Ik loop achter haar aan naar de keuken. 'Vandaag ben ik goed voorbereid. Ik heb mijn verzekeringskaart, mijn rijbewijs, mijn paspoort, een kopie van mijn geboortecertificaat, alle brieven die ik ooit van de universiteit heb gehad en de brief waarin staat dat ik toegelaten ben. Deze keer laat ik me niet wijsmaken dat ik niet ben ingeschreven, dat ik het laatste semester niet heb afgemaakt, dat ik vorige jaar mijn collegegeld niet heb betaald, dat ik het bibliotheekgeld niet heb betaald, dat ik geen goed legitimatienummer heb, geen geldig sofi-nummer, geen bewijs van mijn woonadres, de juiste formulieren niet heb, of dat ik gewoon niet besta.'
'Lieve help.' Ze trek de koelkast open. 'Bourbon?'
'Liever sinaasappelsap.'
'Kinderen.' Ze rolt met haar ogen en wijst naar haar oude airconditioningapparaat dat op de grond staat. 'Lieverd, zal ik de portier even halen, dan kan hij je helpen dragen.'
'Nee, oma. Dat gaat wel,' zeg ik, en ik doe een dappere poging het ding op te tillen, om hem meteen weer met een bons neer te zetten. 'Oké, ik denk dat ik later nog even niet Josh terugkom om hem op te halen.'
'Joshua?' vraagt ze met een opgetrokken wenkbrauw. 'Je kleine vriendje met dat zwarte haar? Die weegt drie kilo als hij nat is.'
'Nou, ik wil niet dat papa weer door zijn rug gaat, en verder heb ik op het gebied van mannen niet zo veel keus.'
'Ik steek elke morgen een kaarsje voor je op, lieverd,' zegt ze en pakt een glas. 'Kom, ik zal een Eggs Benedict voor je kloppen.'
Ik werp een blik op de oude Nelson-klok aan de muur. 'Ik wou dat ik daar tijd voor had, maar ik moet echt gaan, anders is de rij niet te overzien.'
Ze geeft me op elke wang een kus. 'Nou, kom om zeven uur maar langs met die Joshua van je, dan kook ik een fatsoenlijk maal voor jullie - straks verdwijn je nog!'
Josh kreunt. Op de plaats waar hij is ingestort, na de airconditioner voor mijn deur te hebben neergeploft, rolt hij langzaam op zijn rag.
'Je hebt gelogen,' zegt hij met gierende ademhaling. 'Je zei dat het op de derde verdieping was.'
'O ja?' zeg ik, terwijl ik mijn onderarmen losschud en tegen de trap leun.
Hij tilt zijn hoofd twee centimeter op. 'Nan, dat waren zes trappen. 'Twee trappen per verdieping, dus technisch gesproken is het de zesde verdieping.'
'Je hebt me ook van de campus helpen verhuizen...'
'Ja, en weet je waarom? O ja, omdat ze daar een lift hadden.'
'Nou ja, ik elk geval ben ik niet van plan hier ooit weg te gaan. Dit is perfect. Als je oud en grijs bent, kom je me nog maar eens opzoeken.' Ik wis het zweet van mijn voorhoofd.
'Dat kun je wel vergeten. Ik lig dan met de rest van de zwarthaarclan bij je op de stoep.' Hij laat zijn hoofd weer vallen.
'Kom.' Ik trek mezelf op aan de balustrade. 'Er staan koude biertjes op ons te wachten.' Ik draai alle drie de sloten open en doe de deur open. Het appartement lijkt net een auto die in de hete zon heeft gestaan, en we doen een stap achteruit om de zinderende lucht de gang op te laten stromen.
'Volgens mij heeft Charlene de ramen vanochtend dicht gedaan voor ze wegging,' zeg ik.
'En de oven aangelaten,' voegt hij eraan toe, en hij komt achter me de piepkleine hal in die tegelijk dienst doet als keuken.
'Welkom in mijn volledig gemeubileerde kast. Zal ik een hagel voor je roosteren?' Ik laat mijn sleutels naast het tweepits gasstel vallen.
'Wat betaal je hiervoor?' vraagt hij.
'Dat wil je niet weten,' zeg ik, terwijl we de airconditioner met kleine rukjes door de kamer schuiven.
'Waar is je knappe huisgenote nou?' vraagt hij.
'Josh, niet alle stewardessen zijn knap. Je hebt er ook van die moederlijke types tussen zitten.'
'Is zij er zo eentje?' Hij staat stil.
'Niet stilstaan.' We schuiven verder. 'Nee, ze is heel knap, maar ik wil niet dat jij gewoon aanneemt dat ze knap is. Ze is vanochtend naar Frankrijk of Spanje vertrokken,' puf ik, en we komen de hoek om, in mijn hoek van het L-vormige appartement.
'George!' roept Josh als hij mijn kat begroet, die mismoedig op de warme houten vloer ligt uitgespreid. Hij tilt zijn grijze pluizenkop een centimeter op en mauwt klaaglijk. Josh komt overeind en wist zijn voorhoofd met de onderkant van zijn T-shirt af. 'Waar wil je dit onding hebben?'
Ik wijs naar de bovenkant van het raam.
'Watte? Je bent gek, dame.'
'Dat is een truc die ik op de Avenue heb geleerd. "Om het uitzicht niet te bederven." Mensen zonder centrale airconditioning doen alles om dat niet te laten merken, lieverd,' leg ik uit terwijl ik mijn sandalen uitschop.
'Welk uitzicht?'
'Als je je neus tegen het raam drukt en naar links kijkt, kun je de rivier zien.'
'Hé, je hebt nog gelijk ook.' Hij trekt zijn neus van het glas. 'Luister, het "Josh hijst het loodzware ding wel even omhoog naar het glazen plankje," dat zit er dus niet in, Nam Ik ga een biertje pakken. Kom, George.'
Hij loopt terug naar de 'keuken' en George rekt zich uit om met hem mee te lopen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om een schoon T-shirtje uit een open doos te grissen en mijn klamme shirt uit te trekken. Als ik gehurkt achter de dozen zit om me om te kleden, vang ik een glimp op van het rode lampje van mijn antwoordapparaat, dat furieus staat te knipperen. Het woord 'vol' licht boos op.