Toen hij onder de carport de motor uitzette, schoten Ruby’s ogen open, en ze knipperde even voor ze haar blik op het huis richtte. Haar opgetogen glimlach overviel hem nogal. Natuurlijk had hij gehoopt dat ze het leuk zou vinden, maar ze keek alsof hij haar met juwelen had overladen.
‘Hoe heb je deze plek gevonden?’
‘Met het oude vertrouwde Google,’ zei hij.
‘Het is prachtig.’ Ze liet haar hand op de zijne rusten, waardoor zijn hart samentrok. ‘Dank je.’
‘Geen dank.’ Daarop trok hij zijn hand weg, zogenaamd om het portier open te doen. Dat ongemakkelijke gevoel zat hem niet lekker. Ze bracht hem van zijn stuk.
Hoewel hij wel eens uitging met vrouwen, had hij nooit echt gevoelens voor hen. Dat klonk hard, maar waarom zou hij een emotionele band aangaan als hij toch al wist dat het nooit iets zou worden? Dit huwelijk was niet anders, maar waar kwam dat gevoel vandaan dat hij haar wilde vertroetelen en aanraken en bij haar wilde zijn? Jemig, hij moest haar zo snel mogelijk in bed zien te krijgen. Dan zou hun relatie weer op een niveau zijn dat hij begreep en zou dat vreemde gevoel vast wel weggaan.
Nadat hij de kofferbak had opengedaan, pakte hij hun tassen en liet haar voorgaan op het pad dat naar de felblauwe voordeur leidde.
‘Laat mij maar.’ Ze nam de sleutel van hem over en maakte de deur open.
Toen ze tien seconden lang stil bleef staan, zette hij de tassen neer. ‘Waar wacht je op?’
Daarop rolde ze met haar ogen. ‘Tot jij me over de drempel draagt, domoor.’
‘Dat kun je niet menen.’
‘Echt wel. Ik zet geen stap verder als je me niet naar binnen draagt.’
Die vrouw was onverbeterlijk. Hoe kon ze ineens weer zo uitdagend zijn?
‘En als ik nou last van mijn rug heb?’
Met toegeknepen ogen keek ze toe hoe hij zijn handen op zijn onderrug legde. ‘Heb je dat?’
Het lukte hem niet zijn gezicht in de plooi te houden. ‘Nee, maar misschien krijg ik dat wel als ik jou moet dragen.’
‘Nu is het genoeg.’
Daarop plaatste ze haar handen tegen zijn borstkas en gaf hem een duw, hard genoeg om hem te laten wankelen.
Zodra hij haar handen vasthad, trok hij haar tegen zich aan. ‘Je kunt zo heerlijk opvliegend zijn.’
‘Probeer me niet te vleien, rugpatiëntje.’
‘Rugpatiëntje?’ vroeg hij snuivend.
Wie de brace past...’
Hij lachte. Haar directheid wond hem net zo erg op als haar gekronkel om uit zijn greep te ontsnappen.
‘Dat moet je vaker doen.’ Haar vingertop raakte zijn gekrulde mondhoek aan en bleef even verleidelijk hangen.
Hij wilde zijn hoofd bijdraaien en op haar vinger zuigen, als voorproefje van wat hij met de rest van haar lichaam zou doen.
Wie ben jij eigenlijk, Jax Maroney?’
Toen ze haar hand liet vallen, miste hij haar aanraking.
‘Ik moet meer weten over de man achter het chagrijnige masker aangezien we nu getrouwd zijn.’
Daarmee was zijn verlangen meteen bekoeld. Hij wilde haar niets vertellen. Niet zijn diepste gedachten of zijn angsten en verlangens. Het enige verlangen dat hij wilde laten zien, draaide om hen twee naakt.
‘Je praat te veel.’ Daarop kwam hij zo dichtbij staan dat zij een stap achteruit moest doen.
Haar ogen glinsterden van opwinding en er verscheen een gemeen glimlachje op haar gezicht. ‘Dat is gezonder dan alles maar opkroppen.’
Opnieuw kwam hij dichterbij en deed zij een stap terug. ‘Ik hoef geen psychologische analyse van je.’
Wat wil je dan wel van me?’
‘Dit.’
Hij drukte zijn mond op de hare, en haar kreet van verbazing werd al snel gevolgd door gekreun van genot. Het was net als die kus op het stadhuis: alles vervaagde tot hij niets anders voelde en proefde dan deze vrouw. Zijn vrouw. De vrouw voor wie hij een bijzondere avond had willen regelen, hoe graag hij haar nu ook wilde nemen tegen de dichtstbijzijnde muur.
Toen hij zijn mond van de hare trok, had ze net zo’n verwilderde blik als hij.
Wat doe je?’ Ze schudde hem door elkaar. ‘Geen seks, weet je nog?’
Zijn hand gleed over haar wang en over de contouren van haar lippen voor hij hem bewust liet vallen.
‘Dit mag dan een schijnhuwelijk zijn, maar een vrouw als jij verdient een onvergetelijke huwelijksnacht.’
Dat meende hij. Nog nooit had hij een vrouw ontmoet die zo direct was en zo recht op haar doel afging, zelfs als ze daarvoor haar droom van een sprookjeshuwelijk moest opgeven. Hoewel Ruby nooit had gehint op die emotionele onzin, kon hij zich voorstellen dat ze er net als elke vrouw naar verlangde.
‘Met dat sentimentele geklets maak je het me wel moeilijk om je weg te blijven duwen.’
Ze knipperde en hij zou zweren dat hij tranen zag glinsteren. Verdorie. Daar kon hij niet goed tegen. Niet na al het gehuil van zijn moeder nadat Denver gearresteerd was. Mooi niet dat hij de avond liet verpesten door zijn bruid aan het huilen te maken.