‘Kun je niet even op me wachten? Ik zou graag met je meegaan,’ zegt Alexander.
‘Dan moet ik hier drie kwartier blijven staan!’
‘Tja, dat is wel veel gevraagd,’ geeft Alexander toe. ‘Vertel eens wat meer over je gesprek met je redder in nood. Waarom was hij net op die dijk, wat zag hij, wat heeft hij precies gedaan…’
Senta kijkt uit het raam. Een paar eenden zitten elkaar achterna en racen fladderend en met veel gesnater door het water.
‘Het was mistig…’ begint ze langzaam. Terwijl Senta haar verhaal houdt, heeft ze voortdurend het gevoel dat Alexander niet echt luistert, dat hij met iets anders bezig is. Een toetsenbord rammelt en ze onderbreekt haar verhaal abrupt.
‘Wat ben je aan het doen?’
‘Wat?’
‘Je maakt aantekeningen. Je zit te typen.’
‘Eh…’ Aan de aarzeling in zijn stem hoort ze dat ze gelijk heeft.
Er valt een stilte.
‘Is je writer’s block over?’ informeert ze.
Hij lacht gemaakt, afwachtend.
‘Je luisterde helemaal niet naar me.’
‘Senta, dat is niet waar. Ik luisterde juist heel goed naar je.’
‘Je luisterde wel, maar niet naar mij. Je luisterde naar je personage.’
Alexander zucht diep. ‘Senta, je moet begrijpen…’
‘Gebruik je dit voor een boek?’
Het is even stil. ‘Ja,’ zegt hij ten slotte. ‘Maar dat wil niet zeggen…’
‘Ik heb liever dat je me niet meer belt,’ valt Senta hem in de rede.
‘Dat meen je niet! Senta, alsjeblieft, ik…’
‘Er zijn me de laatste dagen een paar dingen duidelijk geworden, Alexander,’ onderbreekt Senta hem opnieuw. ‘En een daarvan is dat ik van mijn man houd. Te veel om hem dit aan te doen. Ik had dit besluit al veel eerder moeten nemen, maar de oude Senta kon het niet. De nieuwe wel.’
Ze hoort hem zwaar ademen. ‘Senta…’
‘Veel succes met je boek,’ zegt ze zacht. Dan hangt ze op en staart lange tijd voor zich uit.
38
Is hij nog in haar huis? Het zou net iets voor Kreuger zijn om ertussenuit te knijpen en hen dagenlang in die kelder te laten zitten. Iedere keer als Lisa een tijdje niets heeft gehoord, wordt haar voorzichtige hoop vervangen door ontgoocheling. Het geluid van voetstappen en stromend water telkens wanneer Kreuger doucht of de wc doortrekt, verraadt dat hij nog steeds aanwezig is. Ze heeft het vertrouwde geluid van de tnt-auto gehoord, en het geknars van de voetstappen van de postbode op het grind. Dat bracht haar op het idee om het hoge raampje in de kelder open te zetten en het briefje met de noodkreet door de smalle opening naar buiten te laten glijden. Door op een krukje te gaan staan, kon ze er net bij. Het is echter maar de vraag of ze er iets aan heeft, want aan die kant van het huis heeft niemand iets te zoeken.
In ieder geval is ze, zolang ze in de kelder zit, niet langer blootgesteld aan geweld en de seksuele driften van Kreuger. Met kracht blokkkeert Lisa de herinnering aan die afschuwwekkende momenten. Ze kan zichzelf niet toestaan aan de verkrachtingen te denken als ze niet wil instorten. Iedere keer als de beelden in haar opkomen, verdringt ze ze naar een plek in haar onderbewustzijn, waar ze kunnen sluimeren zonder schade aan te richten. Ze is niet van plan ze ooit nog tevoorschijn te halen. In de psychiatrie is men misschien van mening dat het beter is voor de verwerking, maar wat is er mis met verdringing? Tot nu toe slaagt ze er bijzonder goed in om alles wat er gebeurd is vast te klemmen in haar onderbewustzijn. Ze neemt aan dat haar geest niet voor niets tot zoiets in staat is.
‘Mama,’ zegt Anouk moeizaam. ‘Ik heb zo’n dorst.’ Lisa heeft ook dorst. Het moet al vrijdagochtend zijn. Haar tong ligt als een uitgedroogde homp in haar mond, haar speeksel is dik en stroperig en heeft een vieze smaak.
Hij laat ons hier verhongeren en uitdrogen, denkt ze. Een doodeenvoudige moord, hij hoeft er zijn handen niet aan vuil te maken.
De beelden die Lisa lange tijd heeft verdrongen, keren in volle hevigheid terug. Ze heeft ooit een programma op tv gezien, over een man die zijn eigen huis in brand had gestoken, waarbij zijn vrouw, kinderen en hijzelf omkwamen.
Het is lastig om in het hoofd te kijken van een kindermoordenaar, concludeerde de psychiater op tv. Onderzoekers hebben niet veel anders om zich op te richten dan het motief, en in de helft van de gevallen blijken ouders in een moeras van problemen te zijn weggezonken. Zelfmoord en het doden van hun kinderen om het hele gezin voor een miserabel leven te behoeden, is voor velen de enige uitweg. Iedereen heeft een opslagruimte waar hij wrok, haat en jaloezie bewaart. Alleen ruimen normale mensen zo nu en dan op, zodat de ruimte niet overvol raakt.
De dag glijdt voorbij. De duisternis en bedompte atmosfeer werken als een soort kalmeringsmiddel. Haar gevecht tegen de dorst vloeit over in berusting. Het is helemaal niet zo verschrikkelijk om je verzet op te geven en je gewoon bij de situatie neer te leggen. Ze voelt het zwarte gat dat onder haar gaapt aan haar trekken. De verleiding is groot om zich erin weg te laten zakken. Ze heeft al zo lang niet goed geslapen. Het voelt goed om de duisternis in te strompelen en te kunnen rusten. Niets meer aan haar hoofd. Niemand die haar nog iets kan doen. Ze sluit haar ogen en denkt aan Menno.