Home>>read Brainwash free online

Brainwash(8)

By:Carry Slee


Wat zei hij nou allemaal tegen Naomi? Hoeveel studies had hij zogenaamd gedaan? Nul dus. En dat hij Chinees gaat studeren in september is ook gelogen. Hij heeft die studie weleens overwogen, maar wat heeft hij niet overwogen? Als hij ooit wil gaan studeren, zal hij toch eerst zijn middelbareschooldiploma moeten halen. Vlak voor zijn eindexamen is hij van school gegaan, drie maanden ervoor. Twee leraren zijn nog bij hem thuis geweest. Ze hebben op hem ingepraat en gezegd dat hij terug moest komen. Maar hij durfde niet, hij was bang om te zakken. Nergens voor nodig, want hij stond er prima voor. Hij had zich voorgenomen dat hij het in de avonduren zou afmaken. Hij wilde zich inschrijven bij het Luzac College, maar helaas is het er nooit van gekomen. Hij weet zelf ook niet waarom. Geen tijd, uitstellen, wegschuiven. Hij is nu tweeëntwintig. Als hij zo doorgaat, wordt hij een grote loser. Hoe moet het in september, als Naomi erachter komt dat hij helemaal geen Chinees gaat studeren? Hij had beter eerlijk kunnen zijn en zeggen: ‘Naomi, hier staat een grote loser voor je.’

Dat gevoel, dat hij een loser is, begon in groep acht op de basisschool. Ze hadden een voetbalteam. Tijdens een toernooi was hij de keeper. Ze hadden een zware tegenstander, maar toch liet hij geen bal door. Zelfs een penalty hield hij tegen. Hij dook met zijn kop tegen de paal, maar hij hield de bal mooi tegen. Ze hadden gewonnen en hij was apetrots. Ze droegen hem op hun schouders over het veld. Hij kon niet wachten om het aan zijn moeder te vertellen. Ze was vaak verdrietig. Jelle probeerde haar altijd op te beuren, maar dat lukte vaak niet. Er kwam zelfs een foto van hem in het plaatselijke krantje. Toen hij thuiskwam, stond zijn moeder te koken. ‘Mam, we hebben gewonnen!’ riep hij al bij de deur. Achteraf beseft hij dat ze hem waarschijnlijk niet eens had horen binnenkomen, maar toen snapte hij er niks van dat ze niet blij reageerde. ‘Het is een heel bijzondere dag,’ probeerde hij nog eens.

Zijn moeder knikte bedroefd. ‘Fijn dat je eraan denkt. Vandaag is het precies een jaar geleden.’

Ineens wist hij waar ze het over had: zijn broertje.

Precies een jaar geleden hadden ze hem naar een tehuis gebracht. Hij was het helemaal vergeten, hij voelde zich erg schuldig. Hoe had hij kunnen denken dat hij zijn moeder blij kon maken, en nog wel op deze dag? Hij voelde zich afschuwelijk en was naar zijn kamer gegaan. Hij zei dat hij buikpijn had en at die avond niets.

De volgende wedstrijd stond hij weer in het doel, maar toen lukte het niet meer. Bij elke bal die zijn kant op kwam zag hij het verdrietige gezicht van zijn moeder voor zich. Hij zou haar nooit meer blij kunnen maken, nergens mee. Ze verloren door zijn schuld. Kort daarna is hij uit het team gestapt.

Verdomme! denkt hij ineens. Ik ben niets veranderd. Vanochtend ben ik bij Naomi ook weggerend, net als toen. Waar ben ik mee bezig? Ik reageer nog precies zo gefrustreerd als vroeger. Hij staat op en bonkt met zijn hoofd tegen de muur. Dan gaat hij naar beneden en hij stapt op zijn fiets.



Hij is helemaal naar Zandvoort gereden, heeft een duik in de zee genomen en rijdt nu weer terug. Hij haalt het nog net, om zeven uur moet hij achter de bar staan. Een uur later zet hij zijn fiets voor de Apotheek. Hij loopt naar binnen en gaat achter de bar aan de slag. Hij moet aldoor aan Naomi denken. Hij haalt zijn mobiel uit zijn zak. Hi Naomi, zin om vanavond uit te gaan? Ik moet wel tot twaalf uur werken. x Jelle. Hij kijkt naar het sms’je. Hij aarzelt, maar dan drukt hij op Verzenden. Binnen een paar minuten heeft hij antwoord.

Om halfeen bij Max? Liefs, Naomi



Klokslag twaalf uur loopt Jelle de Apotheek uit. De hele avond heeft hij een opgewonden gevoel. Zijn baas vroeg of hij soms verliefd was. ‘Je bent zo lekker wazig,’ zei hij. Dit gevoel heeft Jelle lang niet gehad. De stress van vanochtend is helemaal weg. Terwijl hij de brug over fietst, vraagt hij zich af wat voor type die Eric was. Behalve dat hij verongelukt is, heeft Naomi niets over hem verteld.

Het maakt ook geen bal uit, want ze is nu met hem. Ze is wel heel anders dan zijn ex-vriendinnen. Die gaven niet zoveel tegengas en dat leek hem wel makkelijk, maar goed was het niet voor hem. ‘Jij moet een vrouw hebben die je stuurt,’ zei zijn moeder ooit. Hij heeft geen contact meer met zijn moeder, dus Naomi krijgt haar niet te zien. Het maakt niet uit, hij zou zijn moeder toch altijd teleurstellen, met wie hij ook aankomt. Ze snapte nooit iets van hem, zelfs niet toen hij nog klein was. Ook al wist hij dat zijn broertje Ollie het syndroom van Down had, Jelle wilde ook aandacht. Als hij zag dat zijn moeder de veters van zijn broertje strikte, wilde hij dat ze het ook bij hem deed. In gedachten hoort hij zichzelf nog jengelen. Míjn blouse moet je ook dichtknopen, míjn tas moet je ook inpakken. Voor mij moet je ook kastanjes zoeken en oppoetsen. Ineens kon hij zogenaamd niets meer en werd hij alleen maar kinderlijker. Achteraf begrijpt hij ook wel dat zijn moeder alleen maar geïrriteerd raakte, maar de kleine Jelle begreep dat helemaal niet. ‘Jij kunt het zelf,’ zei ze bij alles wat hij vroeg. Ze had niet eens de tijd om even bij hem te kijken. Jelle weet nog goed dat ze op een middag samen met de buurvrouw naar het bos gingen. Hij klom hoog in de boom. De buurvrouw schrok. ‘Niet zo hoog!’ riep ze. ‘Dat is gevaarlijk.’ Maar hij wilde juist dat zijn moeder bezorgd om hem was.