‘Jezus,’ mompelde Cary. ‘Dat is me nogal een vloot.’
Ik zag hoe hij zijn pillendoosje met reisziektepillen uit zijn zak haalde en de pillen met zijn bloody mary innam.
‘Wil jij ook wat?’ vroeg hij, en tikte met het doosje op tafel.
‘Nee, dank je.’
‘Ga je nog iets doen aan die sexy, maar o zo chagrijnige man?’
‘Weet ik nog niet. Misschien pak ik mijn e-reader wel.’
Hij knikte. ‘Dat is vast beter voor je geestelijke gezondheid.’
Een halfuur later lag Cary zachtjes te snurken in zijn slaapstoel, met een geluiddempende koptelefoon op zijn hoofd. Ik keek een tijdje naar hem. Ik vond het fijn dat hij er ontspannen en rustig uitzag, de lichte groeven rond zijn mond zacht geworden in zijn slaap.
Toen ging ik naar de cabine waar ik Gideon eerder in had zien verdwijnen. Ik overwoog om te kloppen en besloot toen dat niet te doen. Op een ander gebied sloot hij me al buiten: ik zou hem niet de gelegenheid geven om dat nu ook te doen.
Hij keek op toen ik naar binnen liep en op zijn gezicht zag ik geen verbazing dat ik zo plotseling verscheen. Hij zat aan een bureau en luisterde naar een vrouw die via een satelliettelefoon met hem sprak. Zijn jasje hing over zijn stoelleuning en hij had zijn das een beetje losgemaakt. Na die ene korte blik op mij hervatte hij zijn gesprek.
Ik begon me uit te kleden.
Eerst deed ik mijn topje uit, en daarna mijn sandalen en spijkerbroek. De vrouw ging door met praten. Ze had het over ‘aandachtspunten’ en ‘discrepanties’, maar Gideons ogen waren op mij gericht: heet en begerig.
‘Laten we hier morgenochtend maar mee verdergaan, Allison,’ onderbrak hij haar. Hij drukte op een knop op het toetsenbord waardoor het scherm donker werd, net voordat mijn beha op zijn hoofd landde.
‘Ik ben hier degene met PMS,’ zei ik, ‘maar jij bent degene die last heeft van stemmingswisselingen.’
Hij trok mijn beha op zijn schoot en leunde achterover in zijn stoel, terwijl hij zijn ellebogen op de armleuningen legde en zijn vingers in een driehoek tegen elkaar zette. ‘En nu doe je een striptease om mijn stemming te verbeteren?’
‘Ha! Wat zijn mannen toch voorspelbaar. Cary stelde al voor dat ik je moest pijpen om je op te vrolijken. Nee... word nou niet enthousiast. Dat gaat niet gebeuren.’ Ik stak mijn duimen achter het elastiek van mijn slipje en wiegde op mijn hielen heen en weer. Ik vond het knap dat hij zijn ogen op die van mij bleef richten en niet naar mijn borsten keek. ‘Volgens mij sta je bij mij in het krijt, kanjer. En flink ook. Naar omstandigheden ben ik toch een uitzonderlijk begripvol vriendinnetje geweest, vind je niet?’
Hij trok zijn wenkbrauwen op. ‘Ik bedoel: ik zou wel willen zien wat jij zou doen,’ vervolgde ik, ‘als jij bij mij thuis zou komen en een ex-vriend naar buiten zou zien stappen met zijn overhemd uit zijn broek. En als je dan boven een zootje aantreft op mijn bank en ik net onder de douche vandaan kom.’
Gideons kaak werd strak. ‘Wat ik dan zou doen willen we allebei niet meemaken.’
‘Zijn we het er dus over eens dat ik me toch wel erg goed heb gehouden onder deze uitzonderlijke omstandigheden?’ Ik legde mijn armen over elkaar omdat ik wist dat daardoor mijn eigenschappen waar hij zo dol op was, goed uitkwamen. ‘Je hebt me al duidelijk gemaakt hoe je me zou straffen. Hoe zou je me belonen?’
‘Heb ik daar dan een keuze in?’ zei hij lijzig, met zware oogleden.
Ik glimlachte. ‘Nee.’
Hij legde mijn beha op het toetsenbord en kwam nonchalant en gracieus omhoog uit zijn stoel. ‘Dan is dat je beloning, engel. Wat wil je?’
‘Ik wil dat je ophoudt met mopperen, om te beginnen.’
‘Mopper ik?’ Zijn lippen vertrokken door een onderdrukte glimlach. ‘Tja, ik werd zonder jou wakker en nu moet ik nog twee van die ochtenden zien te doorstaan.’
Ik liet mijn armen langs mijn lichaam vallen en ging naar hem toe. Ik legde mijn handpalmen plat op zijn brede borst. ‘Is dat het enige wat je dwarszit?’
‘Eva.’ Hij was zo’n sterke, lichamelijk machtige man, maar toch kon hij me met zoveel eerbied raken.
Ik boog mijn hoofd, want ik wist dat iets in mijn stem me had verraden. Hij was zo opmerkzaam.
Hij legde zijn handen om mijn kaken en kantelde mijn hoofd achterover om me aan te kunnen kijken. ‘Zeg eens wat je op je hart hebt.’
‘Ik heb het gevoel dat je je terugtrekt.’
Een lage grom rommelde door de lucht tussen ons in. ‘Ik heb nogal veel aan mijn hoofd. Maar dat betekent niet dat ik niet aan je denk.’
‘Ik voel het gewoon, Gideon. Er is een afstand tussen ons die er eerder niet was.’
Hij liet zijn handen langs mijn hals glijden en omvatte hem. ‘Er is helemaal geen afstand. Je grijpt me bij de keel, Eva.’ Hij greep me heel even steviger vast. ‘Voel je dat dan niet?’