De cabine was ruim, met een breed gangpad in het midden. De kleurstelling was neutraal, met accenten van chocoladebruin en ijsblauw. Diepe, draaibare kuipstoelen met tafeltjes waren aan de linkerkant geplaatst, en rechts stond een ingebouwde bank. Elke stoel had zijn eigen entertainmentconsole ernaast. Ik wist dat er achter in dit soort vliegtuigen een slaapkamer en een of twee luxe badkamers waren.
Een steward nam de weekendtassen van Cary en mij aan en gebaarde vervolgens dat we bij een groepje stoelen met een tafel moesten gaan zitten. ‘Mr. Cross zal binnen tien minuten hier zijn,’ zei hij. ‘Kan ik jullie ondertussen een drankje inschenken?’
‘Water, alsjeblieft.’ Ik keek op mijn horloge. Het was even over halfacht.
‘Een bloody mary,’ zei Cary, ‘als je die hebt.’
De steward glimlachte. ‘We hebben hier alles.’
Cary reageerde op mijn blik. ‘Wat nou? Ik heb nog niet gegeten, hoor. Het tomatensap houdt me op de been tot we gaan eten en de alcohol zal mijn reisziektepilletje sneller doen werken.’
‘Ik heb niks gezegd,’ protesteerde ik.
Ik draaide me om om uit het raampje naar de avondlucht te kijken, en mijn gedachten waren bij Gideon, zoals gebruikelijk. Hij was al de hele dag stil geweest, vanaf het moment dat hij wakker was geworden. Het ritje naar ons werk verliep in stilte en toen ik om vijf uur klaar was met werken, belde hij net lang genoeg om te zeggen dat Angus me in mijn eentje naar huis zou brengen, en Cary en mij vervolgens naar het vliegveld zou brengen, waar we elkaar weer zouden zien.
Ik koos er echter voor om naar huis te lopen, omdat ik de avond ervoor niet naar de sportschool was geweest en geen tijd had voor een work-out voordat we gingen vliegen. Angus had me gewaarschuwd dat Gideon het niet prettig zou vinden als ik de lift weigerde, ook al deed ik dat heel beleefd en met een goede reden. Ik denk dat Angus dacht dat ik nog steeds boos op hem was omdat hij Corinne een lift had gegeven, wat ook wel een beetje zo was. Ik moest helaas toegeven dat ik stiekem hoopte dat hij zich er rot over zou voelen. Maar eigenlijk vond ik het vervelend dat ik zo kleingeestig kon zijn.
Toen ik door Central Park liep, waar ik een kronkelpaadje tussen hoge bomen had genomen, had ik me voorgenomen dat ik niet kleingeestig zou doen over een man. Zelfs niet over Gideon. Ik wilde een leuk weekend in Vegas met mijn beste vriend niet door mijn frustratie over hem laten verpesten.
Halverwege was ik blijven staan, draaide ik me om en keek naar Gideons penthouse, hoog boven 5th Avenue. Ik vroeg me af of hij er nu was, bezig met pakken en organiseren voor een weekend zonder mij. Of misschien was hij nog op zijn werk, de belangrijkste zaken van die week aan het afronden.
‘Uh-oh,’ zei Cary zangerig, terwijl de steward terugkwam met een dienblad met onze drankjes. ‘Je hebt die blik weer.’
‘Wat voor blik?’
‘Die duivelse blik.’ Hij stootte zijn hoge, slanke glas tegen de zijkant van mijn korte tumbler. ‘Wil je erover praten?’
Ik stond op het punt hem te antwoorden toen Gideon het vliegtuig binnenstapte. Hij zag er nors uit en droeg een aktetas in zijn ene en een weekendtas in de andere hand. Nadat hij zijn tas aan de steward had gegeven, kwam hij bij Cary en mij staan. Hij gaf mijn huisgenoot een kort knikje voordat hij met de bovenkant van zijn vingers over mijn wang streek. Het eenvoudige gebaar schoot door me heen als een elektrische stroomstoot. En daarna was hij weg, naar een cabine achter in het vliegtuig. De deur had hij achter zich gesloten.
Ik fronste. ‘Hij is zo verdomd chagrijnig.’
‘En supersexy. Hoe hij dat pak draagt...’
Meestal maken kleren de man. Maar wat Gideon van een driedelig pak maakte, zou verboden moeten worden.
‘Zit me niet af te leiden met z’n uiterlijk,’ mopperde ik.
‘Pijp hem dan. Daar wordt hij wel vrolijk van.’
‘Typisch weer zo’n mannenopmerking.’
‘Wat dacht je dan?’ Cary pakte de beslagen, glazen fles water die naast mijn kristallen tumbler stond. ‘Kijk nou eens.’
Hij liet me het etiket zien, waarop het merk Cross Towers and Casino stond. ‘Dat noem ik nou nog eens chic.’
Ik vertrok mijn mond een beetje spottend. ‘Voor de vips.’
‘Wat?’
‘Die patsers in de casino’s. Gokkers die zonder blikken of blozen 100.000 dollar of meer neerkwakken bij elke kaart die wordt omgedraaid. Ze worden gelokt met heel veel extraatjes: maaltijden, hotelkamers en reiskostenvergoeding. Mijn moeders tweede echtgenoot was zo’n vip. Een van de redenen waarom ze hem heeft verlaten.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Wat jij al niet weet. Dus dit is een bedrijfsvliegtuig?’
‘Een van de vijf,’ zei de steward, die terugkwam met een dienblad vol fruit en kaas.