Home>>read Dagboek van een beschermengel free online

Dagboek van een beschermengel(35)

By:Carolyn Cooke


‘Je bent een slimme meid, je weet best wat ik bedoel.’

Ik buig me naar haar toe en zeg luid en duidelijk: Niet doen. Ik weet dat ik net zo goed tegen een muur kan praten. Ik liet me door niemand de wet voorschrijven, niet op mijn veertigste en al helemaal niet op mijn zestiende. Hindernissen opwerpen had ook geen zin, die maakten me hooguit nóg obstinater. Ik dacht koortsachtig na over mijn tactiek. Het enige wat ik in dit geval kon doen, was me er niet mee bemoeien en Margot laten doen wat Margot moest doen, en als het allemaal voorbij was, als alle gruwelijke fouten waren gemaakt, zou ik mijn best doen om iets moois uit de puinhopen te laten groeien. Iets als wijsheid, bijvoorbeeld.



Ja, ik weet het. Ik heb nooit iets van psychologie begrepen. Freud heb ik ook nooit gelezen. Toch werd me in dit stadium plotseling iets duidelijk en zag ik zonneklaar waarom ik indertijd die onbegrijpelijke keuze in mijn leven heb gemaakt, een keuze waar ik nooit helemaal overheen ben gekomen.

Margot kickte op hun ruzies.

Echt, ik meen het. Ze nam de klappen en trappen, de hoon en de leugens voor lief, in de wetenschap dat zijn kussen na afloop des te zoeter zouden smaken, dat zijn beloften en romantische woordjes na een pak rammel een stuk opwindender klonken.

Op een keer, toen Seth in het holst van de nacht via de regenpijp naar Margots kamertje was geklommen om haar te komen halen voor een autoritje, volgde ik hen tegen heug en meug naar een bar in een grotere stad, vijftien kilometer verderop. Met Johnny Cash keihard op de radio zei Seth: ‘Ik hou van je, meid.’

‘Ik meer van jou, Seth.’

Seth zet het geluid zachter. ‘Zeker weten?’

Margot knikt. ‘Ja.’

‘Zou je voor me willen sterven, Margot?’

‘Natuurlijk!’

Een stilte.

‘Zou jij voor mij willen sterven, Seth?’

Hij kijkt haar aan zonder met zijn ogen te knipperen. Zijn ogen zijn loodgrijs en hij glimlacht als een pyromaan.

‘Ik zou een moord voor je doen, Margot.’

Ze kijkt hem vol vervoering aan. Ik schuif onrustig heen en weer op mijn stoel.



Nog geen uur later sleept Seth haar aan haar haren de kroeg uit en smijt haar tegen de stenen muur. Hij houdt een dreigende wijsvinger voor haar neus.

‘Ik zag het wel.’

De adem stokt haar in de keel. ‘Wat zag je wel?’

‘Jij en die vent. Je gluurde naar hem.’

‘Helemaal niet.’

‘Lieg niet tegen me.’

Ze neemt zijn gezicht in haar beide handen. ‘Seth… ik hou alleen van jou.’

Hij slaat haar in haar gezicht. Hard. Dan kust hij haar. Heel zachtjes.

En bizar of niet, ze geniet van elke seconde van die soap.



Terwijl Margot handenwringend en binnensmonds pratend op haar kamertje liep te ijsberen om te bedenken hoe ze het hem moest vertellen, pleegde ik overleg met Grahams beschermengel, Bonnie, zijn jongere zus. Ze knikte en verdween. Net toen ik besloot om eens een hartig woordje met haar te spreken – hoezo verdween ze? – kwam Bonnie terug, maar ze was niet alleen. Ze had iemand meegenomen. Het was Irina, ongeveer dertig jaar jonger dan toen ze stierf, met een glad gezicht en heldere ogen, en gekleed in een lang, wit gewaad. Er stroomde alleen geen water langs haar rug. Ze keek me aan, stak haar hand uit en streelde mijn wang. Ik sloeg mijn handen voor mijn mond en de tranen sprongen me in de ogen. ‘Mama,’ zei ik, en ze trok me dicht tegen zich aan. Het duurde lang voordat ze me losliet en mijn gezicht in haar handen nam.

‘Hoe is het met je, lieverd?’ vroeg ze.

Ik moest zo huilen dat ik amper een woord kon uitbrengen. Er was zoveel dat ik haar wilde vertellen, zoveel dat ik wilde vragen.

‘Ik mis je zo,’ was alles wat ik kon zeggen.

‘Liefje toch,’ zei ze. ‘Ik mis jou ook, maar het komt allemaal goed. Ik ben altijd in de buurt, heus waar.’ Ze wierp een blik op Graham. Ik begreep dat ze voor hem was gekomen. ‘Hoe lang kun je blijven?’ vroeg ik snel. Ze keek schuins naar Bonnie. ‘Niet lang,’ zei ze. ‘Geesten kunnen alleen in noodgevallen langskomen. Maar binnenkort zullen we elkaar weerzien.’ Ze droogde mijn tranen, bracht mijn handen naar haar lippen en drukte er een kus op.

‘Ik hou van je,’ fluisterde ik toen ze glimlachend naast Graham plaatsnam op de bank waarop hij kwijlend lag te snurken, en haar hoofd op zijn borst legde.

Ik rende naar boven, naar Margots kamer. Ze stond voor de spiegel geluidloos haar tekst te oefenen.

Ik kon het niet helpen. Margot! hijgde ik. Mama is beneden, kom gauw!

Ze negeerde me en ging door met haar betoog. Een betoog dat ik me maar al te goed herinnerde.

‘Ik weet dat je heel erg teleurgesteld in me bent en dat mama dat ook zou zijn.’ Haar ogen vulden zich met tranen. ‘Maar om met Lady Macbeth te spreken, “wat gedaan is, is gedaan”. Ik heb er goed over nagedacht en ik heb besloten om de baby te houden. Ik begrijp het heel goed als je me het huis uit wilt gooien.’