Ik ga zitten en leg mijn handen in mijn schoot. Ik zie hoe de muren naadloos het gat achter mij sluiten alsof de gang hiernaartoe nooit bestaan heeft.
Maar ik ben niet bang. Er is nergens een uitgang te bekennen en het ziet ernaar uit dat ik vastzit in een ronde ruimte. Toch voel ik me veilig, rustig en niet alleen. De kamer vormt een cocon om me heen en stelt me gek genoeg gerust. De ronde muren zijn net sterke armen die me vasthouden.
Ik haal diep adem en wens antwoorden te krijgen op al mijn vragen. Een groot, kristallen tablet verschijnt vlak voor me en blijft zweven in de ruimte die daarvoor nog leeg was. Het wacht tot ik de volgende stap zet.
Nu ik zo dicht bij een antwoord ben, verandert mijn vraag opeens.
Ik moet me concentreren op wat er met Damen aan de hand is en hoe ik daar iets aan kan doen. Maar in plaats daarvan denk ik: laat me alles zien wat ik over Damen moet weten.
Dit is misschien wel mijn enige kans om alles te weten te komen over het verleden waarover hij toch niet wil vertellen. Ik weet mezelf ervan te overtuigen dat het geen kwestie is van mijn neus in andermans zaken steken. Ik ben op zoek naar een oplossing en alle informatie die ik kan vinden, zal me daar alleen maar bij helpen. Trouwens, als ik het allemaal niet mag weten, dan laten de kronieken het toch niet zien. Dan kan het toch geen kwaad om het te vragen?
Zodra ik de gedachte geformuleerd heb, begint het kristallen tablet te zoemen. Het trilt van alle energie en een stroom beelden verschijnt op het oppervlak. Het beeld is zo helder, het is net hdtv.
Ik zie een kleine, overvolle werkplaats. Voor de ramen hangt een lap stof, een zware strook katoen. Diverse kaarsen verlichten de wanden. Damen is er ook; hij is niet ouder dan een jaar of drie. Hij draagt een simpele, bruine tuniek die ruim over zijn knieën valt. Hij zit aan een tafel vol kleine flesjes met borrelende vloeistoffen, een stapel stenen, blikjes vol kleurrijke poeders, vijzels met stampers, diverse hoopjes kruiden en flesjes met kleurstof. Hij kijkt toe hoe zijn vader een ganzenveer in een potje inkt doopt en aantekeningen maakt van zijn werkzaamheden van die dag. Het is een verzameling ingewikkelde symbolen. Af en toe stopt de man met schrijven en kijkt hij in een boek dat Ficino’s Corpus Hermeticum heet. Damen doet zijn vader na en krabbelt ook wat op een klein stukje papier.
Hij ziet er zo schattig en engelachtig uit met zijn ronde wangetjes. Zijn bruine haar valt steeds voor zijn onmiskenbare donkere ogen en krult in zijn zachte nekje. Ik steek mijn hand naar hem uit. Het ziet er allemaal zo echt, zo toegankelijk uit. Het lijkt zo dichtbij dat ik bijna geloof dat ik alles samen met hem kan meemaken, als ik maar contact kan leggen.
Als mijn vinger in de buurt van het tablet komt, wordt het kristal opeens ongelooflijk heet en ik trek mijn hand terug. Een blaar vormt zich op mijn huid waar die verbrand is, maar het geneest in een oogwenk. Ik begrijp waar de grens ligt. Ik mag kijken, maar ik kan niet ingrijpen.
Het beeld spoelt vooruit naar Damens tiende verjaardag. De dag is zo bijzonder dat hij lekkere dingen en cadeautjes krijgt en laat in de middag een bezoek mag brengen aan de werkplaats van zijn vader. Zij hebben hetzelfde golvende, bruine haar, dezelfde gladde, olijfbruine huid en hoekige kaaklijn, en delen de passie voor het perfectioneren van het chemische goedje dat niet alleen lood in goud kan veranderen, maar ook hun leven eeuwig kan verlengen. Het is de perfecte Steen der Wijzen.
Ze gaan aan het werk, helemaal op elkaar ingespeeld. Damen stampt de kruiden stuk voor stuk fijn in de vijzel. Daarna meet hij nauwkeurig het zout, de olie, de kleurstoffen en de ertsen af, die zijn vader vervolgens in het flesje met de borrelende vloeistof giet. Voor hij iets in het flesje giet, vertelt hij wat hij van plan is. Ook vertelt hij zijn zoon wat hun te doen staat: ‘Transmutatie is ons doel. We willen ziekte veranderen in gezondheid, een hoge leeftijd omzetten in jeugdigheid, lood veranderen in goud en wellicht ook onsterfelijkheid bereiken. Alles op aarde komt voort uit een fundamenteel element en als we dat kunnen reduceren tot de kern, dan kunnen we daarmee alles maken wat we maar willen.’
Damen luistert vol aandacht. Hij hangt aan zijn vaders lippen, ook al heeft hij de preek al diverse keren gehoord. Ze spreken Italiaans – een taal die ik nooit geleerd heb – maar gek genoeg versta ik elk woord.
Hij benoemt elk ingrediënt voor hij het toevoegt aan het mengsel. Vandaag besluit hij het laatste ingrediënt er nog niet in te gooien. Hij weet zeker dat dit ontbrekende onderdeel, het vreemd uitziende kruid, nog meer magie zal toevoegen aan het geheel als het eerst drie dagen heeft kunnen staan.
Damen giet de glanzend rode drank in een kleinere, glazen fles en dekt hem af. Dan verbergt hij de fles in een goed verstopte kast. Net als ze de laatste troep hebben opgeruimd komt zijn moeder hen halen voor de lunch. Ze is een schoonheid met een lichte huid, in een simpele jurk van kunstzijde, haar haren gekruld en vastgebonden met een doek achter in haar nek. Haar liefde is zo zichtbaar, zo duidelijk te zien in de glimlach die ze haar echtgenoot schenkt en de blik die ze op Damen werpt. Hun donkere, sprekende ogen zijn een perfecte kopie van elkaar.