Aanvankelijk kon het me ook weinig schelen. Tot haar kleding mijn aandacht trok. Toen ik achter haar de trap op liep, viel het me op dat ze allerlei verschillende soorten satanslogo’s droeg: een zwart T-shirt met een roodgehoornde duivel op de rug, oorbellen met duiveltjes eraan en, wat haar ouders vast niet wisten, een tatoeage van een centimeter groot op haar rechterschouderblad, van een omgekeerd kruis.
Ze bleef halverwege de trap staan. Lou, Kyle en Karina liepen door. Ze draaide zich om en keek me pal in het gezicht. Haar ogen zo bruin als een rioolput. Geen spoortje warmte.
‘Verdwijn,’ zei ze effen.
Heeft ze het tegen mij? Plotseling zag ik het, net zoals ik het bij Kyle had gezien: Kate’s emotionele laag was gekoppeld aan mijn wereld. Anders dan bij Kyle betrof het in haar geval echter een donkere tentakel, die niet alleen verbonden was met mijn koninkrijk, maar ook met de andere, duistere kant. Een kant waarmee ik nog geen kennis had gemaakt.
Toen ik besefte dat ze het werkelijk tegen mij had, dat ze me kon zien, wist ik me snel te herstellen. ‘Ik vrees dat je me moet dwingen,’ zei ik terug.
‘Wat je wilt,’ zei ze schouderophalend. ‘Ik denk alleen niet dat je dat leuk zult vinden.’
Ik lachte hoofdschuddend, hoewel de situatie me zorgen baarde. Haar waarnemingsvermogen had me compleet van mijn stuk gebracht. Wie of wat kon me nog meer zien?
Karina was weg van Margot en behandelde haar alsof ze een levende pop was. Margot had haar mond nog niet opengedaan of Karina had haar al opgetild en meegenomen naar haar kamer, waar ze haar make-upkastje leeghaalde en Margot veranderde in een minischoonheidskoningin. Lou sloeg haar armen over elkaar, tikte met haar voet op de vloer en stortte een lading klachten uit over Kyle. Wat dacht hij wel, een zwerver in huis te nemen? En voor hoe lang, precies? Stel dat haar aan drugs verslaafde vader haar kwam zoeken? Enzovoort en zo verder.
Kyle probeerde haar uit te leggen dat dit het kleine weesmeisje was dat hij had verzorgd toen ze op de dag van haar geboorte naar het ziekenhuis was gebracht, op het randje van de dood, en dat het lot hen weer bij elkaar had gebracht. Hij overwoog om iets over mij te zeggen – de vreemde vrouw die hij om zes uur ’s morgens op straat was tegengekomen en die hem praktisch had bevolen om zomaar ergens een huis binnen te vallen en Margot te redden – maar dat leek hem beter van niet.
‘Dit doe je nou altijd, Kyle,’ schreeuwde Lou. ‘Jij moet altijd zo nodig voor iedereen als redder in de nood optreden. En ik dan? Hoe moet het nu met mij? En met Karina en Kate?’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg hij schouderophalend.
Ze wierp haar armen in de lucht en banjerde de kamer uit. Kyle slaakte een diepe zucht en liet zijn vingers kraken. Ik gaf hem een applausje. De Nobelprijs voor engelengeduld gaat naar…
Mijn vleugels begonnen te prikken. Ik liep naar Karina’s kamer en ging naast Margot op het bed zitten. Ze genoot van al die roze en blauwe troep die Karina op haar gezicht smeerde. Ik heb me altijd afgevraagd waar mijn voorliefde voor make-up vandaan kwam; mijn adoptiemoeder gebruikte het spul nooit en ik had geen oudere zussen. Kate stond in de deuropening. Ze keek eerst naar mij, toen naar Margot.
‘Wie is dat?’
Karina zuchtte overdreven. ‘Ga weg, Kate. Margot en ik hebben een make-upfeestje en jij bent niet uitgenodigd.’
‘Heet ze Margot?’
‘Margot,’ knikte Margot met een triomfantelijke glimlach. Het duurde even voordat Kate een lauwe glimlach produceerde.
‘Ik denk dat jij en ik een hoop lol gaan beleven, Margot.’
Ze draaide zich om en liep weg.
Zoetjesaan kroop Margot uit haar schulp, als een krab die van de tropische zon wil genieten. Ze veranderde razendsnel in een driejarige versie van Karina: ze praatte zoals Karina (‘Dat is zóóó gaaf!’), stond erop dat ze net zulke kleren mocht dragen als Karina en danste met haar op muziek van de Beatles als ze allang in bed had moeten liggen. Daarnaast ontwikkelde ze een flinke eetlust.
Ik wist niet dat ik zo aandoenlijk was geweest als kind. Zo grappig, zo onschuldig. Op een keer ontwaakte Margot uit een boze droom, waar ik bezorgd naar had gekeken. Het was een herinnering aan de periode bij Padraig en Sally. Voordat ze de anderen wakker zou schreeuwen, sloeg ik mijn armen om haar heen en wiegde haar op het bed. Het verdriet zat als een bankschroef om haar hart geklemd. Ik kneep mijn ogen stijf dicht en probeerde de krachten op te roepen die haar eerder hadden genezen, welke dat dan ook waren. Het zachte, gouden licht waar slechts een vage gloed van resteerde, flakkerde op als een kaars in de verte. Met al mijn wilskracht slaagde ik erin om het vlammetje aan te wakkeren tot de grootte van een tennisbal, ruim genoeg om haar hart te omhullen. Haar ademhaling ging minder gejaagd, waardoor ik haar hart beter kon zien, inclusief het dreigende gevaar. Hoewel haar hart vervuld was van liefde en rust, was haar aandoening verergerd en moest er spoedig iets aan gedaan worden. Ik hoopte maar dat Kyle snel in actie zou komen.