Home>>read Brainwash free online

Brainwash(69)

By:Carry Slee


Niet reageren, denkt Jelle, ik ben hier voor Elise, niet voor mijn eigen shit. Maar hij kijkt in de ogen van Jonathan en voor hij het weet, zegt hij: ‘Ik heb het verkloot bij mijn ouders. Mijn vader was niet in mij geïnteresseerd en mijn moeder heeft met me gebroken, omdat ik haar heb bestolen.’

‘Spijtig genoeg hebben je ouders nooit echt naar je gekeken. Want dan hadden ze gezien wat voor een waardevol mensenkind ze op de wereld hadden gezet. Waarschijnlijk waren ze verblind door hun eigen hebzucht en ego. Ieder mens verdient het om liefde te krijgen, mijn jongen, jij ook.’

Jelle vecht tegen zijn tranen.

‘God houdt van je,’ zegt Jonathan. ‘Je bent aangedaan, omdat je voor het eerst voelt dat je recht van bestaan hebt. Weet dat je hier in de Ark altijd welkom bent, dag en nacht. Als je je aan mij toevertrouwt, zal ik je helpen om een goede zoon van God te worden. Gods onvoorwaardelijke liefde zal je genezen.’ Jonathan slaat een kruis en verlaat de gebedsruimte.

Esther slaat een arm om Jelle heen. ‘Wil je nog meer zien, of is het voor nu wel genoeg?’

Jelle kan nu geen rondleiding aan, laat staan met Elise praten. Hij is veel te geëmotioneerd.

‘Een andere keer graag,’ fluistert hij. Hij gaat naar buiten en stapt op zijn fiets.

Terwijl de tranen over zijn wangen stromen gooit hij een eindje verderop zijn fiets in het gras. Hij gaat bij het water zitten en kan alleen maar huilen. Nu pas voelt hij hoe erg hij zijn vader heeft gemist. Voor het eerst van zijn leven durft hij zijn verdriet toe te laten.





Elise





Elise voelt zich stukken lichter nu ze Jonathan haar geheim heeft toevertrouwd. De gedachte dat God haar heeft vergeven, maakt haar leven veel makkelijker. Maar haar rust is ook het resultaat van het voortdurend opzeggen van de mantra. God, ik zoek U, Jonathan zal mij naar U toe leiden. Alleen kan ik dat niet. Alleen Jonathan kan mij de weg wijzen. Ze merkt dat ze door de mantra veel kleiner wordt, en daardoor wordt haar probleem ook kleiner. Ze durft nu haar leven in Jonathans handen te leggen.

Ze vraagt zich af hoe ze ooit heeft kunnen denken dat ze haar eigen leider kon zijn. Ze snapt er steeds meer van. Wij mensen weten niet wat goed voor ons is, iedereen heeft Gods hulp nodig. Wat heeft ze niet geleden de laatste jaren!

’s Ochtends, als ze wakker wordt, merkt ze dat de schrijnende innerlijke pijn iets afneemt. Ze kan niet wachten op de dag dat die pijn en het schuldgevoel voorgoed wegblijven. Tot nu toe heeft ze nog elke dag een gesprek met Jonathan gehad. Het doet haar goed om in zijn nabijheid te zijn. Zijn wijsheid, zijn warmte en vooral zijn kracht hebben een bijzondere uitwerking op haar. Elke keer weer als ze in zijn nabijheid mag verkeren, voelt ze de verbinding tussen hem en God. Ze heeft Jonathan eerlijk verteld dat ze soms last heeft van een schuldgevoel tegenover haar familie, omdat zij hen nu in de steek heeft gelaten. Maar Jonathan heeft haar ervan overtuigd dat de weg die ze nu heeft gekozen voor haar de allerbeste weg is en dat ze over een tijd zal beseffen dat het schuldgevoel onterecht was.

Die gesprekken en de dagelijkse preken van Jonathan in de gebedsruimte helpen haar standvastig te zijn. Vaak denkt ze op haar kamer nog lang na over wat hij heeft gezegd.

Jammer genoeg spreekt ze Jonathan vandaag niet. Gisteren heeft hij haar verteld dat de vijfde dag een dag van bezinning is. Ze moet de hele dag op haar kamer blijven; ook tijdens de maaltijden is ze niet welkom. Maar morgen, als ze hem weer spreekt, wil ze het over iets anders hebben waar ze over tobt. Namelijk dat ze haar baan heeft opgezegd. Soms voelt ze zich net een parasiet. Ze eet in de Ark, ze krijgt hier alles, en zelf brengt ze niets in. Misschien moet ze toch weer een baan gaan zoeken. Ze kan wel huishoudelijke taken op zich nemen; ze kan wassen en strijken en koken, of nog liever: de tuin verzorgen. Maar dat levert allemaal niets op. Die taken kunnen ook naast een baan.

Ze schrikt als haar deur opengaat. De priesteressen wenken dat ze mee moet komen. Ze vraagt zich af waar ze haar heen brengen. Jonathan zou ze vandaag niet te spreken krijgen, maar ze lopen toch in de richting van de gebedsruimte. Een paar leden van de groep komen naar buiten. Ze groeten de priesteressen, maar haar lopen ze straal voorbij. Het went al. Ze snapt nu dat het voor haar eigen bestwil is. De inwijdingsperiode is er niet voor niets. Ze is nog te werelds, ze hoort nog niet echt bij hen.

Elise loopt achter de priesteressen aan de gebedsruimte in. De priesteressen gaan voor het altaar staan en steken de kaarsen aan. Elise knielt als Jonathan binnenkomt. Hij gaat voor haar zitten en pakt haar handen. ‘Vandaag zouden we eigenlijk geen contact hebben,’ zegt hij plechtig. ‘De dag van bezinning, weet je nog? Maar God heeft mij gevraagd jou bij Zich te roepen.’

Elise schrikt. Hij kijkt er zo ernstig bij. Ze hoopt niet dat Jonathan ontevreden over haar is. Ze denkt meteen aan gisteravond tijdens het avondeten. Ze mag geen oogcontact maken, maar opeens verscheen Rafaël en toen keek ze hem recht in de ogen. Ze weet dat het verboden is, maar ze deed het zonder erbij na te denken. Daarna wendde ze meteen haar gezicht af. Ze heeft dus gezondigd. Ze was het eigenlijk al helemaal vergeten, maar nu ze wordt ontboden moet ze er opeens aan denken.