Home>>read Dagboek van een beschermengel free online

Dagboek van een beschermengel(72)

By:Carolyn Cooke


Sonya keek hem strak aan en dronk haar glas leeg. Ze boog zich naar hem toe, zonder zijn blik los te laten.

‘Heb je Margot verteld over ons gesprek in dat restaurantje?’

Margot stond in de gang en hoorde haar naam fluisteren. Ze bleef stokstijf bij de deur staan en spitste haar oren.

Sonya schoof traag haar lange benen van de bank en kroop nog dichter naar hem toe.

‘Nee,’ zei Toby. ‘Hoezo?’

Sonya haalde glimlachend haar schouders op. ‘Hoor eens, jij bent getrouwd, ik ga jou niet vertellen wat je moet doen. Maar ja…’ Ze wierp een blik op de deur.

‘Wat?’

Haar glimlach werd breder. ‘Ik vroeg me af wiens idee het was om me voor het eten uit te nodigen. Het jouwe of het hare?’

Ik herinnerde me deze vraag alsof hij voorgoed in mijn neuronen stond gegrift. Margot stond aan de deur te luisteren en de vragen die deze woorden opriepen haakten zich stevig vast in haar verdenkingen.

Toby keek Sonya onzeker aan, zonder te begrijpen waar ze naartoe wilde. ‘Van mij, geloof ik.’

Sonya knikte. ‘Mag ik vragen of je nog andere ideetjes hebt?’

Ze liet haar hand over Toby’s been glijden tot vlak onder zijn kruis. Ze begon te giechelen. Toby legde zijn hand op de hare en kneep erin.

‘Son,’ zei hij, ‘waar ben je mee bezig?’

Margot hoorde de flirtende stem van Sonya en legde haar hand op de deurknop.

Ik kreeg het zo benauwd dat ik bijna flauwviel. Gaia stond naast me en zei ‘blijf kijken, blijf kijken’ en ik fluisterde terug dat ik dat niet kon. Margot stond achter de deur en voelde zich precies zo. Aan de ene kant wilde ze het liefst naar binnen stormen, aan de andere kant wilde ze hard wegrennen.

En dus bleef ik kijken. Toby, de man die altijd zijn woordje klaar had, stamelde onsamenhangend.

‘Was dat een ja?’ Sonya legde hem de woorden in de mond. Ze trok zijn hand naar haar dij. Hij trok hem terug en was in één klap weer helder. ‘Son, laat dat.’ Hij rechtte zijn rug en schudde zijn hoofd. Gaia keek me met een ernstig gezicht aan. Is hij niet met haar bed geweest? dacht ik. Echt niet?

Sonya lag nonchalant in de kussens van de bank, sloeg haar lange benen over elkaar en speelde met de ruches van haar jurk. ‘Ik wil nog één ding van je weten,’ zei ze ernstig. Toby keek haar aan. ‘Die keer dat je zei dat je van me hield… meende je dat toen?’

Ik zag dat Margot in de gang haar hand voor haar mond sloeg. Ik keek aandachtig toe.

‘Dat was jaren geleden…’ mompelde Toby zonder haar aan te kijken.

‘Meende je het?’ Sonya was vasthoudend. Wanhopig zelfs. Ezekiel kwam uit zijn hoekje en legde een hand op haar schouder. Er lag kwetsbaarheid in haar vraag, een verdriet waarvan de oorzaak niets met Toby te maken had.

Toby keek haar aan. ‘Ja.’

Ze schoot naar voren, sloeg haar rechterbeen om hem heen, ging schrijlings op hem zitten en boog zich voorover om hem te kussen.

En ja, op dat moment kwam Margot de kamer binnen.

Op dat moment brak de pleuris uit.

Op dat moment eindigde mijn huwelijk.



De volgende ochtend kon hij zijn koffers pakken. Haar emoties wierpen een bolwerk op tegen al mijn smeekbeden, tegen al Toby’s verontschuldigingen. En dus pakte hij wat kleren in en vertrok naar een van zijn vrienden. Een maand later verhuisde die vriend naar buiten de stad en nam hij het huurcontract over. Margot was als verdoofd. Ik was er kapot van. Na zes maanden vroeg Margot een scheiding aan. Op de ochtend waarop hij die brief ontving, rukte Toby een spiegel van de wand en smeet hem tegen de grond in een mozaïek van frustratie. Mijn gezicht verscheen in elke scherf, heel even maar, voordat het versmolt met zijn tranen.

Mijn diepe teleurstelling over hun scheiding ging al snel over in pure wanhoop toen ik bedacht wat ik nog wist van mijn leven vlak voordat ik stierf. De omstandigheden rond mijn dood waren nog steeds niet duidelijk: de ene dag leefde ik nog, de volgende keek ik neer op mijn dode lichaam en een moment later stond ik in het hiernamaals met Nan te babbelen. De periode daarvoor stond me echter zo helder als gletsjerwater voor de geest: Theo zat in de gevangenis. Voor de rest van zijn leven. En mijn instinct vertelde me dat er een beschuldigend vingertje naar mij wees.

Niet lang daarna maakte Grogor zijn opwachting. Hij dook op in Theo’s slaapkamer – een uitgesproken dreiging, vond ik – waardoor Theo het uitschreeuwde in zijn slaap. Dat hield Margot lang genoeg bezig om ons de tijd te gunnen voor een onderonsje.

Ik weet niet waarom en ik wil het ook niet weten, maar Grogor zag er niet meer uit als het brandende monster met de griezelige bakkes dat ik kende. Hij was extreem menselijk geworden. Lang, met een vierkante kaaklijn en pikzwart haar tot over zijn oren – het soort man dat ik vroeger aantrekkelijk had gevonden. Hij had zelfs een stoppelbaardje en een voortand met een hoekje eraf. Zo menselijk dat het me overrompelde.