‘Weet ik niet. Hoezo?’
‘Jongen, ik weet niet hoe ik dit een beetje tactisch kan brengen, maar volgens mij zit ze hier.’
‘Waar?’
En dus haalt Toby de baby uit zijn wiegje, pakt hem lekker warm in en rijdt naar de plek waar Margot de hand vasthoudt van een vreemde vent en haar ingewanden uit haar lijf kotst onder een lantaarnpaal.
Ik keek hulpeloos en berouwvol toe – berouwvoller dan je je ooit kunt voorstellen – toen Toby de auto aan de kant zette en voordat hij uitstapte checkte of alles in orde was met Theo. Gaia en James bleven in de auto zitten. Ik sloeg mijn ogen neer. Toby ging verhaal halen bij Margot en ze besefte dat hij er was maar weigerde te antwoorden, tot hij uiteindelijk ‘Theo heeft je nodig’ zei, en iets van die verantwoordelijkheid, die liefde, tot haar doordrong. Ze waggelde naar de auto en het scheelde weinig of ze was boven op Theo gevallen, die op de passagiersstoel lag.
Er zijn geen woorden voor.
Er zijn geen woorden voor om te beschrijven wat er die nacht met me is gebeurd.
Ik weet alleen dit: ik wilde alles veranderen. Ik wilde het scherm tussen mijzelf en Margot kapot scheuren en ik wilde in haar lichaam kruipen en Toby om vergeving vragen. Ik wilde Theo oppakken om met hem te vluchten. Ik wilde hem meenemen, zo ver mogelijk van dit vreselijke mens, deze gebroken vrouw vandaan, en tegelijkertijd wilde ik al haar wonden genezen, ik wilde de tijd terugdraaien en ik wilde God spreken om Hem uit te schelden voor alles wat haar overkomen was en waardoor ze zo was geworden.
Vanaf die nacht lag hun huwelijk, dat al dodelijk verwond was voordat het goed en wel begonnen was, bloedend in de stilte tussen Toby en Margot; Toby schreef, Margot redigeerde Rose’ schriften en Theo keek van het ene bedroefde gezicht naar het andere en vervolgens naar mij. Ik vertelde hem dat ik van hem hield, dat ik van zijn vader hield. Dat het me speet.
En ik bad dat iemand, ergens, me zou horen.
20
DE KANS OM IETS TE VERANDEREN
Toen die noodlottige nacht zijn scherpe kantjes had verloren en verschrompeld was tot een akelige herinnering, en toen Toby eindelijk naar Gaia wilde luisteren en bereid was om Margot te vergeven, besloten ze om het opnieuw te proberen.
Dat was de gelukkigste dag van mijn leven, zowel voor als na mijn dood.
Margot had in een bushokje een affiche van Toby’s boek zien hangen. Ze kwam thuis met een zware zak boodschappen en werd verwelkomd door zijn rug.
‘Waarom heb je niks verteld over je boek?’
Een hartslag. ‘Wat?’ Hij draaide zich niet om.
Ze zette de boodschappen met een klap op de vloer. ‘Je boek,’ herhaalde ze. ‘Je “internationale bestseller”. Waarom ben ik de laatste die dit hoort? De hele wereld weet ervan, behalve ik. Ik ben je vrouw.’
Toen pas draaide hij zich om. Ze besefte plotseling dat het ruim een week geleden was dat ze hem voor het laatst in de ogen had gekeken.
‘Mijn vrouw,’ fluisterde hij, alsof hij een woord uitprobeerde in een vreemde taal. ‘Mijn vrouw.’
Haar gezicht verzachtte zich. En plotseling, zonder te weten waarom, barstte ze in tranen uit. ‘Mijn vrouw,’ herhaalde Toby. Hij stond op om naar haar toe te gaan.
‘Het spijt me zo,’ stotterde ze door haar tranen heen.
‘Mij ook,’ zei Toby, en hij nam haar in zijn armen. Ze deinsde niet terug.
Ik kan je wel vertellen dat ik er voortaan voor waakte om de berichten in mijn vleugels te negeren. Ik luisterde en vroeg nooit meer wie, wat, waar, hoe of waarom. Het maakte me niet uit van wie die berichten afkomstig waren, van God, een andere engel of mijn eigen geweten. Want als ik geluisterd had, als ik ervoor had gezorgd dat Margot was gaan lopen, had ik de ijsberg die hun huwelijk bijna tot zinken had gebracht kunnen ontwijken.
Het was niet alleen hun huwelijk dat averij had opgelopen. Toby was veranderd. Er lag een droefheid in zijn ogen die er eerder niet was geweest. Hij lengde zijn koffie aan met whisky. Eerst een scheutje, toen een half glas. Hij keek naar andere vrouwen en dacht: Stel dat? Stel dat ik met de verkeerde vrouw ben getrouwd?
Het was ondraaglijk. De herinneringen aan onze scheiding kwamen in sneltreinvaart naar boven, met alle vijandigheid en verraad van dien. En ik dacht: het is mijn schuld. Ik heb hem zelf in haar armen gedreven.
En toch bleef er een vraagteken boven die kwestie hangen, als het zwaard van Damocles. Ik heb hem er nooit echt op kunnen betrappen. Sterker nog, de redenen waarom ik dacht dat hij me had bedrogen, waren grotendeels vervlogen. Harde bewijzen waren er niet, en toch wist ik het zeker: hij was met Sonya naar bed geweest. Daarom had ik hem naar de hel gewenst.
Kort na Theo’s eerste verjaardag, toen Margot en Toby’s vreugde over Theo’s eerste stapjes vertroebeld werd door het besef dat hun mollige kleine jongen nu bij het raam in de woonkamer kon, vier verdiepingen boven een betonnen stoep, verhuisden ze naar een appartement in de West Village, niet ver van Toby’s oude zolderappartementje, maar dan vijfmaal groter. Met de aanzienlijke royalty’s voor Toby’s boek kon Margot het inrichten zoals ze wilde, naar haar ideale beeld van comfort en veiligheid: een gietijzeren bed, veel te veel meubels en hun eerste televisietoestel. Voor het eerst in haar leven voelde ze zich geborgen. Ze was gelukkig.