Nachtenlang huilde ze zichzelf in slaap, maar ze hield stand: ze wilde Menno niet meer zien.
De ommekeer kwam toen hij haar twee cadeautjes stuurde. In het ene pakje zat een blauw babyhansopje en in het andere een roze. Hij wilde een kind met haar, stond op het kaartje, als levend bewijs dat hij voor haar ging en niet voor zijn gezin.
‘Als je nu je gezin verlaat, ben je een nog grotere lul dan ik al dacht,’ schreef ze terug. ‘Ik wil iets beters voor mijn kinderen. Voor mezelf trouwens ook.’
Niet lang daarna ontdekte ze dat ze zwanger was.
In tegenstelling tot wat ze Kreuger heeft verteld, was de periode na Anouks geboorte één groot feest. De bevalling was voorspoedig verlopen, ze had geen postnatale depressie en zat wekenlang op een roze wolk. En Menno zat naast haar, even stralend als zij.
‘Dank je, dank je,’ zei hij telkens weer terwijl hij Anouks zwarte haartjes kuste. ‘Ik had al twee zoontjes en nu heb jij me nog een dochtertje gegeven. Wat is ze prachtig, Lisa! Kijk toch eens naar haar!’
Ze had gekeken, en toen naar Menno, en ze had de diepe liefde voor haar en Anouk in zijn ogen gezien. En ze hadden zich verzoend.
‘Ik ga bij Monique weg,’ beloofde hij haar. ‘Ons huwelijk stelt niet veel voor, het heeft nooit veel voorgesteld. Niet nadat ik jou heb leren kennen. Ik ben al die ruzies en dat bezitterige gedrag van haar zo zat. Heb nog even geduld, Lisa. Ik moet een geschikt moment vinden om het haar te vertellen. Het is niet niets, ik moet ook rekening houden met Sam en Tim.’
Dat begreep Lisa en ze gaf hem die tijd. Maar toen ze Anouks eerste verjaardag vierde was er nog niets veranderd. En Anouk was al anderhalf toen Lisa Menno en zijn gezin onverwacht tegenkwam.
Vanaf dat moment komt Kreugers verhaal haar akelig bekend voor. De ontreddering, wilde jaloezie en haat die in hem loskwamen toen hij zijn ex-vrouw en kinderen in gezelschap van die andere man tegenkwam. De onweerstaanbare drang om zich te wreken, om te doden. Maar waar hij uiting aan die gevoelens gaf, had zij aan haar innerlijke rem getrokken. Op het laatste moment pas, dat wel.
Ze stond met haar auto voor het stoplicht te wachten toen ze hen plotseling zag. Ze kwamen net de hoek om, het oudste jongetje huppelde voor hen uit, de jongste zat in de buggy. Ze zagen er niet uit alsof ze huwelijksproblemen hadden. Integendeel, hun gezichten stonden vrolijk en ze praatten en lachten. En vlak voor Lisa’s neus kusten ze elkaar, waarna ze zich splitsten. Monique ging met de kinderen de speelgoedwinkel in en Menno ging vlug naar de tabakszaak aan de overkant.
Hij stak gewoon over en keek nog even over zijn schouder om iets naar zijn vrouw te roepen. Monique lachte, stak haar duim op en gaf hem een kus in de lucht.
En Lisa trok op. Het stoplicht was op groen gesprongen, de chauffeur naast haar liet de motor waarschuwend grommen voor de man die nog snel even wilde oversteken.
Als ze het gaspedaal had ingedrukt met de felheid die ze in gedachten had, zou Menno twee seconden later onder haar wielen hebben gelegen. Heel even was de verleiding groot.
Daar ga je, dacht ze.
Maar ze hield alleen haar voet in de aanslag boven het gas en aarzelde. Een klein moment van bezinning dat Menno het leven redde. Een moment waar ze meteen daarna dankbaar voor was, al golfde de woede nog lange tijd door haar lichaam, om later over te gaan in een diep, bitter verdriet.
Dezelfde dag verbrak ze hun relatie, bang voor de intensiteit en de snelle wisseling van haar gevoelens.
Ze zitten de hele middag op de grond, op de kussens van de tuinstoelen, en die nacht slapen ze er ook op. Zonder dekens, maar met de armen om elkaar heen. Anouk beklaagt zich niet één keer en verdraagt honger, dorst en ongemak met een berusting waarin ze haar leeftijd ver vooruit is. Gelukkig heeft de penicilline zijn werk goed gedaan, want ze maakt geen zieke indruk meer. Maar hoe lang zal dat duren, in deze vochtige kelder?
‘Als papa komt, stuurt hij hem wel weg, hè?’ Er ligt een hoopvolle verwachting in Anouks ogen en Lisa heeft het hart niet om haar die strohalm te ontnemen.
‘Zeker weten,’ zegt ze. Tegelijk bedenkt ze verontrust dat de kans heel groot is dat Menno morgen langskomt. Hoe zal Kreuger daarop reageren? Hij heeft het bericht ook gehoord, misschien gaat hij er voor die tijd wel vandoor.
‘Ik heb het een beetje koud,’ bekent Anouk kleintjes.
Lisa trekt haar dicht tegen zich aan. Dit kind heeft haar zoveel vreugde geschonken. Ook al is het leven niet helemaal verlopen zoals ze had gewild, het heeft in ieder geval Anouk opgeleverd.
Wat had hij gezegd op het antwoordapparaat? Dat hij ging scheiden van Monique? Hoop, vermengd met de vrees dat ze alles wat ze net heeft verwerkt opnieuw zal moeten doorstaan, overvalt haar. Met gesloten ogen zit ze tegen de muur, Anouk in haar armen.
Eigenlijk had ze zich er iets anders van voorgesteld om weer thuis te zijn. Onrustig drentelt Senta door de woonkamer, een beker koffie in de hand. Een lange middag ligt voor haar, vol uren die ze alleen met haar gedachten kan vullen. Als het aan haar lag zou ze gewoon weer aan het werk gaan. Wat heeft het voor zin om de hele dag thuis rond te hangen? Als werken nog niet gaat, merkt ze dat vanzelf. Werken is voor haar geen straf, het is het liefste wat ze doet. Bovendien leidt het af van dat zinloze gepieker over wat haar is overkomen, en hoe dicht ze bij de dood is geweest. Het is niet goed om te lang bij dat soort dingen stil te staan.