Elise kijkt de kleine kamer rond. Waar zal ze de foto zetten? Ze wil haar vader kunnen zien als ze op haar bed zit, daarom zet ze de foto op het tafeltje. ‘Pap, jij bent de enige die ik mee hiernaartoe heb genomen,’ zegt ze zachtjes, ‘maar ik hou ook van mam, Naomi en Steven. Ze zitten in mijn hart.’
Als ze aan haar zus denkt wordt ze opnieuw emotioneel. Nu ze daar zo zit in haar nieuwe kamer voelt ze opeens de liefde voor haar zus heel sterk. Toch weet ze dat die liefde plaats moet maken voor de liefde voor God. Ze wil zich helemaal aan God geven. Dat is het allermooiste, zegt Rafaël, voor haarzelf en ook voor de anderen. Ze gaat op haar knieën voor het bed zitten en richt haar blik schuin omhoog op Jonathan.
‘God, ik zoek U,’ zegt ze, ‘en Jonathan zal mij naar U toe leiden. Alleen kan ik dat niet. Alleen Jonathan kan mij de weg wijzen.’ Ze zegt de mantra hardop – tien, twintig, dertig, veertig keer achter elkaar, tot de deur van haar kamer opengaat en de priesteressen haar wenken dat ze mee moet komen. Het is tijd voor het gebed. Overal in de gangen gaan deuren open en lopen mensen vriendelijk knikkend in de richting van de gebedsruimte.
Naomi
Naomi wordt wakker en kijkt naast zich. Jelle slaapt nog. Door de open deuren hoort ze de zee. Ze kijkt op haar mobiel, het is halfnegen. Hun laatste dagje in Barcelona. Eind deze middag vliegen ze terug. Ze heeft geen zin om langer in bed te blijven liggen. De uren die ze nog hebben wil ze goed besteden.
Toen Jelle voorstelde naar Barcelona te gaan, verslikte ze zich bijna in haar wijn. Waarom nou net Barcelona? dacht ze. Ze zou met Eric naar Barcelona gaan, ze hadden zelfs al vliegtickets geboekt, maar toen kreeg hij het ongeluk. Het leek haar pijnlijk om daar nu met Jelle heen te gaan, maar uiteindelijk heeft ze er toch mee ingestemd. Ze kan niet alles wat ze nog met Eric had willen doen vermijden. Dan kan ze ook nooit meer kinderen nemen.
Achteraf heeft ze er geen spijt van dat ze toch zijn gegaan. Het was heerlijk om een week alleen met Jelle te zijn, en op vakantie leer je elkaar nog beter kennen. In het begin moest ze heel erg wennen. Jelle is zo anders dan Eric. Als ze met Eric in deze stad was geweest, had hij haar in zijn enthousiasme meegesleept van het ene architectonische hoogtepunt naar het andere. Eric zou zeker alle bouwwerken van Gaudí hebben willen zien. Ze vond zijn passie voor architectuur weleens een beetje te veel van het goede. Maar Jelle is precies het tegenovergestelde: ze kreeg hem nergens mee naartoe. Op het strand liggen zonnen en zwemmen in de zee, dat is alles wat hij wilde. Hij ging alleen mee naar de stad om te slenteren en tapas te eten en om ’s avonds uit te gaan. Ze hebben wel elke nacht gefeest.
Ze komt de douche uit en kleedt zich aan. Toch zit het haar niet lekker dat ze niets heeft bekeken. Cultuurbarbaren, zou Eric zeggen. Hij had het altijd over de beroemde kathedraal Sagrada Familia, en nu was ze er zo dichtbij en heeft ze hem niet eens gezien! Ze voelt zich bijna schuldig tegenover Eric, alsof ze hem niet respecteert. Ze kan nog naar de kathedraal toe, ze heeft de hele ochtend nog.
Jelle ligt nog wel even te slapen. Ze aait over zijn wang. Als je hem zo ziet, zou je niet denken dat hij zo onrustig kan zijn. Daar weet ze niet goed raad mee, met zijn paniekaanvallen. Ze komen zomaar opzetten en dan gaat hij ervandoor. Het is een paar keer gebeurd dat ze op het strand lagen. Naomi lag heerlijk te lezen en ineens sprong hij op en weg was hij, zonder iets te zeggen. Dan zag ze hem langs de vloedlijn lopen. Na een tijdje kwam hij weer terug. Ze vroeg maar niks. In het begin heeft ze wel geprobeerd erover te praten, maar daar stond hij niet voor open. Een keer hebben ze er wel fikse ruzie om gehad.
De tweede nacht in Barcelona werd ze om een uur of vijf wakker. Jelle lag niet naast haar. Ze dacht dat hij naar de wc was, maar hij kwam maar niet. Toen is ze gaan kijken. Zijn kleren waren weg. Ze was hartstikke ongerust. Toen ze belde, bleek dat zijn mobiel nog in het appartement lag. Hij moet in paniek zijn vertrokken. Om zeven uur kwam hij thuis. ‘Ik kon niet slapen,’ zei hij, ‘en dan moet ik wandelen.’ Ze was woest. ‘Leg dan een briefje neer, zak!’ schreeuwde ze.
Nu moet ze zelf ook een briefje neerleggen natuurlijk. Ik ben even naar de kathedraal, schrijft ze, liefs en kus. Ze legt het op haar kussen.
Naomi geniet van de stad in de ochtend. Eric was ook altijd vroeg op. Van hem mocht je geen seconde verspillen. Daarin was hij wel een beetje dwangmatig. Wat dat betreft is Jelle veel relaxter. Als ze langs de gebouwen van Gaudí loopt, vindt ze het weer moeilijk dat Eric er niet meer is. Het is ook echt een stad voor hem, vol hippe jonge mensen en mooie gebouwen. Ze steekt een plein over als ze een sms’je van Jelle krijgt. Morning, love, veel plezier.
Hij is dus al wakker. Vroeg voor zijn doen. Deze vakantie is echt heel goed voor hen geweest. Ze hebben heel veel gevreeën – dat was heerlijk – en ze houden alle twee van dansen. En ’s morgens als zij koffiezette, ging Jelle altijd naar de bakker. Dan kwam hij thuis met allemaal lekkere dingen en dan zaten ze samen heel lang te ontbijten op het terras en praatten en lachten ze veel. Jelle is heus niet alleen maar makkelijk, daar is ze wel achter gekomen. Maar wie wel? Zelf is ze ook niet zonder gebruiksaanwijzing. Ze voelt zich met hem verbonden en durft nu echt te zeggen dat ze van hem houdt. Met hem wil ze verder.