Home>>read Blauwe maan free online

Blauwe maan(63)

By:Alyson Nol


Romy glimlacht en sluit haar ogen. Opeens heeft ze haar armen vol met rode tulpen, prachtige bloemen die ze aan mij wil geven.

Maar ik weiger. Met half toegeknepen ogen kijk ik haar aan terwijl ik achteruitdeins. ‘Waar ben je mee bezig?’ vraag ik met een klein stemmetje. Ik kijk van de een naar de ander en zie dat zij net zo niet-begrijpend naar mij kijken als ik naar hen.

‘Sorry,’ zegt Romy in een poging me gerust te stellen. ‘Ik weet niet waarom ik dat deed. De gedachte kwam ineens in me op en…’

De bloemen verdwijnen uit haar armen, terug naar waar ze vandaan kwamen. Het maakt niet uit. Het liefst wil ik dat de tweeling ook vertrekt.

‘Is er dan helemaal niets geheim hier?’ roep ik uit, wetend dat ik overdreven fel reageer, maar ik kan er niets aan doen. Als ze met die tulpen iets wilde zeggen, als ze mijn gedachten kon horen en me wilde overhalen mijn verleden los te laten en hier te blijven… Daar heeft ze helemaal niets mee te maken. Ze weten dan alles over Zomerland, maar ze weten helemaal niets over mij en moeten zich ook niet met mij bemoeien. Zij hebben zo’n lastige beslissing nooit hoeven nemen. Ze hebben geen idee hoe het voelt om iedereen om wie je geeft kwijt te raken.

Ik deins verder achteruit. Rayne fronst haar wenkbrauwen en Romy schudt haar hoofd en zegt: ‘We hebben niets gehoord, echt niet. We kunnen niet al je gedachten lezen, Ever. Alleen die paar die we mogen zien. Wat jij in de Akashakronieken ziet, is alleen voor jou bestemd. Wij maken ons gewoon zorgen omdat we zien dat je overstuur bent. Dat is alles. Niets meer, niets minder.’

Ik vertrouw het niet. Ik tuur naar haar en bedenk dat ze waarschijnlijk de hele tijd al mijn gedachten kunnen horen. Ik bedoel, waar komen die rode tulpen anders vandaan? Waarom zou ze uitgerekend die bloemen laten verschijnen?

‘Ik ben niet eens bij de Akashakronieken geweest,’ zeg ik. ‘Deze kamer was…’ Ik breek de zin af en slik als ik terugdenk aan de geur van mijn moeders brownies en de warmte van mijn oma’s sprei. Ik kan dat allemaal terugkrijgen. Ik hoef alleen maar op de juiste dag en het juiste tijdstip te wachten, dan kan ik terugkeren naar mijn familie en vrienden. Ik schud mijn hoofd en haal mijn schouders op. ‘Deze kamer was weer heel anders.’

‘De Akashakronieken kennen vele gedaanten,’ zegt Romy knikkend. ‘Ze nemen die vorm aan waar je het meest behoefte aan hebt.’ Ze kijkt me aandachtig aan. ‘We zijn alleen maar gekomen om je te helpen, niet om je te kwetsen of te beïnvloeden.’

‘Zijn jullie soms mijn beschermengelen of een stel goede feeën? Twee toverfeetjes in het uniform van de plaatselijke kostschool?’

‘Nou, nee.’ Romy lacht.

‘Wie zijn jullie dan en wat doen jullie hier? En hoe is het mogelijk dat jullie mij altijd weten te vinden?’

Rayne kijkt kwaad en trekt aan de mouw van haar zusje; ze wil dat ze meekomt. Romy blijft staan en kijkt me aan. ‘We zijn hier alleen maar om je te helpen. Dat is alles wat je hoeft te weten.’

Nu is het mijn beurt om te staren, eerst naar haar, dan naar haar zus. Ik schud mijn hoofd en loop weg. Ze doen altijd zo mysterieus en raar. Zo langzamerhand bekruipt me het gevoel dat ze niet zo goedaardig zijn als ze lijken.

Romy roept me nog na, maar ik loop verder. Ik moet even wat afstand van ze hebben en loop in de richting van een vrouw met kastanjebruine haren die vlak voor het theater staat te wachten. Zo van achteren lijkt ze sprekend op Ava.





Eenendertig


De enorme teleurstelling die ik voel als ik op de schouder van de brunette tik en zie dat het niet Ava is, bewijst hoe graag ik eigenlijk met haar wil praten. Dus verlaat ik Zomerland en beland weer in mijn auto, achter het stuur. Ik sta vlak voor Trader Joe’s supermarkt op het parkeerterrein van Crystal Cove Promenade. Een nietsvermoedende voorbijgangster schrikt zo van mijn plotselinge verschijning dat ze haar tassen laat vallen. Blikken soep en koffie rollen over het terrein en verdwijnen onder geparkeerde auto’s. Ik neem me voor vanaf nu ervoor te zorgen dat ik wat minder opvallend verschijn en verdwijn.

Als ik bij Ava aankom, is ze net bezig met een kaartlezing. Ik wacht in de vrolijke, zonnige keuken tot ze klaar is. Het gaat me weliswaar niets aan en ik mag eigenlijk niet afluisteren, maar toch maak ik gebruik van mijn afstandsbediening op kwantumniveau om de sessie te horen. Het verbaast me hoeveel nauwkeurige details Ava haar cliënt geeft.

‘Indrukwekkend,’ zeg ik zodra de vrouw is verdwenen en Ava bij me komt zitten in de keuken. ‘Erg indrukwekkend. Nee, echt, ik wist niet dat je er zo goed in was.’ Ik glimlach en kijk toe hoe ze haar vaste ritueel uitvoert: ze vult de ketel, laat het water koken, legt koekjes op een bord en schuift ze in mijn richting.