Home>>read Brainwash free online

Brainwash(30)

By:Carry Slee


De avond voordat de ontruimers zouden komen, zaten ze stilletjes achter hun bord aan tafel. Niemand had trek. Hun moeder begon hardop te bidden, net als anders, maar midden onder het gebed stond hun vader op en liep vloekend weg. Ze hadden hem nog nooit horen vloeken. Hun moeder ging door met het gebed. Steven en Elise keken elkaar aan, terwijl hun moeder stug doorbad. Later die avond, toen Elise in bed lag, hoorde ze haar vader beneden heen en weer lopen.

’s Morgens kwamen ze aanrijden: grote wagens met grijpers. Elise weet nog dat haar vader van elke koe die werd doodgespoten afscheidnam. Toen de koeien dood waren, werden ze met een grijper omhooggehesen en op een wagen gegooid. De man die de leiding had keek op een brief. ‘Ik mis nog twee geiten,’ zei hij.

Hun vader zei niets. Er hing een ondraaglijke stilte. Steven kon er niet tegen en rende huilend weg naar de plek waar ze de geiten hadden verstopt. De dierenarts liep achter hem aan en bromde iets als: ‘Jullie krijgen wel weer nieuwe geitjes.’

Steven was naar boven gegaan en kwam niet meer van zijn kamer af. Aan het eind van de dag reden de grote wagens weg. De stallen waren leeg; er stond geen beest meer in de wei. Nog nooit was het zo stil geweest. Steven weigerde een paar dagen te eten en zei niets meer.

Toen de mkz-crisis voorbij was, moesten ze beslissen of ze weer een nieuwe veestapel zouden nemen. Er kwamen nieuwe koeien, maar het duurde zeker een halfjaar voordat Steven weer iets zei. Hun vader kon maar niet aan de nieuwe koeien wennen. Elke dag als hij klaar was, zat hij bij het monument, tot de zon onderging. Een halfjaar daarna kreeg hij een hartaanval.

Elise voelt zich schuldig dat ze de zeventiende zomaar voorbij heeft laten gaan.

Haar moeder wenkt haar dat ze moet komen.

‘Ik stond even bij het monument,’ zegt Elise. ‘Mooie bloemen. Het spijt me dat ik er woensdag niet aan heb gedacht. Het komt door mijn nieuwe baan, die neemt me helemaal in beslag.’

‘We eten vanavond andijvie,’ zegt haar moeder alleen maar en ze duwt een mand in Elises handen. ‘Wil jij wat kroppen uit de tuin halen?’



Elise doet de deur van Naomi’s kamer open. Ze is nu toch boven en er is al zo lang niemand binnen geweest. Het ruikt er vast muf. Ze weet hoe erg haar zus dat vindt. Zie je wel, het stinkt er een beetje. Goed dat ze het even checkt, en ze zet het raam open. Elise kijkt rond. Alles is nog precies zoals haar zus het een paar jaar geleden heeft achtergelaten. Behalve Naomi zelf komt hier nooit iemand.

Ze kijkt naar de felblauwe muur. Ze herinnert zich nog dat haar moeder schrok toen ze het zag. ‘Wat heb je nou gedaan?’ riep ze. Elise moet lachen. Het is ook wel heel fel. Als ze er te lang naar kijkt, krijgt ze pijn aan haar ogen. Maar toen kon het voor Naomi niet fel genoeg. Haar bed staat er ook nog, zelfs de sprei ligt er nog op.

Ze gaat op het bed zitten en kijkt naar het plafond. Dat maffe lampenkapje dat Naomi ooit voor sinterklaas heeft gekregen hangt er nog steeds. Het bed kraakt als ze beweegt. Dat haatte Naomi. Vooral toen ze stiekem met Eric wilde vrijen op haar kamer. Het moet vast moeilijk voor haar zus zijn dat ze hier zoveel herinneringen aan Eric heeft. Misschien komt ze daarom zo weinig thuis.

Naomi was er kapot van toen ze hoorde dat Eric was verongelukt. Elise heeft haar zus nog nooit zo verdrietig gezien als toen. Ineens was alles voorbij, al hun dromen. En ze hadden nog zoveel plannen gehad! Voordat Eric een eigen architectenbureau zou openen, wilden ze een jaar samen op reis. Ze hadden hun hele toekomst al gepland. Ze wilden twee kinderen en een labrador. Als Eric niet was verongelukt, waren ze waarschijnlijk altijd bij elkaar gebleven.

Nu heeft Naomi Jelle. Elise weet niet zo goed wat ze van hem moet denken. Hij is zo anders dan Eric, bijna het tegenovergestelde. Naomi is verliefd, maar of ze bij elkaar passen weet ze niet.

Ze staat op en loopt naar beneden.

Haar moeder duwt meteen het plastic tafelkleed in haar handen. Ineens ziet Elise alles door Naomi’s ogen. Het vergeelde tafelkleed, waarvan de bloemen bijna niet meer te zien zijn. De zware, donkere meubels. Elise herinnert zich nog dat haar moeder over moderne meubels nadacht. ‘Die oude krengen zijn loodzwaar,’ zei ze. ‘Ik krijg ze met stofzuigen bijna niet van hun plek.’ Maar Steven protesteerde. Ze zaten juist zo lekker en hij had geen zin om ’s avonds als hij doodmoe was in zo’n fragiel stoeltje te zitten. De oude meubels staan er dus nog steeds. Haar moeder luistert altijd naar Steven, omdat hij een man is.

Naomi staat voor het dressoir in de eetkamer en bekijkt de foto’s die erop staan uitgestald. Als ze klaar is met tafeldekken gaat Elise naast haar staan.

‘Die kleren, wat ouderwets!’ Naomi grinnikt. ‘Dat wij er zo bij liepen.’

Elise weet nog dat Naomi zich heel anders ging kleden toen ze zelf geld verdiende. Ze verfde soms ook haar haar. Daar zijn heel wat ruzies over geweest. Maar Naomi kreeg het er toch door, ze mocht zelfs haar nagels lakken.