Home>>read Dagboek van een beschermengel free online

Dagboek van een beschermengel(23)

By:Carolyn Cooke


Ik ging bij Margot zitten. Het was haar eerste nacht in het tehuis en ze kon niet slapen. Te veel kinderen boven op elkaar. Al dat gekraak, gefluister, gesnurk en gesnik maakte haar doodsbang. Ik wreef haar handen warm. Voor het eerst in maanden keek ze me recht in de ogen. Ik glimlachte. Hé, meissie, zei ik. Ze glimlachte terug. De glimlach trok helemaal van haar mond naar haar borst, waar hij de zware steen die daar lag verpulverde, om vervolgens haar hele lijfje in beslag te nemen, waardoor de kleur van haar aura veranderde van modderwater in helder goudgeel, zo fel als een zonsopgang. Ze zakte weg in een diepe slaap.

Leon kwam met snelle passen naar me toe. Hij wenkte me. Ik controleerde of Margot nog sliep en volgde hem naar de slaapzaal naast die van Margot, waar de andere engelen al stonden te wachten. De meeste kinderen sliepen al. Tom was bont en blauw van zijn eerdere treffen met Hilda en lag klaarwakker om een ontsnappingsplan te verzinnen uit Arghlyst en de strijd aan te binden met de buitenaardse olifanten van de planeet Gymsock.

Leon, Toms beschermengel, was zijn tweelingbroer geweest. Hij was enkele minuten voor Toms geboorte gestorven. Dezelfde nerveuze energie, dezelfde warrige haardos. Hij wreef bezorgd in zijn handen.

Sheren keek naar rechts en toen ik haar blik volgde, hoorde ik iemand fluisteren in de gang. Het maanlicht viel door een raam en verlichtte twee hoofden. Hilda en meneer O’Hare, op weg naar de slaapzaal. We stapten opzij om hen binnen te laten – hoewel ik ziedde van frustratie – en keken lijdzaam toe hoe Tom een hand over zijn mond kreeg en met een stevige arm om zijn middel uit zijn bed werd gesleept, naar een kamertje beneden. Daar werd hij uitgekleed, geslagen met een baksteen en toen hij buiten bewustzijn raakte, bijgebracht met een emmer koud water, opdat hij goed zou beseffen dat hij de graftombe in ging. Deze laatste maatregel was een angsttactiek: de jammerkreten van een kind in het holst van de nacht maakten de andere kinderen zo bang dat ze het nooit zouden vergeten. Dat zou ze wel in het gareel houden.

Ik ging nog even bij Margot kijken en liep vervolgens met de engelenschare mee naar de graftombe, die zich in een bijgebouwtje naast de septic tank bevond. Torren, kakkerlakken en ratten krioelden in de pijp waardoorheen restjes rioolwater de graftombe in sijpelden, zodat de vloer altijd bedekt was met een paar centimeter vochtig slijm. Er stak een grote kei bovenuit, waar het slachtoffer op kon kruipen om droog te blijven. Tom smeekte, braakte en liet zijn blote voeten tot bloedens toe over het grind slepen. Wij namen onze plaatsen in de graftombe in. Ik ging als laatste naar binnen. Ik bleef even staan om terug te denken aan de dag dat ik hier als achtjarig meisje werd opgesloten, een moment dat op een afschuwelijke manier een stempel op mijn leven heeft gedrukt. Het bleef hol nadreunen in al mijn nachtmerries en vormde de onderste sport van de ladder naar mijn alcoholprobleem.

Ik ging met ingehouden adem naar binnen. De deur was dicht, maar we zagen het drietal onze kant uit komen, met Tom tussen meneer O’Hare en Hilda in, die hem half droegen en half meesleurden. Toen hij besefte waar hij was, vocht hij met zijn laatste restje energie. Ze lieten hem even blèren. Een koude vuist tegen een kinderkaak sloeg hem buiten bewustzijn. Hij kwam met zijn gezicht in de smurrie terecht. Achter hem werd de deur stevig in het slot gedraaid.

Om te voorkomen dat Tom zou verdrinken, moest Leon hem verplaatsen. Hij tilde hem behoedzaam op de kei. Een van de klappen had een bloedpropje veroorzaakt in zijn hoofd. Als er niets aan gedaan werd, zou het in zijn hersenen terechtkomen en haalde hij de ochtend niet. Leon nam Toms hoofd in zijn handen en liet een gouden licht uit zijn handpalmen stromen. Het bloedpropje verdween.

Toen Tom bijkwam, schokte zijn lichaam onbedaarlijk, van angst en van de shock. Zijn eigen verbeelding kon nooit zoiets afschuwelijks verzonnen hebben als de graftombe. Het ongedierte kroop uit de pijp, zij waren de heersers in dit gebied. Ze krioelden door zijn dikke haar, kriebelden over zijn geslachtsorganen en beten in zijn voeten. Sheren stuurde een blauwe lichtflits naar ze toe en ze schoten weg. Ze vielen hem niet meer lastig. Hij was van angst aan de diarree en de rioolstank bracht hem aan het kotsen tot zijn maag er pijn van deed. Hij bracht de rest van de nacht snikkend door, jammerend om zijn moeder. Hij besefte niet dat Leon hem huilend in zijn armen hield.

Ik bewoog me heen en weer tussen de graftombe en Margot, want ik wilde er zeker van zijn dat het goed met haar ging. In de vierde nacht begon Tom te hallucineren van de honger en de dorst. Hij wist zeker dat zijn ouders bij hem waren. Hij zag dat ze voor zijn ogen vermoord werden. Zijn geschreeuw was tot in het hoofdgebouw te horen. Hilda stuurde meneer Kinnaird, de huismeester, met een emmer water en een boterham naar de bewoner van de graftombe toe om hem in bedwang te houden. Sheren zorgde ervoor dat meneer Kinnaird Hilda verkeerd verstond en Tom een heel brood bracht, dat hij in één keer verslond.