Home>>read Brainwash free online

Brainwash(24)

By:Carry Slee


Hij vertelt nog veel meer over de auto, maar Elise hoort niet meer wat hij zegt. Het klinkt goed, maar ze aarzelt. Stel dat ze haar baan niet aankan? Dan kan ze helemaal geen auto meer betalen. Wat moet ze nou? Het is natuurlijk een mooie aanbieding. Maar ze zal toch een gedeelte van het bedrag moeten lenen. Als ze teruggaat in salaris, komt ze in de problemen.

‘Het is puur toeval dat ik dit wagentje nu binnenkrijg,’ zegt de man. ‘Ik bel jou het eerst, maar ik blijf er echt niet mee zitten. Zullen we een afspraak maken voor een proefrit?’

‘Eh… ik zit nu op mijn werk. Ik bel u er nog over, oké?’

‘Prima, maar wat ik zeg: het is een lot uit de loterij, dus wacht niet te lang.’ Dan hangt hij op.

Elise zucht. Ze denkt dat ze het niet doet, maar ze kan nu geen beslissing nemen.

De deur van haar kamer gaat open. Arnold houdt een papier omhoog. ‘Meijer uit Dronten komt met een rekening. Jij hebt ze toch gemaild dat de bestelling niet doorging?’

Elise wordt rood. ‘Sorry…’ Weer zoiets.

‘Vergeten?’

‘Ja, eh…’

‘Zorg maar dat ze de bestelling terugnemen, het is jouw verantwoordelijkheid.’ En weg is hij.

Elise voelt zich afschuwelijk. Wat stom van haar. Dit kan zo niet doorgaan, ze maakt er een puinhoop van. Als ze nog meer van dit soort blunders maakt, vliegt ze er nog uit. Ze moet langs de dokter voor slaappillen.

Ze belt meteen de huisarts, maar ze krijgt een bandje. Haar huisarts is de komende tien dagen op vakantie. Ze kan naar zijn vervanger, maar dat ziet ze niet zitten. Haar eigen dokter is juist zo makkelijk. Als ze zegt dat ze niet kan slapen, schrijft hij haar iets voor zonder dat ze van alles hoeft te vertellen. Ze wacht wel tot hij terug is.

Ze zucht. Het is nog maar elf uur en ze is nu al doodop. Vanavond komt Rafaël met zijn plan voor de tuin. Op zich vindt ze dat wel leuk, maar ze weet niet of ze nu de hele tuin op zijn kop moet zetten. Het kost veel geld, en nog meer druk erbij kan ze nu niet aan. Ze kan tegen Naomi zeggen dat ze het plan laten liggen tot het najaar, omdat ze het nu te druk op haar werk heeft. Naomi hoeft niet te weten dat ze haar baan niet aankan.

De telefoon gaat.

‘Elise, ik zit hier te wachten.’ Arnolds stem klinkt geïrriteerd.

‘Sorry, ik kom eraan. Ik had een telefoontje,’ verzint ze gauw. Hoe kan ze die vergadering nou zijn vergeten? Ze kijkt in haar agenda; het staat er met grote letters in.



‘Doe jij maar open,’ zegt Naomi als de bel gaat. ‘Jij bent de baas van de tuin.’

Elise loopt naar de deur. ‘Dag, Rafaël, goed dat je langskomt. Wat wil je: meteen door naar de tuin of eerst koffie?’

‘Koffie graag, als je hebt. Het is nog wel even licht buiten.’ Hij schudt Naomi de hand, haalt een vel papier uit zijn broekzak en vouwt het op de tafel open. ‘Mijn plan.’

‘We hebben het gezien,’ zegt Elise. ‘Het ziet er heel goed uit. Precies zoals we het bedoelen: een wilde tuin.’

‘Ik heb nog een paar dingen veranderd,’ zegt Rafaël lachend. ‘Kleine dingetjes, hoor. Ik kon het niet laten.’

Naomi haalt haar mobiel uit haar zak. ‘Sorry, ik krijg net een sms’je van mijn werkgroep om te vragen waar ik blijf. Ik was die afspraak helemaal vergeten.’

‘En nu?’ vraagt Elise.

‘Vind je het heel erg als ik toch ga? Anders krijg ik gedonder. Ik vind het plan prachtig, dus je hebt mij eigenlijk niet nodig.’

Elise knikt. Naomi trekt haar jas aan, grist haar tas van de bank en loopt haastig de deur uit. Elise zet koffie voor Rafaël en haarzelf klaar. ‘Je hebt het heel mooi gedaan. Heel creatief. Ik, eh… Ik zit alleen met de uitvoering. Het zou mij financieel beter uitkomen als we het in het najaar doen.’ Eigenlijk komt het haar nu wel goed uit dat Naomi er niet bij is. ‘Ik heb net een nieuwe baan en ik ben er nog niet zeker van of het me gaat lukken. Maakt het jou uit? Oktober of november, bedoel ik.’

‘In principe niet. Jij moet het op je eigen moment doen, alleen…’

‘Je wilt wat zekerheid?’

‘Nee, zekerheid heb je nooit. Ik weet alleen niet of ik er nog ben in november.’

‘Ga je op reis?’

Rafaël lacht. ‘Zoiets, maar dan wel een heel bijzondere reis.’

‘Dat klinkt spannend.’

‘Dat is het ook.’

‘Hoe lang blijf je weg? Anders doen we het erna.’

‘De Rafaël die weggaat komt niet meer terug,’ zegt hij.

Elise kijkt hem nieuwsgierig aan.

‘Ik ga naar Jonathan,’ zegt hij.

‘Dat zegt me niks.’

‘Ben je gelovig?’

‘Ik heb een christelijke achtergrond,’ zegt Elise.

‘Jonathan is de leider van de groep waar ik bij ga. Hij leidt je over het juiste pad en dat pad leidt je naar God.’