‘Margot?’
Ze negeerde hem en ging door met zoeken.
‘Margot, wat is er met je? Margot!’ Hij greep haar bij de schouders en keek haar bezorgd aan. ‘Lieverd, wat ben je kwijt?’
Haar verstand, wilde ik zeggen, maar het was geen moment voor grapjes. Toby had zelfs nog nooit een joint gerookt en hij had dan ook geen idee wat er aan de hand was. Margot was in de greep van een verslaving, waarvan ik maar al te goed wist dat het jaren zou duren om ervan af te komen. Zo zag het er dan ook uit. Vergelijkbaar met het lotskoord dat ik bij Una en Ben had gezien, zat Margots verslaving strak om haar hart gewonden en waaierde zich vandaar uit om haar organen, aderen en bloedcellen te drenken in behoefte.
Margot staarde Toby wezenloos aan.
‘Blijf van me af.’
Hij liet haar los en keek haar onthutst en verdrietig aan.
‘Je kunt me gerust vertellen wat je kwijt bent, dan gaan we er samen naar zoeken.’
‘Nee, dat kan niet. Hij komt er zo aan.’
Stilte.
‘Wie komt er zo aan?’
‘Ik weet niet hoe hij heet.’
‘Wat komt hij dan doen? Komt hij hiernaartoe? Margot?’
Hij probeerde haar weer beet te pakken, maar ze duwde hem van zich af en holde naar beneden. Toby, Gaia en ik volgden in haar kielzog.
Sonya zat in de keuken te lezen, achter een kom misosoep. Margot stapte op haar af en hield haar hand op.
‘Ik heb honderd dollar nodig.’ Dat was een flink bedrag in de jaren tachtig.
Sonya staarde haar aan. Ze dacht eerst dat ze een grapje maakte, tot ze Margots ogen zag en haar bezwete gezicht en trillende hand in zich opnam. Ze zette haar soep neer en kwam overeind.
‘Margie, wat heb je gebruikt, lieverd? Dit is helemaal niets voor jou…’
Toby kwam tussenbeide. ‘Volgens mij is ze ziek. Heerst er geen gele koorts of zoiets?’
Sonya legde hem met een handgebaar het zwijgen op. ‘Dit is geen gele koorts, schatje.’
‘Schatje?’ Margot. De paranoia sloeg keihard toe. Ze keek van Toby naar Sonya en weer terug. Ze wilden haar niet geven wat ze nodig had. Ze speelden onder één hoedje. Ze wilden van haar af. Nee, wacht. Ze gingen met elkaar naar bed.
‘Ze moet zo snel mogelijk naar de dokter.’ Sonya tegen Toby.
‘Ben je met haar naar bed geweest?’ Margot tegen Toby.
‘Kan iemand me vertellen wat hier aan de hand is?’ Toby tegen de lucht.
Een klop op de deur. Aha, meneer de zeventienjarige drugdealer. Kom erin.
Sonya beende de woonkamer door en zwaaide de deur open. Ze herkende hem onmiddellijk.
‘Patrick?’
‘Hoi.’ Hij keek langs Sonya heen naar Margot.
‘Ik heb jullie al gezegd dat ik… Je komt toch niet voor Margot?’
Daar moest Patrick over nadenken. ‘Eh… niet dan?’
Toby liet Margot los en ging naast Sonya staan.
‘Wie is die vent? Wat moet hij van Margot?’
Patrick had iets in zijn hand.
‘Geef op,’ schreeuwde Sonya, en voordat hij het in zijn zak kon steken, schoot Toby naar voren en griste het voorwerp uit zijn handen.
Een gouden medaillon.
‘Is dit voor Margot?’ vroeg Toby stilletjes. Hij wierp een blik over zijn schouder naar Margot, het hart klopte in zijn keel en de ijslaag kwam razendsnel opzetten.
‘Nee, het is van mij,’ zei Sonya, en ze pakte het uit zijn handen. ‘Kijk maar.’ Ze deed het medaillon open en liet de twee fotootjes van haar ouders zien. ‘Hoe kom je hieraan, Patrick? Heb je het van me gestolen?’
Patrick begon te stotteren. ‘Het is minder waard dan ze had gezegd,’ zei hij met een gebaar naar Margot. En daarop maakte hij zich als een haas uit de voeten.
Ach ja, een van mijn fraaiste momenten. Ik kon me er uiteraard niets van herinneren. Ik had alle gevoel voor de werkelijkheid verloren. Margot liep rondjes op het berenvel voor de haard en wapperde huilend met haar handen. Toby ging naar haar toe.
‘Lieverd? Margot?’ Ze bleef staan en hief haar ogen naar hem op. ‘Het spijt me, lieverd. Het is mijn schuld. Ik heb veel te lang aan dat stomme boek van me gewerkt…’ Hij nam met een teder gebaar haar gezicht in zijn handen, de tranen brandden in zijn ogen. ‘Ik maak het allemaal weer goed, dat beloof ik je.’
Hij boog zich naar haar toe om haar een kus te geven. Ze duwde hem ruw weg en stapte op Sonya af.
‘Je kunt niet zomaar met andermans man naar bed,’ gilde ze. Ze haalde uit en sloeg haar keihard in het gezicht.
Sonya deinsde terug, met haar hand tegen haar wang. Ze inspecteerde haar lip, die bloedde op de plek waar Margots trouwring haar had geraakt.
‘Jullie kunnen je spullen pakken en vertrekken.’ Ze keek naar Toby.
Hij knikte. ‘Mag ik haar eerst naar de dokter brengen?’
Dat was het moment waarop Luciana en Pui uit hun hoek van de kamer kropen en als wolven om Margot heen begonnen te cirkelen. Ze fluisterden haar toe, flemend als jonge poesjes: