk stapte, stapte ik uit mijn blauwe gewaad en in de tijd.
Ik gaf Grogor toestemming om handenvol hete pek uit de krochten van de hel over mijn vleugels te smeren, en toen het water niet meer stroomde en ik weer kon voelen, schreeuwde ik het uit van pijn waar de pek mijn huid raakte. Ik stond op mijn blote voeten op de vochtige badkamertegels te rillen van de kou en moest me wankelend vastgrijpen, omdat ik het gewicht van mijn lichaam amper kon dragen, zo zwaar was het, alsof er van grote hoogte een olifant op me was neergekomen.
Ik was een stuk minder elegant dan Assepoester. Maar ik liet wel een glazen muiltje achter.
Iets dergelijks dan, want zodra ik me had uitgekleed, schrompelde mijn blauwe gewaad ineen tot een kleine, blauwe edelsteen. Ik verstopte hem in Margots ladekast. Als een spion in de mensenwereld moest ik alle sporen uitwissen van wat ik had gedaan, tot ik bereikt had wat ik wilde bereiken: mijn band met Theo herstellen en zijn wonden genezen. Het kan arrogant van me zijn. Maar hoe slecht ik het er de eerste keer ook van af had gebracht, ik dacht werkelijk dat het me bij de tweede poging om zijn moeder te zijn wel zou lukken om zijn zielenpijn weg te strijken met de balsem van mijn moederliefde. En dat ik er hoe dan ook in zou slagen om een plan voor de langere termijn op te zetten voor Margot, door haar ervan te doordringen dat hij haar nodig had, haar bewust te maken van zijn kwetsbaarheid en zijn leed.