‘Dat is ook zo,’ zegt ze, zijn blik ontwijkend. Druk veegt ze niet-bestaande kruimels van haar schoot.
Als ik naar haar kijk, zie ik hoe haar aura kronkelt en opvlamt in de groene kleur van leugens. Ik weet dat het niet waar is. Ze is smoorverliefd en zo simpel is het. Als Roman haar leuk vindt, dan is het toedeloe, Josh en hallo, enge nieuwe gozer.
Ik haal mijn lunchpakket tevoorschijn en doe net alsof ik nog steeds trek heb in eten. Dan hoor ik opeens: ‘Oy, vriend, hoe laat is de première vanavond?’
‘De voorstelling begint om acht uur. Waarom? Kom je ook?’ vraagt Miles en zijn ogen beginnen te stralen. Zijn aura gloeit. Hij hoopt vurig dat Roman ja zegt.
‘Ik zou het niet willen missen,’ antwoordt Roman en hij schuift aan op het bankje naast Haven, waarbij hij op een allerslijmerigste manier tegen haar schouder stoot, de huichelaar. Hij weet donders goed welk effect hij daarmee bereikt en hij is niet bang er misbruik van te maken.
‘En, hoe beviel het aan de populaire tafel? Was het alles wat je ervan hoopte?’ vraagt Haven op een flirterige manier. Tenminste, dat zou je denken als je haar aura niet kunt zien. Aangezien ik dat wel kan, weet ik dat ze het meent. Aura’s liegen niet.
Roman buigt naar haar toe en voorzichtig veegt hij de pony uit haar gezicht. Het gebaar heeft zo’n intieme lading dat haar wangen rood gloeien. ‘Wat zei je?’ vraagt hij met een dik accent en zijn ogen op de hare gericht.
‘Je weet wel, de populaire groep? Waar je net zat?’ mompelt ze. Ze moet moeite doen haar zelfbeheersing niet te verliezen nu hij zo dichtbij is.
‘De sociale hiërarchie van de lunchtafels,’ voegt Miles toe, waarmee hij de betovering van het moment verbreekt. Hij duwt zijn halfvolle yoghurtbekertje opzij. ‘Zo gaat het op elke school. Overal ontstaan er groepjes die bedoeld zijn om de rest buiten te houden. Ze kunnen er niets aan doen, het gebeurt gewoon. En die jongens en meiden bij wie je net zat? Dat is het populairste groepje hier. In het middelbarescholenstelsel zijn zij daarmee de Leiders. Dat in tegenstelling tot degenen bij wie je nu zit.’ Hij wijst naar zichzelf. ‘Wij zijn de Buitenstaanders.’
‘Onzin!’ roept Roman uit. Hij gaat rechter zitten, bij Haven vandaan, en trekt zijn blikje fris open. ‘Klinkklare nonsens. Ik geloof er geen woord van.’
‘Dat maakt niet uit, het is gewoon zo.’ Miles trekt zijn schouders op en kijkt met een blik vol verlangen naar de populaire groep. Hoe vaak hij ook zegt dat wij de enige echte coole tafel zijn, hij weet ook wel dat er in de ogen van de andere Bay Viewleerlingen niets cools aan is.
‘Dat zeg jij, maar ik ben het er niet mee eens. Ik doe niet aan discriminatie. Ik hou van een vrije, open maatschappij, met alle ruimte om rond te kijken en overal aan mee te doen.’ Hij draait zich in Damens richting. ‘Wat jij? Geloof jij in dat onzinverhaal?’
Damen haalt zijn schouders op en blijft mij aankijken. Het kan hem niets schelen wie er wel of niet cool of populair is. Hij zit hier alleen maar op school vanwege mij, en ik ben ook de enige reden dat hij hier blijft.
‘Nou ja, het blijft leuk om te dromen,’ zucht Haven en ze bekijkt haar kortgeknipte, zwartgelakte nagels. ‘Maar het is nog leuker als er een kans bestaat dat die droom uitkomt.’
‘Ah, maar dat is precies het probleem, love. Het is helemaal geen droom.’ Roman glimlacht naar haar op een manier die haar aura vrolijk roze kleurt. ‘Ik zal ervoor zorgen. Wacht maar af.’
‘En wat dan? Zie je jezelf soms als de Che Guevara van Bay View High?’ Het komt er sarcastisch uit, maar dat vind ik niet erg. Wat me meer verbaast, is het Britse accent dat erin geslopen is. Sinds wanneer praat ik nou met een accent? Ik kijk in Romans richting en zie zijn overweldigende, grote, geel-oran-jekleurige aura en ik weet dat hij ook een effect op mij heeft.
‘Ja, zo zie ik mezelf wel,’ antwoordt hij met een overdreven dik accent. Hij toont zijn zoetsappige glimlach en kijkt me zo indringend aan dat ik me naakt voel – het is net alsof hij alles ziet, alles weet en ik me nergens kan verstoppen. ‘Je moet me zien als een revolutionair. Want tegen het einde van volgende week is dit hele sociale systeem verdwenen. We zullen deze zelfverzonnen grenzen doorbreken, alle tafels tegen elkaar schuiven en samen feesten!’
‘Dat is jouw voorspelling?’ Ik kijk hem aan met halfgesloten ogen en probeer al zijn opdringerige energie af te stoten.
Hij lacht alleen maar en lijkt totaal niet beledigd. Het is een lach die op het eerste gezicht zo warm, vriendelijk en oprecht klinkt dat niemand de onderliggende betekenis kan raden. De griezelige ondertoon, het vleugje boosaardigheid en de niet al te best verhulde dreiging die alleen voor mij bedoeld lijkt te zijn.