‘Met uitgeverij Meijer, goedemorgen.’
‘Hallo, met Elise van Vonks Auteursrechtenbureau. Is mevrouw Klomp aanwezig?’
‘Een momentje.’
Please… Elise doet een schietgebedje.
‘Elise? Marian Klomp is nog niet op kantoor. Ik kan vragen of ze je terug wil bellen.’
‘Graag.’
Elise hangt op. Ze wil absoluut niet dat Arnold dit te weten komt. Ze baalt dat ze een handtekening van Annemiek nodig heeft. Die ziet vast dat de annuleringsdatum is verstreken, en dat geeft ze maar al te graag door aan Arnold. Annemiek doet er alles aan om Arnold te overtuigen dat hij de verkeerde keus heeft gemaakt. Ze kijkt naar het formulier. Ze kent de handtekening van Annemiek; ze kan hem zelf namaken. Waarom niet? Niemand die daarachter komt. Ze pakt een pen en probeert het eerst op een los velletje papier. Als ze tevreden is, zet ze de handtekening op het formulier en bergt dat snel op in de la.
‘Goedemorgen, secretaresse.’ Arnold steekt zijn hoofd om de deur. ‘Het wordt een heel drukke week. Ben je er klaar voor?’
‘Ja, natuurlijk,’ zegt Elise. Ze ziet Arnold naar haar kijken, maar gelukkig vraagt hij niets.
Ze zucht als ze de stapel werk op haar bureau ziet. Ze heeft absoluut geen energie. Het rare is dat ze ook helemaal geen contact meer met haar werk en de collega’s voelt, alsof ze van alles en iedereen is vervreemd. Ze kijkt in haar agenda. Over een halfuur heeft ze een bespreking in Arnolds kamer. Ze probeert wat te werken als de telefoon gaat.
‘Elise, Marian Klomp voor jou.’
‘Verbind maar door,’ zegt Elise zenuwachtig. ‘Met Elise,’ zegt ze dan. ‘Fijn dat u terugbelt. Ik heb namelijk een probleempje. Ik heb hier een annulering liggen die vrijdag afgekaart had moeten worden, maar dat is helaas niet gelukt. Kan het bij hoge uitzondering vandaag nog?’
‘Mag ik het dossiernummer. Dan weet ik waar het over gaat.’
Elise noemt het nummer op.
‘Nee, dat is verlopen. Het spijt me, maar zo gaat dat. Jullie zullen de order alsnog moeten accepteren.’
‘Maar dat kan niet!’ roept Elise. ‘Het is mijn fout. Wilt u alstublieft een uitzondering maken?’
‘Je zit er wel heel erg mee,’ zegt de vrouw peinzend.
‘Ja,’ zegt Elise. Ze voelt dat ze moet huilen. Ze probeert haar tranen weg te slikken, maar het lukt niet.
‘Elise…’ begint de vrouw.
‘Sorry,’ snikt Elise.
‘Ik zal dit wel met de directie opnemen,’ zegt de vrouw en ze hangt op.
Elise slaat haar handen wanhopig voor haar gezicht. Wat een afgang. Ze is nog steeds van haar stuk als ze de kamer van Arnold binnengaat. Als door een waas ziet ze hem achter zijn bureau zitten. Ze loopt naar haar plaats, maar ze heeft het gevoel alsof ze elk moment kan instorten. Arnold begint te dicteren. Ze hoort ergens heel ver weg zijn stem.
‘Wat heb je?’ vraagt hij ineens. ‘Elise, wat is er? Gaat het wel goed met je?’
‘Sorry,’ zegt ze. ‘Ik ben ziek. Ik dacht het vanochtend al.’
‘Je had thuis moeten blijven, meid. Ga maar je bed in, dat lijkt me beter. Je ziet er ziek uit. Geen zorgen, ik vraag wel of Annemiek je werk deze week overneemt.’
Nee! denkt Elise verschrikt. Ook dat nog, dan ziet ze die handtekening!
‘Ben je niet naar je werk?’ vraagt Naomi, die nu pas uit bed komt.
‘Ik ben ziek naar huis gegaan,’ zegt Elise. ‘Ik denk dat ik griep heb. Alles doet me pijn.’
‘Ga je bed in.’
‘Nee, Rafaël komt vanavond. Ik denk dat ik vast wat ga spitten in de tuin.’
‘Doe normaal!’ roept Naomi terwijl ze haar spullen bij elkaar raapt. ‘Je bent ziek, dan ga je toch niet zulk zwaar werk doen? Sorry, ik ben al laat, ik moet gaan. Ik zorg wel voor het eten vanavond.’
Elise loopt de tuin in. Het lijkt haar wel fijn om wat buiten te werken, maar kan ze dat wel maken? Ze is ziek naar huis gegaan. Stel je voor dat iemand haar ziet.
Haar mobiel gaat. Het is Rafaël. Ze neemt op.
‘Ha, Elise,’ zegt Rafaël, ‘ik zou vanavond komen, maar komt het jou ook uit als ik eerder kom, om een uur of drie bijvoorbeeld?’
‘Ja, hoor. Je mag ook nu komen, ik ben toch thuis.’
‘Super,’ zegt Rafaël. ‘Zet maar vast koffie, ik spring in mijn auto.’
Elise vindt het fijn dat Rafaël komt. Dan heeft ze tenminste afleiding. Ze besluit gewoon in de tuin te gaan werken. Ze weet toch bijna zeker dat ze eruit ligt op haar werk. Die Marian Klomp gaat natuurlijk Arnold bellen en als hij dan ook nog van Annemiek hoort dat zij haar handtekening heeft vervalst, is hij wel klaar met haar. Hij blijft niet aan de gang; laatst heeft ze ook een blunder gemaakt. Ze kan die baan niet aan, dat is wel duidelijk. Ze wilde het graag, maar het gaat niet. Zoals ze nu is, kan ze niets. Ja, koffiezetten, dat lukt nog wel.