Daarop bleef ze staan en duwde Otto weg. Maar toen besefte ze dat onenigheid met een oude familievriend op haar receptie de geruchten alleen maar zou aanwakkeren. Daarom pakte ze zijn hand en trok hem mee naar een stil hoekje achter een marmeren pilaar.
Even aarzelde Otto, en zijn diepe zucht gaf aan dat er meer nieuws zou komen waarmee ze niet blij zou zijn.
‘Ze zeggen dat je man afspraken probeert te maken met een aantal mijngiganten, maar ze zullen hem tegenwerken waar ze maar kunnen.’ Hij raakte haar arm aan. ‘Je kunt niet verwachten dat mensen hem ineens aardig gaan vinden alleen omdat jij met hem bent getrouwd. Ze zijn niet vergeten dat zijn vader het leven van een aantal prominente families heeft geruïneerd. Ze hebben een goed geheugen.’
‘Jax is zijn vader niet,’ beet ze hem toe.
Haar woede en verontwaardiging namen toe. Gunden deze mensen niemand een tweede kans? Jax had niets verkeerd gedaan, behalve dat hij geboren was als zoon van Denver Maroney, maar daar werd hij wel op afgerekend. Wat nou als er door hun huwelijk voor hem niets was veranderd? Straks zag hij af van hun afspraak en was haar kans om Seaborn’s te redden verkeken.
‘Dat weet ik, maar je kunt niet verwachten dat ze een man vertrouwen die na vele jaren ineens terugkeert en dan denkt grote zakendeals te kunnen sluiten. Niet na wat er met die oude Maroney is gebeurd.’
Een moment lang was ze verblind door woede, en ze moest een paar keer knipperen voor ze reageerde. ‘Misschien niet, maar ik verwacht dat ze mijn oordeel vertrouwen. Of ze het nou leuk vinden of niet, ik ben met Jax getrouwd, en als ze de naam Seaborn vertrouwen, moeten ze hem ook gaan vertrouwen.’
Otto bleef met open mond achter toen zij zich omdraaide en op de deur af snelde. Daarbuiten trof ze Jax aan, een buitenstaander op zijn eigen feest. Die verdraaide mensen ook met hun onverdraagzame bekrompenheid.
‘Wat is er?’ Hij pakte haar arm.
Voor ze de balzaal weer in ging om die snobs een lesje te leren, had ze wat frisse lucht nodig.
Toen ze naar hem opkeek, verwachtte ze boosheid en bezorgdheid te zien, maar wat ze zag, raakte haar nog dieper: gelatenheid. Hij wist wat hun te wachten stond, de vooroordelen die ze zouden moeten overwinnen. Maar in plaats van er boos over te worden, accepteerde hij het. Dat ging zij mooi niet doen.
Nadat ze haar hand in de zijne had laten glijden, trok ze hem weer mee richting de balzaal. ‘Dat vertel ik je nog wel. Nu gaan we doen wat pasgetrouwde mensen horen te doen op hun receptie. Feesten.’
Ze sneden de taart aan, hielden korte toespraken en dansten nog wat voor ze het afscheid ontvluchtten en er snel vandoor gingen, vijf uur nadat ze waren gekomen. En nog was Jax zijn norse blik niet kwijt.
Ze trok hem mee naar de liften. ‘We hebben het gered. Waarom kijk je alsof we gefaald hebben?’
‘Het is niets...’
‘Kom op nou.’ Daarop ging ze tegenover hem staan. ‘Als je het me nu niet vertelt, gaan we niets anders doen dan slapen in dat decadente penthouse.’
Zijn mondhoeken bewogen. ‘Je speelt het wel hard.’
‘Draai er niet omheen. Vertel op.’
Hij zuchtte en zijn weerstand was zichtbaar in zijn gespannen nekspieren, verkrampte kaak en donkere blik.
‘Ik veroordeel je niet. Ik luister alleen maar,’ zei ze, en ze legde haar hand tegen zijn wang en streek over de zorgrimpels rond zijn mond.
Toen gebeurde er iets wonderlijks. Duidelijk zichtbaar zakte hij in en trok de spanning weg. Zijn mond ging een paar keer open en dicht voor hij zijn keel schraapte.
‘We hebben niemand overtuigd.’
Blijkbaar was hij niet alleen slim en knap, maar ook nog oplettend.
‘Ze hebben net gehoord dat we getrouwd zijn. Geef het wat tijd.’
‘Dit gaat nooit werken.’
Haar bloed stolde bij zijn stellige toon, alsof hij het al had opgegeven voor ze eraan waren begonnen.
‘Nooit gedacht dat jij het zo snel zou opgeven.’ Ze hoopte hem uit te dagen om terug te vechten.
‘Dit is tijdverspilling.’ De rimpels naast zijn mond werden nog dieper. ‘Ze zullen me nooit accepteren. Ze zien alleen mijn vader.’
In zijn zucht klonk zoveel verdriet dat ze haar handen om zijn nek sloeg en hem tegen zich aan drukte, uit angst dat hij ervandoor zou gaan voor ze zijn emotionele barrière had doorbroken.
‘En ik kan het ze niet kwalijk nemen.’
Hij praatte zo zachtjes dat ze hem nauwelijks verstond, en zijn hoofd zakte voorover tegen het hare aan. ‘Je bent niet zoals hij.’
‘Hoe weet je dat? Jij hebt niet meegemaakt hoe hij anderen gebruikte om er zelf beter van te worden. Je hebt niet gezien hoe hij zijn emoties verdrong en zich compleet afsloot.’
Toen deed hij een stap terug en wilde haar handen van zijn nek losmaken. ‘Misschien zit dat ook wel in mij.’ Hij tikte tegen zijn borst. ‘Diep vanbinnen.’