Ik pers mijn lippen op elkaar en knik, al weet ik dat ze nog niet klaar is. Ik hoop dat ik door stil en inschikkelijk te zijn sneller van dit gesprek af ben.
‘Je denkt waarschijnlijk dat ik te oud ben om te begrijpen wat je doormaakt, maar ik weet heus wel hoe het was op jouw leeftijd. De druk die je voelt om steeds maar te moeten voldoen aan het ideaalbeeld van modellen en actrices en alle andere onmogelijke dingen die je op televisie ziet.’
Ik slik en ontwijk haar blik. Ik mag niet te fel reageren, ik moet me niet te luidkeels verdedigen, want ze kan veel beter dit geloven dan achter de waarheid komen.
Sinds die keer dat ik geschorst werd, houdt Sabine me strenger in de gaten dan ooit tevoren. Ze heeft zelfs een hele stapel zelfhulpboeken gekocht, alles van Hoe voed je een tiener evenwichtig op in deze onevenwichtige tijden tot Uw tiener en de media (en wat u daartegen kunt doen!). Sindsdien is het nog honderd keer erger geworden. Ze onderstreept en markeert de afschrikwekkendste gedragingen van tieners en houdt me vervolgens in de gaten om te kijken of ik een van die symptomen vertoon.
‘Ik wil dat je weet dat je een prachtig mooi meisje bent, veel knapper dan ik was op jouw leeftijd. Jezelf uithongeren om er net zo uit te zien als graatmagere sterren die hun halve leven in een afkickkliniek verblijven is niet alleen onverstandig en onhaalbaar, maar je kunt er zelfs goed ziek van worden.’ Ze kijkt me aan met een doordringende blik. Ze wil dat ik haar begrijp, dat haar woorden doordringen in mijn tienerhersens. ‘Ik wil dat je beseft dat je perfect bent zoals je bent. Het doet me pijn te zien dat je dit meemaakt. En als het iets te maken heeft met Damen, nou ja, dan kan ik alleen maar zeggen…’
‘Ik heb geen anorexia.’
Ze kijkt me aan.
‘Ik heb geen boulimie. Ik volg niet de laatste mode in diëten en ik honger mezelf niet uit. Ik ben niet van plan mezelf in maatje dertig te hijsen en ik wil er niet uitzien als een van de Olsen-tweeling. Ik meen het, Sabine. Zie ik er vel over been uit?’ Ik sta op, zodat ze me van top tot teen kan bekijken in mijn strakke spijkerbroek. Zelf heb ik eerder het tegenovergestelde gevoel. Ik ben niet mager; het lijkt er zelfs op dat de onsjes eraan vliegen.
Ze bekijkt me eens goed. Echt overdreven aandachtig. Ze begint bij de kruin van mijn haren en laat haar ogen helemaal over me heen naar mijn tenen glijden. Ze blijft steken bij mijn bleke, blote enkels, die ik alleen maar laat zien omdat het niet anders kan nu ik gemerkt heb dat mijn favoriete spijkerbroek te kort is geworden. Daarom heb ik de onderkant van mijn broekspijpen een stukje verder opgerold, anders ziet het er niet uit.
‘Ik dacht…’ Ze haalt haar schouders op en weet niet wat ze moet zeggen nu alle bewijzen erop duiden dat ik onschuldig ben. ‘Ik zie je nooit meer iets eten, en je drinkt altijd maar dat rare, rode…’
‘En dan neem je maar aan dat ik van een comazuipster ben veranderd in een anorexiapatiënt?’ Ik lach, zodat ze weet dat ik niet kwaad ben. Geïrriteerd, dat wel, maar meer door mezelf dan door haar. Ik had het beter moeten verbergen. Ik had in elk geval kunnen doen alsof ik at. ‘Je hoeft je nergens zorgen om te maken.’ Ik glimlach. ‘Echt niet. En voor alle duidelijkheid, ik ben ook totaal niet van plan om drugs te gebruiken of te dealen, te experimenteren met cosmetische ingrepen, mezelf te snijden, te laten brandmerken, voor de sier littekens te laten aanbrengen of extreme piercings te laten zetten. Of wat er in het boek Toptien van vreemde gedragingen waar u op moet letten bij uw tiener ook in de lijst te vinden is. Dat ik dat rode drankje neem, heeft trouwens ook niets te maken met willen lijken op ultradunne modellen. Het is ook niet vanwege Damen. Ik vind het gewoon lekker, dat is alles. Bovendien weet ik ook zeker dat Damen van me houdt en me accepteert zoals ik…’ Ik maak de zin niet af, nu ik bedenk dat ik een heel ander onderwerp aansnijd, waar ik niet over wil beginnen. Voor ze de woorden die zich in haar hoofd vormen kan uitspreken, houd ik mijn hand omhoog. ‘Nee, dat bedoelde ik niet zo. Damen en ik …’ Tja, wat moet ik zeggen? Zijn samen, hebben verkering, zijn vriendje en vriendinnetje, vrienden met bepaalde privileges, voor altijd aan elkaar verbonden… ‘Nou ja, we zijn samen. We hebben een serieuze relatie, we zijn een echt stelletje. Maar we hebben “het” niet gedaan.’
Nog niet.
Ze kijkt me aan met een uitdrukking die net zo nerveus en ingehouden is als ik me voel. We willen hier allebei liever niet op ingaan, maar zij voelt zich ertoe verplicht. Ik niet.
‘Ever, ik bedoelde er niets mee…’ begint ze. Maar onze blikken kruisen elkaar en ze haalt haar schouders op. Ze laat het erbij, aangezien we allebei weten dat ze dat dus wel bedoelde.