‘Eh… wie weet,’ zegt Elise.
Elise voelt de spanning als ze uit de bus stapt. Ze kan moeilijk een halte verder uitstappen nu Naomi erbij is. Wat dat betreft was een auto een uitkomst geweest. Naomi heeft gelukkig niets in de gaten. Ze kletst maar door over Jelle en de test die ze hebben gedaan.
‘Tante Anna!’ roept Naomi ineens. Ze zwaait naar Anna’s hoeve.
Shit! denkt Elise, als ze haar tante voor de boerderij ziet staan. Ze kunnen niet doorlopen zonder een praatje te maken. Ze kijkt angstig over het weiland. Een heel eind verderop ziet ze een trekker, dat moet oom Evert zijn. Zolang hij ver weg blijft, vindt zij het best.
‘Wat heb ik mijn nicht al lang niet gezien.’ Tante Anna kust Naomi. ‘Je wordt een al hele dame, daar in de stad. En jij nog gefeliciteerd met je promotie, Elise.’ Tante Anna kijkt hen ineens samenzweerderig aan. ‘Ik weet niet of jullie moeder al iets heeft gezegd,’ begint ze, ‘maar deze herfst zijn oom Evert en ik vijfentwintig jaar getrouwd. We hebben al heel lang gespaard voor een groot feest.’
Elise verschiet van kleur. Daar gaat ze dus echt niet heen!
‘We zoeken alleen nog wat gegadigden voor de feestcommissie,’ gaat tante Anna verder. ‘Er komt heel wat bij kijken, en daar heb ik geen verstand van.’
‘Dat gaat u niet zelf doen, hoor,’ zegt Naomi meteen.
‘Fijn dat je het zegt, kind. Ik zei nog tegen jullie moeder: is het niets voor je dochters?’
‘Dat doen wij, hè Elise? En ik weet zeker dat Froukje ook mee wil helpen. Een zilveren bruiloft, geweldig tante. Gefeliciteerd.’
‘Mooi, ik hoor het wel.’ Tante Anna neemt afscheid en gaat naar binnen.
Elise wordt misselijk bij de gedachte alleen al. ‘Ik heb er geen tijd voor,’ zegt ze gauw. Ze hoopte dit weekeind tot rust te komen en dan gebeurt er dit.
‘Joh, het wordt vast leuk,’ zegt Naomi. ‘Lachen, man. Een boerenbruiloft. Al die stomdronken kerels die later in de kruiwagen naar huis worden gereden. Volgens mij krijgen we heel veel lol.’
‘Ik doe het niet!’ zegt Elise met overslaande stem. ‘Je hoort me toch!’ Ze schrikt zelf van haar harde toon.
‘Je hebt het toch wel voor oom Evert over? Hij heeft hartstikke veel voor ons gedaan. Ik vind hem wel tof. Ik weet nog dat Froukje en ik in de brugklas stiekem een pakje sigaretten hadden gekocht. We deden er heel lang mee. Als we er een opstaken, namen we om de beurt een trekje. We voelden ons ontzettend stoer. We hingen uit het raam van mijn kamer, zodat mam niks kon ruiken. Ineens liep oom Evert langs. Hij zag ons roken, maar zei niks. Hij heeft het nooit aan mam verteld, dat vond ik zo sportief! Hij was ook altijd vrolijk. Weet je nog hoe hij mij noemde?’
‘Kleintje,’ krijgt Elise er met moeite uit.
‘Ja. Eigenlijk laten we nu veel te weinig van ons horen, dat is niet erg aardig. We zouden ze ook veel vaker een bezoekje moeten brengen, vooral omdat oom Evert en tante Anna zelf geen kinderen hebben. Met die bruiloft kunnen we het goedmaken.’
‘Hou op over die bruiloft,’ snauwt Elise.
‘Sorry, hoor,’ zegt Naomi beledigd. ‘Ik zeg al niks meer.’
Elise loopt de boerderij uit, even frisse lucht happen. Ze moet even alleen zijn. Mam begon ook al over de bruiloft.
Een eindje van het huis, op het brede pad, ziet ze het monumentje dat haar vader na het mkz-drama heeft neergezet. Er liggen bloemen bij. Elise blijft geschrokken staan. De bloemen zijn vers. Afgelopen woensdag was het de zeventiende. Stom, ze is het helemaal vergeten. Elk jaar belt ze haar moeder dan even. Na al die jaren is het nog steeds een beladen dag. Elise denkt weleens dat haar vader misschien nog geleefd zou hebben als de mkz-crisis niet had plaatsgevonden.
Het was woensdag precies tien jaar geleden. Ze vergeet nooit de beklemmende sfeer die er toen hing. Ze wisten al dat de ziekte was gesignaleerd, maar het leek ver van hun bed. Maar ineens kreeg hun vader een telefoontje van een boer twee kilometer verderop. Een van zijn koeien was ziek. Die avond bad hun vader hardop of de ziekte bij hen weg mocht blijven. Ineens werden ze ’s morgens gebeld. De weg langs hun huis werd afgezet en niemand mocht het erf op of af. Ze waren van iedereen afgesloten. Zelfs de melkwagen mocht niet het erf op rijden. Haar vader moest de melk van de koeien door de put spoelen. Het was afschuwelijk. Ze mochten ook niet naar school. De hele dag zaten ze op de boerderij, wachtend op wat er komen ging.
Na een week kregen ze een brief van de inspectie. Hun vader maakte hem open en werd lijkbleek toen hij hem las. Zonder iets te zeggen verliet hij de kamer. Datgene waar ze bang voor waren geweest, werd werkelijkheid: de hele veestapel moest worden geruimd. Een paar dagen later kregen ze te horen wanneer de ontruimers langs zouden komen. Elise en Steven dachten meteen aan hun geitjes. Ze hadden de geitjes al drie jaar en hadden ze allerlei kunstjes geleerd. Hun geitjes mochten niet worden afgemaakt! Ze namen ze mee en verstopten ze. Vanaf het moment dat de brief in de brievenbus was gevallen, stond hun vader als verlamd in de stal. Hij kwam niet eens binnen om te eten. Ze hoorden hem praten. Sprak hij tegen de koeien of tegen zichzelf? Ze wisten het niet. Hun moeder schrobde alleen maar, dagen achter elkaar, tot alles blonk.