Home>>read Brainwash free online

Brainwash(55)

By:Carry Slee




Naomi staat met haar rugtas voor haar huis. Ze geeft Jelle een kus. Daarna gaat hij zijn eigen huis in. Hij wil zich eerst even opfrissen en schone kleren aantrekken. Ze vindt het prima, dan is ze tenminste even alleen met haar zus. Ze heeft Elise best gemist, maar nu is ze er weer.

Ze kijkt door het raam naar binnen, maar ze ziet niemand. Ze heeft geen zin om de sleutel onder uit haar rugtas te vissen en belt aan. Het verbaast Naomi dat Elise niet opendoet. Ze weet toch dat ze op dit uur thuiskomt? Vanochtend heeft ze nog een sms’je gestuurd. Elise is zeker bij Rafaël, denkt ze, en ze duikt in haar rugtas. Eindelijk heeft ze de sleutel gevonden en ze steekt hem in het slot. Stiekem moet ze wel lachen om Elise. Ze heeft nooit een vriendje gehad en nu is het ineens dik aan.

Ze doet de deur open, kwakt haar rugtas in de gang en loopt door naar de kamer. Wat heerlijk om weer thuis te zijn. Ze zal Elise zo wel bellen dat ze thuis is. O wacht, ze ziet een brief op tafel liggen. Naomi begint nietsvermoedend te lezen, maar algauw trekt ze wit weg. ‘Dit kan niet!’ roept ze geschrokken. ‘Dit is niet waar!’ De kamer begint voor haar ogen te draaien. Ze rent in paniek de trap op naar Elises kamer en rukt haar kledingkast open. Als ze ziet dat hij leeg is, geeft ze van schrik een gil. Dan rent ze weer naar beneden en leest de brief nog een keer over. Het lijkt wel een nachtmerrie. Haar zus zit bij een sekte! Ze is haar kwijt, haar eigen zus! Naomi krijgt hetzelfde machteloze gevoel als toen ze het telefoontje over Erics ongeluk kreeg. Ze ploft in een stoel neer en als in een shock staart ze voor zich uit. ‘Nee,’ kreunt ze. ‘Dat kan ik niet aan…’

Ze voelt zich duizelig en slaat haar handen voor haar gezicht. Dit overleef ik niet, denkt ze. Ze staat op, loopt naar de keuken en drinkt een paar slokken water. Ik wil niet nog iemand verliezen, denkt ze, terwijl ze de tuin in kijkt. Aan de overkant ziet ze mannen op een steiger aan de balkons werken. Ze werken gewoon door, alsof er niets aan de hand is. Ik ben godverdomme mijn zus kwijt, wil Naomi schreeuwen.

Ze loopt de kamer in. Was ze maar niet op vakantie gegaan, dan was dit misschien nooit gebeurd. Ze had Elise tegengehouden, al had ze haar zus moeten opsluiten. Maar wist zij veel? Ze dacht dat Elise verliefd was op Rafaël. Ze was ervan overtuigd dat ze bij hem zou gaan wonen. Hoe kan het dat ze zich zo heeft vergist? Dat ze al die tijd blind is geweest? Ze heeft verdomme niet goed gekeken. Ze is alleen maar met zichzelf bezig geweest, met haar en Jelle. Dit kan gewoon niet waar zijn, dit gebeurt niet echt. Naomi pakt haar mobiel. Haar vingers trillen als ze het nummer van haar moeder intoetst.

‘Mam…’ zegt ze en dan begint ze te snikken. Het is net zoals toen met Eric. Het ging precies zo. Toen heeft ze ook als eerste haar moeder gebeld.

‘Wat is er, kind?’ vraagt haar moeder bezorgd.

‘Elise… Ze is weg. Ik kom net thuis en ze is vertrokken.’

‘Hoe bedoel je “vertrokken”? Waarnaartoe?’

‘Er ligt een brief op tafel, mam, een afscheidsbrief. Ze zit in een of andere enge sekte. Ze heeft zich aangesloten.’

‘Naomi, rustig, wat is er precies aan de hand?’

‘Ik dacht dat ze verliefd was op die Rafaël. Voor ik wegging heb ik het er nog met je over gehad. Ik was zo blij voor haar, en jij ook, mam, wij allemaal. Maar ze was helemaal niet verliefd. Hij heeft haar ingepalmd, mam. Ze is in God, ze komt niet meer terug, ze zit in een sekte. Ze schrijft het zelf. Het is een afscheidsbrief.’ Naomi pakt de brief en leest hem helemaal voor. Als ze klaar is, valt er een stilte. ‘Mam, ben je daar nog? Zeg iets, mam,’ snikt Naomi.

‘Elise…’ zegt haar moeder hees. ‘Elise, onze eigen Elise…’

‘Mam, wat moeten we doen?’

‘Dit is verschrikkelijk, kind, heel verschrikkelijk. Oom Evert moet ons helpen.’



Naomi loopt door de kamer heen en weer. Elise is weg, haar zus is weg… Ze kan het niet geloven. Ze voelt hetzelfde verdriet als toen bij Eric. Hetzelfde lege gevoel. Ze ziet weer voor zich dat ze in Erics kamer kwam en alles er nog net zo stond als ervoor, terwijl hij er zelf niet meer was. Nu is dat ook zo. Er is niets veranderd, alles staat er nog – de geluidsinstallatie, alle boeken, haar sieraden – maar Elise zelf is er niet meer. Ze zou schreeuwend en gillend door het huis willen rennen, maar ze weet dat dat niets helpt. Elise is uit haar leven verdwenen, net als Eric en haar vader. En ze is nog wel speciaal bij haar zus gaan wonen, omdat Elise zo eenzaam was! Hoe vaak heeft ze zich de laatste jaren geen zorgen om haar gemaakt? Ze weet nog dat ze vaak met Eric over Elise heeft gepraat. Soms was hij jaloers als ze over haar zus inzat. Elise ging voor, altijd. Ze heeft een paar keer een afspraak met Eric afgezegd, omdat ze er voor Elise wilde zijn. ‘Ze heeft me nodig,’ zei ze dan. Eric had het maar te pikken, en dat wist hij ook. En nu laat Elise haar zomaar achter. Het voelt bijna nog erger dan toen met Eric. Eric kreeg een ongeluk; hij kon er niets aan doen dat hij plotseling uit haar leven was gerukt. Maar Elise kiest hier zelf voor. Ze gaat verder, zonder haar. Zelf zou ze haar zus nooit ofte nimmer in de steek hebben gelaten, voor niemand. Mijn god, hoe moet ze verder? Hoe moet ze hiermee omgaan?