Lieve help. Dat kan ze niet menen.
'Nanny, we horen bij elkaar!' Als ik maffe kostuums wilde dragen, zou ik bergen meer geld kunnen verdienen dan hier.
Met een diepe zucht begin ik Grayer in zijn gele pak te hijsen en probeer hem ervan te overtuigen dat het net een pyjama is met voetjes eraan, maar dan boller. Ik hoor Mrs X door het appartement hollen. 'Hebben we een combinatietang? Nanny, heb jij de combinatietang gezien? De kostuums zitten met ijzerdraad vast aan de kist!'
'Sorry!' roep ik naar haar stem, die voortdurend van richting verandert, als een voorbijsnellende sirene.
Bonk.
Een paar tellen later komt ze de kamer binnen vallen in de gedaante van een moddermonster, met het masker scheef op haar hoofd. 'Moet ik nog make-up op doen? Moet ik nog make-up op doen?!'
'Eh, misschien een beetje in neutrale kleuren? Misschien die mooie lippenstift die u gisteren op had bij de lunch?'
'Nee, ik bedoel iets, je weet wel, iets wilds? Bij dat woord kijkt Grayer helemaal in de war naar zijn moeder op, met wijd open ogen.
'Mama, is dat je kostuum?'
'Mama is nog niet klaar, schatje. Laat Nanny je make-up maar doen, dan kan ze daarna mij helpen.' Mrs X heeft Crais Pas-schmink voor ons gekocht zodat ik ons kan veranderen in Linky Binky en Diggy Biggy, of hoe die verrekte dingen ook heten. Maar zodra ik met Grayers gezicht begin, krijgt hij een hevige aanval van jeuk aan zijn gezicht.
'La-La, Nanny. Ik ben La-La.' Hij brengt beide wanten van het pak naar zijn neus. 'Jij bent Tinky Winky...' 'Grover, niet aan je gezicht komen, alsjeblieft. Ik probeer je als een Teletubbie te schminken.'
Het moddermonster rent de kamer weer in. 'O, wat ziet hij er vreselijk uit! Wat doe je nou?'
'Hij blijft er doorheen wrijven,' probeer ik uit te leggen.
Ze kijkt op hem neer en haar stukjes stro trillen. 'Grayer Addison X, blijf van je gezicht af!' En daar gaat ze weer.
Zijn kin begint te trillen - hij mag nooit, maar dan ook nooit meer aan zijn gezicht komen.
'Je ziet er stoer uit, Grove,' zeg ik zacht. 'Kom, we maken het even af, goed?'
Hij knikt en draait me zijn wang toe zodat ik het kan afmaken.
'Is het naguma matoto?' roept ze vanuit de gang.
'Hakuna matata!' roepen we terug.
'Oké. Bedankt!' zegt ze. 'Hakuna matata. Hakuna matata.'
De telefoon gaat en ik hoor haar in de gang opnemen en alle moeite doen om rustig te klinken. 'Hallo? Hallo, schat. We zijn bijna klaar... Maar ik... Goed, maar ik heb de kostuums die je wilde dragen... Nee, ik... Ja, dat snap ik, maar ik heb alleen... Goed, nee, we staan straks in de hal beneden.'
Er komen langzame voetstappen op de marmeren vloer naar Grayers kamer toe, en dan komt het masker weer om de hoek kijken. 'Papa is een beetje laat, dus hij komt over tien minuten langsrijden om ons beneden op te halen, goed? Over negen minuten moet iedereen in de bal beneden zijn.' Negen minuten (waarin ik die stinkende, onhandelbare paarse albatros in glibber en mijn gezicht insmeer met wit frituurvet) komen we allemaal naar de hal in het appartement: kleine gele La-La, groot paars monster en Mrs X in een stijlvol Jill Sander-brockpak.
'Is het te warm voor mijn mink?' vraagt ze, terwijl ze mijn masker recht trekt zodat de paarse driehoek, die zo groot is als een schoenendoos, 'recht' staat.
Er komen twee portiers aan te pas om mij de limousine in te duwen, zodat ik voor de voeten van Mr en Mrs X terechtkom. Ik krabbel overeind en ga zitten, en precies op dat moment start de chauffeur de motor.
'Waar is mijn kaartje?' vraagt Grayer, als we net optrekken.
Ik weet niet of het door de laag polyester komt dat Grayers stem van ver weg lijkt te komen, of dat ik gewoon in shock ben geraakt.
'Mijn kaartje. Waar is mijn kaartje? Mijn kááártje!!' Hij begint op de achterbank, die we met zijn ouders delen, heen en weer te schommelen
'Nanny!' Door de toon in de stem van Mrs X schrik ik op. 'Grayer, zeg tegen Nanny wat er is.'
Ik manoeuvreer mijn bovenlichaam in Grayers richting omdat ik door het masker alleen rechtuit kan kijken. Ja, zeg het maar. Onder de witte make-up is zijn gezicht rood en hij is buiten adem. Hij knijpt zijn ogen dicht en brult: 'NANNY! IK HEB MIJN KAARTJE NIET BIJ ME.'Jezus.
'Nanny, hij moet dat kaartje altijd aan zijn kleren hebben...'
'Het spijt me heel erg.' Ik draai me naar hem toe. 'Grayer, het spijt me.'
'Mijn kaaaaartje!' bulkt Grayer.
'Hé,' beveelt een donkere stem van een onzichtbare man. 'Zo is het wel genoeg.' Mister X, I presume?
De hele limousine houdt zijn adem in. Deze geheimzinnige man, die mij tot nu toe is ontlopen en die, kan ik wel zeggen, ook mijn andere twee reisgenoten de afgelopen twee maanden is ontlopen, verdient een bevroren filmbeeld. Hij zit tegenover me in een donker pak en heel dure schoenen. Eigenlijk zit hij achter de Wall Street Journal, zodat de rest van zijn lichaam onzichtbaar is - tot de glanzende, terugwijkende haargrens toe, die in de spotlights wordt gezet door het leeslampje boven zijn hoofd. Onder zijn oor zit een mobieltje geklemd, waar hij alleen naar lijkt te luisteren. 'Hé' is het eerste wat hij laat horen sinds we allemaal zijn ingestapt. Of in mijn geval, naar binnen zijn geduwd.