Home>>read Dagboek van een beschermengel free online

Dagboek van een beschermengel(25)

By:Carolyn Cooke


Haar stem klonk diep en galmend en werd steeds luider, tot de vloer ervan begon te trillen. Tijdens het zingen stegen Sherens vleugels in een vloeiende beweging op om Hilda heen, tot ze er beiden door omhuld werden. Hun aura’s namen dezelfde paarstint aan. Hilda’s gedachten keerden zich als vanzelf van de graftombe af. In plaats daarvan zond ze het kind zonder eten naar bed.

Ik liep naar Sheren toe.

‘Waar heb je dat geleerd?’

‘Het Lied der Zielen is de melodie waarmee je wezenlijk contact legt met Margot, met datgene wat jullie spiritueel met elkaar verbindt, ongeacht het stadium waarin ze als sterfelijk wezen verkeert. Welk liedje herinner je je uit je kindertijd? Welke muziek was belangrijk voor je?’

Ik dacht diep na. Er kwamen slechts kinderliedjes bij me op – God weet dat ik ze vaak genoeg voor Margot had gezongen om haar te troosten toen ze bij Sally en Padraig in huis zat – tot ik me iets herinnerde wat Toby altijd zong als het schrijven niet wilde vlotten. Het was een Iers liedje, She Moved Through the Fair. En ineens wist ik het weer: Una had het ook voor Margot gezongen.

‘Oké,’ zei ik. ‘Leg me maar uit hoe het werkt.’

‘Het Lied der Zielen verbindt jouw wil met die van Margot. Je bent Margot nog steeds, al heb je een andere naam gekregen en een andere vorm aangenomen. Je hebt dezelfde wil, dezelfde keuze.’

‘Kan ik er dan voor zorgen dat ze andere keuzes maakt?’

Sheren schudde haar hoofd. ‘Niet altijd. Zij is degene met het lichaam. Zij is de baas. Je kunt alleen invloed op haar uitoefenen.’

Mijn hoofd bonsde. Ik haastte me naar Margot. Lied der Zielen, hè? Misschien lukte het me wel om haar deze tent uit te zingen.



Met haar acht jaar stak Margot met kop en schouders boven de andere kinderen in haar leeftijdsgroep uit. Ze wist hoe oud ze was, want elk jaar, op 10 juli, vertelde een van de leraren haar dat ze een jaartje ouder was geworden, en daarmee was de kous af. Ze kon echter met gemak voor elf of twaalf doorgaan, wat met zich meebracht dat alle onzin van een achtjarige afgestraft werd. Geen van de achtjarigen wilde met haar spelen, en ook de twaalfjarigen lieten haar links liggen. Of nee, dat is niet helemaal waar. Twee meisjes van twaalf, Maggie en Edie, schonken Margot alle aandacht. Ze waren jaloers op haar lange, witblonde haar. Zij zagen erop toe dat het zo nu en dan met behulp van een fikse bloedneus rood kleurde, of ze bezorgden haar twee blauwe ogen, zodat ze eruitzag als een pandabeer.

Ik had die twee het liefst willen verzuipen. Ik wilde de zware eiken boekenkist die boven op de overloop stond over de reling kieperen, boven op hun kop. Dat was niet alleen omdat ik degene was die met haar armen om Margot heen zat als ze ’s nachts in bed lag te huilen, en ook niet omdat ik met lede ogen moest toekijken als Maggie boven op Margot ging zitten terwijl Edie haar gezicht verbouwde, maar omdat ik het me herinnerde. Helemaal machteloos stond ik niet; ik kon zelfs een keer voorkomen dat Margots rug werd gebroken, maar ik had nou niet bepaald het gevoel dat ik veel kon doen, laat staan dat ik wraak kon nemen.

Tot het uiterste getergd ging ik verhaal halen bij Maggie en Edies engelen. Ze kwamen allebei met redenen waarom de meisjes zo agressief waren. Misbruik hier, geweld daar. Ik wuifde alle excuses weg met mijn hand. Het. Kan. Me. Niet. Schelen. Zorg dat ze ermee ophouden. Voordat ík het doe. Clio en Priya – zo heetten hun engelen – keken elkaar veelbetekenend aan. Toen Maggie op een nacht in de graftombe werd opgesloten omdat ze een brutale mond had opgezet, zat ze plotseling aan Margot te denken, aan al die afstraffingen die ze haar had gegeven, en werd ze geplaagd door een knagend gevoel van wroeging. Edie droomde over haar oma – want dat was Priya van haar geweest – die haar vroeg om vooral lief te zijn. Een tijdlang bleef Margot verschoond van blauwe plekken en schrammen.

Dat wil zeggen, tot ik het Lied der Zielen ging zingen.

Ik had doorgekregen dat er in een naburig dorp een nieuw gezin was komen wonen, lieve, hardwerkende mensen. Ik had hen in een visioen gezien: Will, de echtgenoot, was begin veertig, een vertegenwoordiger. Zijn vrouw, Gina, had jarenlang pianoles gegeven, tot de geboorte van hun zoon, Todd. Ze waren vanuit Exeter naar het noorden gekomen om voor Gina’s ouders te zorgen, die al op leeftijd waren. Ik had het gevoel dat dit een fijn gezin voor Margot zou zijn en wat belangrijker was, ik had het gevoel dat ze haar wel in huis zouden nemen.

Sherens onthulling over het Lied der Zielen bewees wat ik al vermoedde: mijn leven als Margot stond niet in steen gebeiteld. Het stond hooguit op papier en derhalve kon het geredigeerd worden. Als ik ervoor kon zorgen dat Margot andere keuzes maakte, dan zouden we heel wat eerder dan geschreven stond uit het St. Antonius kunnen ontsnappen.