Ze richt zich op en duwt de klep van de afwasmachine dicht. Met stoffer en blik veegt ze wat kruimels van de keukenvloer op en gooit ze in de vuilnisbak.
Als ze de huiskamer in loopt is Kreuger weg. Lisa spitst haar oren en hoort hem op de wc aan de toiletrol trekken. Hij blijft zo lang weg dat ze er steeds zekerder van wordt dat hij een toneelstukje opvoert.
Met een stoïcijns gezicht loopt ze naar de gangkast, haalt de stofzuiger tevoorschijn en gaat aan het werk. De verleiding is groot, maar ze kan het risico niet nemen. Niet nu hij op het punt staat om weg te gaan.
Ze krijgt de hele dag door de gelegenheid om alarm te slaan. De computer blijft aanstaan en Kreuger laat haar regelmatig alleen beneden. Als ze naar boven loopt om vuil wasgoed op te halen, ziet ze opeens haar mobieltje op het bed liggen.
Lisa staat doodstil, ten prooi aan een folterende besluiteloosheid. Al haar overlevingsinstincten schreeuwen haar toe het telefoontje te pakken en 112 te bellen. Ze hoeft geen uitgebreide uitleg te geven, aan een paar seconden heeft ze genoeg. Maar hoe weet ze of dit niet opnieuw een test is? Misschien heeft Kreuger haar mobieltje wel zo op het bed gelegd dat hij onmiddellijk weet dat ze het heeft opgepakt. Ze zal het precies zo moeten terugleggen. Misschien heeft hij er een haar op gelegd, of iets anders slims gedaan. Of denkt ze nu te ver door?
Het telefoontje ligt op het vrolijk gebloemde dekbedovertrek om haar aandacht te schreeuwen. Het zweet breekt Lisa uit. Behalve haar wantrouwen speelt een andere emotie haar parten: ze durft niet. De angst verlamt haar spieren, doet haar oren suizen en haar handen trillen. Nerveus kijkt ze over haar schouder. Waar hangt Kreuger uit? Ze heeft hem beneden achtergelaten, maar waarschijnlijk staat hij nu onder aan de trap. Misschien heeft hij haar simkaart uit het toestel gehaald.
Ze doet het niet. Het mobieltje ligt daar te opzichtig, te nonchalant. Kreuger heeft haar vast met opzet alleen naar boven laten gaan. Maar dat geeft haar wel de gelegenheid om een briefje voor de postbode te schrijven.
Jachtig zoekt ze in Anouks kamer naar een vel tekenpapier, en met rode viltstift krabbelt ze een noodkreet vol uitroeptekens neer.
Help me alstublieft! De ontsnapte tbs’er Mick Kreuger zit hier binnen en gijzelt mijn dochtertje en mij! Dit is géén grap! Breng dit briefje alstublieft meteen naar de politie!
Lisa Fresen Ze scheurt de onderste helft van het vel papier eraf, vouwt het tekstgedeelte een paar keer dubbel en stopt het in de kontzak van haar spijkerbroek. Dan pakt ze de wasmand uit de badkamer en loopt met knikkende knieën naar beneden. Haar wangen branden als ze de kamer binnenkomt.
Kreuger zit voor de tv en zapt langs teletekst. Hij werpt slechts één korte blik op haar. Lisa negeert hem. Ze loopt naar de wasmachine in de bijkeuken en sorteert de was. Ze neemt er de tijd voor en langzaam kalmeert ze.
Je hebt niets gedaan, houdt ze zich voor. Hij kan je nergens op pakken. Je hebt het risico niet genomen en dat was heel verstandig.
Het probleem is dat het niet verstandig vóélt. Ze had nooit gedacht dat ze zich in een bedreigende situatie zo passief zou opstellen.
‘Je hebt geen keus,’ mompelt ze. ‘Zonder Anouk zou het anders zijn, maar nu heb je gewoon geen keus.’
Ze richt zich op en opeens staat Kreuger achter haar. Lisa geeft een kreet van schrik.
‘Niet schrikken!’ Hij legt zijn handen op haar schouders en Lisa weet dat hij haar voelt beven. ‘Hé, schrok je zo? Ik wilde je alleen iets zeggen.’ Hij wacht even en knijpt zachtjes in haar schouders. ‘Vannacht slapen jullie niet in de kelder,’ zegt hij, met een gezicht alsof hij haar een groot geschenk aanbiedt. ‘Anouk kan terug naar haar eigen kamer, en jij ook. Naast mij,’ voegt hij eraan toe.
Hoop en een zekere berusting maken plaats voor nieuwe ontzetting. Wanhopig probeert Lisa een houding te zoeken waarachter ze bescherming kan vinden, maar ze vreest dat hij dwars door haar heen kijkt. Zijn sardonische lachje bewijst dat, en anders wel de hand op haar billen.
‘Ik ga aan het einde van de week weg. Zondagavond, denk ik.’ Kreuger grijpt haar achterste wat steviger vast. ‘Maar ik neem jullie niet mee, dat maakt het maar ingewikkeld. Zondag nemen we voorgoed afscheid. Dus we moeten het de rest van de week maar gezellig maken, vind je niet?’
30
De matrassen liggen weer waar ze horen; op Anouks kamer en de logeerkamer. Anouk is blij, maar Lisa was liever in de kelder gebleven. Het is woensdagavond en als Kreuger inderdaad zondag vertrekt, heeft hij nog vier lange nachten om zijn seksuele fantasieën op haar los te laten.
Ik moet hier weg, denkt ze koortsachtig. Als híj niet gaat, dan ga ik. Mét Anouk.
De komende nacht lijkt de meest geschikte tijd om een ontsnappingspoging te wagen. Als hij slaapt, kan ze proberen weg te komen.