Hij sloeg zijn armen over elkaar en keek haar met een verdrietige glimlach aan. ‘Het huis vindt jou ook leuk.’
‘Denk je dat ik hier voor altijd kan blijven wonen?’ vroeg ze geeuwend.
Hij lachte. ‘Voor altijd is heel lang, Margot. Voorlopig kijken we het een paar jaar aan, en daarna zien we wel verder.’
Het bleef stil. Hij boog zich over haar heen om te zien of ze in slaap was gevallen, maar ze had zich op haar zij gedraaid en lag hem nog steeds met open ogen aan te staren. ‘Kyle?’ vroeg ze.
‘Wat is er?’
‘Als ik hier blijf, word jij dan mijn pappie?’
Kyle probeerde te lachen, maar het kwam eruit als een snik. Voor hij het wist liepen de tranen over zijn wangen. Hij gaf haar een vluchtige, natte zoen op haar hoofd en maakte zich snotterend uit de voeten.
Voor mij was er geen twijfel mogelijk: hij hield van haar.
Hij liep naar beneden. Ik bleef bij Margot om een plan uit te broeden. Ik zag geen enkele reden om níét te proberen de loop van haar leven te veranderen, om ervoor te zorgen dat ze hier kon blijven om op te groeien in een warm gezin, om haar een kans te geven. Was dat niet wat Nan bedoelde met de puzzelstukken anders leggen? De gebeurtenissen in de operatiezaal hadden me aan het denken gezet. Niets ligt vast. Het begon me te dagen dat ik niet slechts een bezoeker aan het verleden hoefde te zijn die langs de etalages van de gebeurtenissen liep; ik kon een actieve deelnemer worden, ik kon verf toevoegen aan het lege doek van de toekomst, om een van Nans metaforen te gebruiken. Misschien kon ik de bijzonderheden hier en daar wat verschuiven, Margot andere wegen laten inslaan, zolang ze maar dezelfde bestemming hadden.
Toen ik beneden geschreeuw hoorde, liet ik Margot slapend achter om te kijken wat er aan de hand was. Ze waren in de keuken. Lou stond bij het aanrecht over de schemerige achtertuin uit te kijken. Kyle zag eruit alsof hij zich vast moest houden aan het fornuis om niet in elkaar te zakken. De sfeer was zo zwaar als de dag na een bosbrand. Ik kon hen amper onderscheiden in de mist van emoties die als rook door de ruimte kringelde.
Het bleef even stil, totdat Kyle zei: ‘Scheiden?’ Het was zowel een constatering als een vraag. Ik keek naar Lou.
‘Dat heb ik niet gezegd.’
‘Je zei dat je weg wilde.’
Lou draaide zich om. Er blonken tranen in haar wimpers. ‘Een heleboel mensen blijven getrouwd, al wonen ze niet bij elkaar. Is dat niet precies wat we de afgelopen zes jaar hebben gedaan? Samenwonen? Langs elkaar heen leven?’
Op dat moment ontstond er een scheur in de dwarrelende rookflarden. Een opening. Kyle draaide zich om en liep de keuken uit. Ze krijste hem na.
‘Goed zo, Kyle. Loop maar weer voor de problemen weg.’
Hij draaide zich op zijn hielen om en stormde op haar af, waarbij hij mij bijna omverliep.
‘Jij bent degene die wegloopt!’ brieste hij. ‘Naar Dublin om je ouders op te zoeken? Terwijl je ze niet kunt luchten of zien? Behandel me niet als een idioot. Ik weet het.’
Haar mond viel open. Plotseling zag ik het hele plaatje: het aura van een andere man om haar heen. Een onmiskenbare groene lichtval in de rode rivier van haar aura. Wat kende ze haar man slecht om te denken dat hij het niet in de gaten zou hebben. Ze staarde naar de grond.
‘En de meisjes?’ vroeg Kyle op zachte toon. ‘Waar gaan zij naartoe?’
Ze had alles gepland, behalve dat. Ik zag haar dromen met de mokerkracht van de werkelijkheid in stukken vallen. Lou en haar minnaar hadden samen gemijmerd over de tijd die ze zouden doorbrengen op het strand van Tralee, de chardonnay in een ijsemmer, de eindeloze horizon. De voogdij was nooit bij haar opgekomen.
‘Die neem ik mee.’
Kyle schudde zijn hoofd en sloeg zijn armen over elkaar. In die twee seconden aarzeling had hij zijn beslissing genomen. Hij zou zelf weggaan. De meisjes zouden in dit huis blijven wonen, met hun moeder. Hij dacht aan Margot. Heel even trok zijn aura zich terug naar zijn diepste wezen. Verdrietig bedacht hij dat er maar één ding op zat. Hij moest haar ook achterlaten. Hij vond troost in de gedachte dat ze een sterke band had met Karina. Hier zouden ze allemaal een veilig en stabiel leventje krijgen, al was het dan zonder hem.
De moed zonk me in de schoenen. Kyle rende naar boven, op zoek naar een koffer. Toen bedacht hij dat hij die niet had. Boos sleepte hij Lou’s koffer van schildpaddenleer onder het bed vandaan. Ik keek stil van verdriet toe hoe hij hem volstopte met kostuums en overhemden, een paar medische boeken en wat dierbare familiefoto’s. Hij bleef lang bij Margots bedje staan, met zijn trillende hand uitgestrekt boven haar hart, terwijl een vurig, verdrietig gebed het zijne vulde: ‘Als U bestaat, God, als U me hoort, zorg dan dat het goed komt met haar.’