Home>>read Blauwe maan free online

Blauwe maan(27)

By:Alyson Nol


Dat is niet de warme, liefdevolle blik die ik van hem ken. Het is een kille, afstandelijke, gereserveerde blik – dezelfde die ik eerder deze week al dacht te zien. Terwijl ik hem in de gaten houd, probeert hij zich te concentreren, met gefronste wenkbrauwen en zweetparels op zijn bovenlip. Hij is vastberaden dit voor elkaar te krijgen, zodat we verder kunnen en de perfecte avond kan beginnen. Ik wil ook niet dat dit langer duurt dan noodzakelijk is. Of dat hetzelfde gebeurt als gisteren, toen het hem niet lukte de sluier te laten verschijnen. Ik ga dichter bij hem staan en sluit mijn ogen. Ik zie een prachtig boeket van vierentwintig rode rozen voor me die in zijn hand verschijnen. Ik ruik de bedwelmende geur van de bloemen, voel de fluwelen aanraking van de zachte bloemblaadjes die boven de doornige stengels hangen…

‘Au!’ Damen schudt zijn hoofd en brengt zijn vinger naar zijn mond, ook al is de wond geheeld voor hij zijn vinger kan aflikken. ‘Ik vergat er een vaas bij te bedenken,’ zegt hij, in de volle overtuiging dat hij de bloemen zelf liet verschijnen. Ik laat hem maar al te graag in die waan.

‘Laat mij het maar doen.’ Dat heb ik wel voor hem over. ‘Je hebt helemaal gelijk, ik moet veel meer oefenen,’ voeg ik daaraan toe. Ik sluit mijn ogen en denk aan de vaas uit de woonkamer bij mij thuis, die met het ingewikkelde patroon van krullen en lijnen en de heldere vlakken.

‘Waterford-kristal?’ Hij lacht. ‘Wil je soms dat hij denkt dat we een vermogen hebben uitgegeven voor hem?’

Ik lach mee, blij dat het vreemde moment voorbij is en hij weer grapjes maakt. Ik pak de vaas aan, die hij in mijn handen drukt. ‘Hier, geef jij dit maar vast aan Miles, dan haal ik de auto. Ik sta bij de voordeur.’

‘Weet je dat zeker?’ Ik zie dat de huid rond zijn ogen bleek en gespannen is. Zijn voorhoofd ziet er klam uit. ‘We kunnen best even naar binnen rennen, hem feliciteren en weer wegwezen. Het hoeft geen uitvoerige nabespreking te worden.’

‘Ja, maar op deze manier hoef ik niet op al die andere auto’s te wachten als iedereen vertrekt. Zo kunnen we sneller weg hier.’ Hij glimlacht. ‘Ik dacht dat je niet kon wachten?’

Ik knik. Ik kan ook niet wachten. Maar tegelijkertijd maak ik me zorgen. Het feit dat het hem niet lukte de bloemen te laten verschijnen, de kortstondige, kille blik in zijn ogen… Ik houd mijn adem in als hij een slok neemt van zijn drankje. Ik help mezelf herinneren dat het wondje op zijn vinger snel genas en overtuig me ervan dat dat een goed teken is.

Aangezien ik weet dat mijn bezorgdheid hem alleen maar een nog slechter gevoel zal geven, schraap ik mijn keel en stem in. ‘Goed dan. Ga jij de auto maar halen. Ik zie je zo wel.’

Als ik naar voren buig om hem te kussen, merk ik dat zijn wang plotseling erg koud aanvoelt.





Elf


Bij de kleedkamers aangekomen zie ik Miles bij zijn familie en vrienden staan. Hij heeft nog steeds de witte gogo-laarsjes en het minirokje aan van de laatste scène als Tracy Turnblad in Hairspray.

‘Hé, je was echt fantastisch!’ Ik geef hem de bloemen in plaats van een knuffel omdat ik in mijn eentje al zenuwachtig genoeg ben en extra energie van Miles er niet nog bij kan hebben. ‘Serieus, ik wist niet dat je zo goed kon zingen.’

‘Welles.’ Hij veegt de plukken van zijn lange pruik naar achteren over zijn schouder en steekt zijn neus in de bloemen. ‘Je hebt me vaak genoeg karaoke horen zingen in de auto.’

‘Ja, maar niet zo.’ Ik glimlach, maar ik meen het echt. Hij was zelfs zo goed dat ik de voorstelling graag een tweede keer wil zien, op een avond waarop ik zelf minder nerveus ben. ‘Waar is Holt?’ vraag ik, ook al weet ik het antwoord al. Ik probeer gewoon een gesprek te beginnen tot Damen terug is. ‘Jullie hebben het toch wel bijgelegd ondertussen?’

Miles fronst zijn voorhoofd en geeft een hoofdknik in de richting van zijn vader. Ik krimp ineen en playback het woord ‘sorry’ naar hem. Ik vergat even dat hij bij zijn vrienden al uit de kast is gekomen, maar dat zijn ouders het nog niet weten.

‘Maak je geen zorgen, het is allemaal alweer goed,’ fluistert hij en hij knippert met zijn nepwimpers terwijl hij zijn handen door de highlights van zijn pruik laat glijden. ‘Ik had een tijdelijke inzinking, maar die is weer voorbij. Alles is vergeven. En als je het toch over de prins op het witte paard hebt…’

Ik draai me om in de verwachting Damen te zien. Mijn hart begint al harder te bonken als ik denk aan hem en zijn warme, knappe, aantrekkelijke persoonlijkheid. Ik kan mijn teleurstelling dan ook nauwelijks verbergen als ik zie dat hij Haven en Josh bedoelt.

‘Wat denk je?’ vraagt hij me. ‘Gaan ze het redden?’