Ook best. Dan gingen we hier in de gang wel praten. ‘Ik ken hem. Ik begrijp hem niet altijd, maar dat is weer een ander verhaal. Ik weet dat hij je van tevoren zou hebben verteld dat het niks ging worden tussen jullie, omdat hij je geen valse verwachtingen wilde geven. Hij heeft je al eerder pijn gedaan en dat doet hij niet nog eens.’
‘Dit is erg fascinerend allemaal. Weet hij dat je hier bent?’
‘Nee, maar jij zult het hem wel vertellen. En dat is prima. Ik wil alleen weten wat je bij het Crossfire aan het doen was, die dag dat je naar buiten kwam en er net zo pas geneukt uitzag als nu.’
Haar glimlach was vlijmscherp. ‘Wat denk je dat ik aan het doen was?’
‘Niet iets met Gideon,’ zei ik beslist, al was ik inwendig aan het bidden dat ik mezelf niet totaal voor paal aan het zetten was. ‘Je zag me aankomen, hè? Vanuit de hal had je rechtstreeks uitzicht op de straat en toen zag je me. Gideon heeft je bij het diner in het Waldorf verteld dat ik het jaloerse type was. Heb je een vluggertje gehad met iemand van een van de andere kantoren? Of heb je zelf je haren en kleren in de war gemaakt voor je naar buiten stapte?’
Ik zag het antwoord op haar gezicht. Het was er heel even, en in een flits was het weer weg, maar ik had het gezien.
‘Je insinuaties zijn allebei even absurd,’ zei ze.
Ik knikte en genoot van een moment van diepe opluchting en genoegdoening. ‘Luister. Je zult hem nooit voor jezelf krijgen zoals je hem wilt. En ik weet dat dat pijn doet. Ik heb het de afgelopen twee weken meegemaakt. Het spijt me voor je, echt waar.’
‘Flikker op met je medelijden,’ snauwde ze. ‘Bewaar dat maar voor jezelf. Ik ben degene met wie hij zijn tijd doorbrengt.’
‘En zo kun je hem nog een dienst bewijzen, Corinne. Als je goed kijkt, zie je dat hij het nu moeilijk heeft. Wees een vriend voor hem.’ Ik liep terug naar de liften en riep over mijn schouder: ‘Prettige dag nog.’
Ze gooide de deur achter me dicht.
Toen ik weer terug in de Bentley was, zei ik tegen Angus dat hij me naar het kantoor van Dr. Terrence Lucas moest brengen. Hij aarzelde even terwijl hij de deur dichtdeed en keek me indringend aan. ‘Gideon zal erg kwaad worden, Eva.’
Ik knikte om hem te laten zien dat ik de waarschuwing had begrepen. ‘Als het zover is, regel ik dat wel.’
Het gebouw waarin de privépraktijk van Dr. Lucas gehuisvest was, was bescheiden, maar zijn kantoor was warm en uitnodigend. De wachtkamer had donkere houten panelen en de muren waren bedekt met allerhande foto’s van baby’s en kinderen. Tijdschriften over opvoeden lagen op de tafels en waren netjes in rekken bij elkaar gezet, en de speelruimte was opgeruimd en werd in de gaten gehouden.
Ik schreef me in en nam plaats, maar ik was nauwelijks gaan zitten of ik werd al opgeroepen door de zuster. Ik werd meegenomen naar het kantoor van Dr. Lucas, niet naar de behandelkamer, en hij stond op uit zijn stoel toen ik binnenkwam en liep snel om zijn bureau heen.
‘Eva.’ Hij stak zijn hand uit en ik schudde hem. ‘Je had geen afspraak hoeven maken.’
Ik slaagde erin te glimlachen. ‘Ik wist niet hoe ik je anders moest bereiken.’
‘Ga zitten.’
Ik ging zitten, maar hij bleef staan. Hij koos ervoor om tegen het bureau te leunen en de rand met beide handen vast te pakken. Dat gaf hem een houding van macht, en ik vroeg me af waarom hij het idee had dat hij dat bij mij nodig had.
‘Wat kan ik voor je doen?’ vroeg hij. Hij had een kalme, zelfverzekerde houding en een brede, open glimlach. Met zijn knappe voorkomen en zijn innemende persoonlijkheid wist ik zeker dat iedere moeder vertrouwen zou hebben in zijn kunde en integriteit.
‘Gideon Cross was een patiënt van je, hè?’
Zijn gezicht werd meteen gesloten en hij ging rechtop staan. ‘Het staat me niet vrij over mijn patiënten te praten.’
‘Toen je in het ziekenhuis dat zinnetje “er zijn dingen die ik niet mag bespreken” zei, zocht ik er nog niks achter, maar dat had ik wel moeten doen.’ Ik trommelde met mijn vingertoppen op de armleuning. ‘Je loog tegen zijn moeder. Waarom?’
Hij liep terug naar de andere kant van het bureau, zodat het tussen ons in stond. ‘Heeft hij dat verteld?’
‘Nee. Ik probeer er gaandeweg achter te komen. Waarom zou je, hypothetisch gesproken, liegen over de uitkomst van een test?’
‘Dat zou ik nooit doen. Ik denk dat je moet vertrekken.’
‘O, kom nou toch.’ Ik leunde naar achteren en legde mijn benen over elkaar. ‘Ik had meer van je verwacht. Waar blijven je beweringen dat Gideon een gewetenloos monster is dat erop gericht is alle vrouwen op aarde te gronde te richten?’
‘Ik heb mijn plicht gedaan en je gewaarschuwd.’ Zijn blik was hard en zijn lippen waren een gemene grimas geworden. Hij was helemaal niet meer zo knap. ‘Als jij je leven wilt blijven vergooien, kan ik daar niets aan doen.’