‘Ik had het gehoopt,’ verduidelijkte ik. ‘Voor hem. Het is nu eenmaal een treurig feit dat de mannelijke modellen minder verdienen en minder werk hebben dan de vrouwelijke.’ Toch had ik wel verwacht dat Cary op een of andere manier door zou breken. Op emotioneel vlak kon hij het zich gewoon niet veroorloven om niet door te breken. Hij had geleerd zoveel waarde te hechten aan zijn uiterlijk dat ik het idee had dat hij het zichzelf gewoon niet kon toestaan te mislukken. Een van mijn grootste angsten was dat zijn carrièrekeuze hem zou achtervolgen op een manier die we geen van beiden zouden kunnen verdragen.
Mijn moeder nam een delicaat slokje van haar Pellegrino. Het café was gespecialiseerd in menu-items die overladen waren met cacao, maar ze paste er wel voor op haar dagelijkse rantsoen calorieën niet te overschrijden met één maaltijd. Ik was niet zo voorzichtig. Ik had een combinatie van soep en een sandwich besteld, plus een dessert dat me later die dag minstens een uur extra op de loopband zou kosten. Ik praatte mijn onmatigheid goed door mezelf erop te wijzen dat ik ongesteld was, wat in mijn optiek een carte blanche was wat chocola betrof.
‘En,’ glimlachte Monica naar Megumi, ‘ga je nog een keer afspreken met je blind date?’
‘Ik hoop het.’
‘Liefje, dat moet je niet aan het toeval overlaten!’
Terwijl mijn moeder haar wijsheid wat betreft de omgang met mannen begon te verkopen, leunde ik achterover en genoot van de aanblik. Ze was er vast van overtuigd dat iedere vrouw het verdiende om een rijke man te hebben die haar verwende, en voor het eerst sinds mensenheugenis concentreerde ze deze keer haar koppelingspraktijken niet op mij. Terwijl ik me zorgen maakte of mijn vader en Gideon wel met elkaar op zouden kunnen schieten, maakte ik me absoluut geen zorgen over wat mijn moeder ervan vond. We vonden allebei dat het de juiste man voor me was, ook al was dat om verschillende redenen.
‘Je moeder is cool,’ zei Megumi toen Monica naar het toilet ging om zich op te frissen voor we weggingen. ‘En je lijkt ontzettend veel op haar, bofkont die je bent. Zou het niet vreselijk zijn om een moeder te hebben die er beter uitziet dan jij?’
Ik lachte en zei: ‘Ik moet je vaker meenemen. Dit werkt perfect.’
‘Lijkt me leuk.’
Toen het tijd was om te gaan, keek ik naar Clancy en de limousine die bij de stoeprand stond te wachten, en besefte dat ik zin had om er wat van de lunch af te lopen voor ik weer aan het werk ging. ‘Ik denk dat ik ga lopen,’ zei ik tegen hen. ‘Ik heb te veel gegeten. Gaan jullie maar zonder mij.’
‘Ik loop met je mee,’ zei Megumi. ‘Ik heb frisse lucht nodig, hoe heet die ook is. Die ingeblikte lucht in het kantoor droogt mijn huid uit.’
‘Ik ga ook mee,’ zei mijn moeder.
Ik keek sceptisch naar haar hoge hakken, maar aan de andere kant droeg mijn moeder nooit iets anders dan hakken. Voor haar was het waarschijnlijk hetzelfde om daarop te lopen als het voor mij was om op platte schoenen te lopen.
We liepen terug naar het Crossfire in het standaard looptempo voor Manhattan, wat veel weg had van een stevige, vastberaden mars. Hoewel het ontwijken van menselijke obstakels er normaal gesproken een groot deel van uitmaakte, was dat met mijn moeder voorop veel minder een probleem. Mannen gingen eerbiedig voor haar aan de kant, en volgden haar vervolgens met hun ogen. In haar eenvoudige, ijsblauwe, sexy wikkeljurkje zag ze er koel en verfrissend uit in de vochtige hitte.
We waren net de hoek omgeslagen bij het Crossfire toen ze plotseling bleef staan, waardoor Megumi en ik tegen haar op botsten. Ze strompelde wankelend vooruit, en ik kon haar nog net bij haar elleboog pakken zodat ze niet viel.
Ik keek naar de grond om te zien wat haar had opgehouden, maar toen ik niets zag, keek ik naar haar. Ze stond verdwaasd naar het Crossfire te kijken.
‘Jezus, mam.’ Ik trok haar weg uit de stroom voetgangers. ‘Je bent zo wit als een vaatdoek. Heb je last van de hitte? Ben je duizelig?’
‘Wat?’ Ze greep naar haar hals. Haar opengesperde ogen bleven op het Crossfire gericht.
Ik draaide mijn hoofd om en volgde haar blik, in een poging te zien wat zij zag.
‘Waar kijken jullie naar?’ vroeg Megumi, die fronsend de straat in keek.
‘Mrs. Stanton.’ Clancy kwam aanlopen. Hij had de limousine waarmee hij ons op veilige maar discrete afstand had gevolgd, achtergelaten. ‘Is alles in orde?’
‘Zag je...’ begon ze, terwijl ze vragend naar hem keek.
‘Zag je wat?’ vroeg ik, toen zijn hoofd omhoogschoot en zijn getrainde blik de hele lengte van de straat afzocht. Er ging een rilling langs mijn rug toen ik de volmaakte concentratie zag waarmee hij keek.
‘Laat me jullie de rest van de weg rijden,’ zei hij zacht.