Het grappige is dat ik met mijn neus in de perfecte baan viel. En ik zag het niet eens. Toen in elk geval niet. Ik liep die ochtend zelfverzekerd en vastberaden naast Margot.
Schattebout, zei ik, als ik alles over mocht doen, was dit het enige wat ik precies zo zou doen. Het leek eindelijk te gaan zoals ik het wilde.
Het kantoor van de uitgever was gevestigd aan Fifth Avenue, boven de befaamde delicatessenzaak die Paris jaren geleden zo onnavolgbaar blank had gezet. Ze verborg haar gezicht toen ze langs de eigenaar liep en we namen de trap naar de derde etage.
Hugo Benet, de directeur van Benet Books en de man met de witste, rechtste en grootste tanden die ik ooit had gezien, was een oudgediende in de uitgeverswereld. Hoe hij zijn best ook had gedaan, in al die tijd sinds hij uit zijn geboortestad Toronto was vertrokken was hij er nooit in geslaagd een goede assistente te vinden. De schriften waren een gouden vondst, verzekerde hij Margot. Hij was van plan om ze in delen uit te geven, maar uiteraard moesten ze eerst gedegen geredigeerd worden. Had zij misschien zin om die taak op zich te nemen?
Dat wist ze niet zeker.
Natuurlijk wel, zei ik.
‘Natuurlijk,’ zei ze, waarop ze het vocht langs haar dijen voelde lopen. Er ging een scheut van pijn door haar buik en ze moest haar tanden op elkaar klemmen om het niet uit te schreeuwen.
19
DE BUS
Tien uur later besloot Margot dat ze helemaal klaar was met bevallen. Ze bedacht dat het moederschap toch niets voor haar was, ze wilde helemaal geen kind en mocht ze dan nu naar huis, alsjeblieft.
De volgende wee overspoelde haar voordat ze haar smeekbede aan zuster Mae goed en wel had afgerond. Nee, mevrouw Poslusny, zei zuster Mae streng. Nog één keer persen en het kind is er. Als u uw energie zou gebruiken om te persen in plaats van zo tekeer te gaan, zou het een stuk sneller gaan. Dank u.
Margot schreeuwde moord en brand. Toby liep buiten op de gang te ijsberen en zei voor het eerst in jaren het sjema op.
Zuster Mae stak haar handen tussen Margots benen om de ligging van de baby te controleren. Die lag nog steeds hoog boven de baarmoederhals. Wat ze voelde was echter niet het hoofdje, maar een beentje. Ze wierp een blik op Margot. ‘Ik ben zo terug,’ zei ze, en ze haastte zich de kamer uit, op zoek naar een arts.
De volgende wee trok als een stalen tank door Margots lijf. Tjonge, ik wist nog precies hoe het voelde. Ze zeggen dat je het meteen weer vergeten bent, maar dat is niet waar. Hoewel het natuurlijk wel zo is dat je geheugen flink wordt opgefrist als je het nogmaals mag zien en beleven, zoals in mijn geval. Ik zag de bloederige kaken van de wee flink toehappen, sloot mijn ogen en legde mijn handen op haar buik. Op dat moment kreeg ik gezelschap van een andere engel. Een jonge man, begin twintig, met cappuccinokleurig haar dat langs zijn wangen streek en een kalme intensiteit in zijn blik. Hij kwam me heel bekend voor. Ik kneep mijn ogen tot spleetjes om hem eens goed te bekijken.
‘Kennen wij elkaar?’
Hij wierp een huiverende blik op het tafereel in het ziekenhuisbed. ‘James,’ zei hij nerveus, zonder zijn ogen van Margot af te wenden. ‘Ik ben Theo’s beschermengel.’
Margot krijste het uit en deed verwoede pogingen om uit bed te kruipen.
Hou vol, zei ik. Ik ga proberen om Theo te draaien.
‘Theo?’ kreunde ze. Ik keek op. Ze had me gehoord. Nog een schok: ze keek me aan alsof ze me kon zien.
‘Zuster!’ Ze stak met een smekend gebaar haar handen naar me uit. ‘Geef me iets tegen de pijn. Het kan me niet schelen wat. Ik hou het niet meer uit.’
Mijn ogen werden zo groot als schoteltjes, dat kan ik je wel vertellen. Het was ruim tien jaar geleden dat ze me voor het laatst had gezien. Een fractie van een seconde vroeg ik me af wat ze van me zou denken. Tot ze opnieuw begon te jammeren en me weer bij de les haalde.
De baby ligt in een stuit, zei ik kalm. Ik ga proberen hem te draaien. Probeer zo stil mogelijk te blijven liggen. Ik wierp een vluchtige blik op de deur. Stemgeluiden aan het einde van de gang. De zuster was in aantocht met de arts.
‘Hoe weet je nou dat het een jongen is?’ hijgde ze.
Ik negeerde haar en legde mijn hand op haar buik. Ik keek schuins naar James, die een beetje benauwd terugkeek. ‘Kom hier staan,’ zei ik. ‘Jij bent toch Theo’s engel?’
James knikte.
‘Zorg dan dat die kleine zich omdraait, zodat hij goed komt te liggen.’
James legde zijn handen op de mijne en sloot zijn ogen, waarop er gouden licht door Margots lichaam stroomde. Ik kneep mijn ogen stijf dicht en toen de volgende wee zich aandiende, greep ik hem bij zijn kladden, trok eraan alsof het een ijzeren staaf was en rukte hem naar me toe. En net zoals Rose door me heen was gewandeld, schoot die ijzeren staaf dwars door me heen naar mijn vleugels, om zijn weg voort te zetten naar een ander deel van het universum. Margot haalde opgelucht adem.